Intussen is die ophef voorbij en gaat het gesprek vooral over het gebrek aan kwaliteit van Siebelinks Boekenweekgeschenk. Ik schreef daar hier over. Niet leuk voor de CPNB, die vorig jaar ook al met een prul het Nederlandse boek moest propageren. Het thema van de week komt vooral terug in het essay van Murat Isik, dat goed verkoopt, en bloemlezingen met gedichten over moeders en andere boeken en boekjes waarin moeder centraal staat.
Mythe en misverstand
Andreas Oosthoek ging terug naar de bron, het gedicht van Nijhoff, in zijn boekje De Moeder de Vrouw, met de ondertitel 'Mythe en misverstand rond het beroemde gedicht van Martinus Nijhoff'. Die ondertitel zal wel bedoeld zijn om de interesse op te wekken; het boekje gaat over veel meer dan over mythen en misverstanden. En zo veel mythe is er nu ook weer niet rond het gedicht geweven.
Oosthoek is goed ingeleid in het werk van Nijhoff. Hij kende de dichter lange tijd persoonlijk, kocht het huis van Nijhoff in Valkenisse en heeft de rechten over diens werk. Nijhoffs zoon Faan (Wouter Stefan) heeft veel spullen en papieren weg laten halen uit het huis en over laten brengen naar zijn eigen woonstee, maar er bleven ook dingen (boeken, documenten) achter. Oosthoek beheert die en gaat ze overdragen aan instanties die de zorg over zullen nemen.
Oosthoek vertelt er smakelijk over in De Moeder de Vrouw. Verder geeft hij inzicht in de drukgeschiedenis van het gedicht. Nijhoff stond erom bekend dat hij nog eindeloos aan zijn werk bleef prutsen, ook als het al gepubliceerd was. Van het beroemde Bommelgedicht is een eerdere versie bekend, zodat we kunnen lezen dat de overzijden van vrienden buren werden en dat de vrouw eerst aan het roer stond en later bij het roer.
Op een inhoudelijke eigenaardigheid als 'het schip dat zij bevoer' gaat hij niet in, maar er is intussen zo veel over dit gedicht geschreven, dat er vast wel iemand zich daarover heeft gebogen.
Vragen
Kende Nijhoff de brug wel? En dronk hij liggend in het gras zijn thee? Op dat soort vragen geeft Oosthoek een helder antwoord. Prettig is dat hij altijd ingang heeft gehad tot de mensen die dicht bij Nijhoff stonden. Zo lezen we een mooi verhelderend gesprek met zus Pien, degene bij wie Nijhoff zijn thee altijd dronk.
Er komen psalmen voor in 'De Moeder de Vrouw'. De christelijke letteren hebben geprobeerd Nijhoff te annexeren, hoewel hij zelf bij geloof of kerkgenootschap 'Geen' invulde. En zijn moeder dan die bij het Leger des Heils was? Ze was zoekende, zegt zus Pien. Ze raakte ook in de ban van de theosofie en de Vrij-Katholieke kerk en daar hoor je gewoonlijk geen psalmen.
Gras
Het gras uit het gedicht zou ook kunnen duiden op de vergankelijkheid van het leven, zeggen de annexeerders. Oosthoek verwijst daarbij in een noot naar Jesaja 40 ('Alle vlees is gras'), maar niet naar Psalm 103, waar ongeveer hetzelfde in staat. Hoe dan ook, het is in dit gedicht gewoon gras. Lezers mogen in een tekst lezen wat ze willen, maar dat Nijhoff dit soort noties erin heeft gestopt is onwaarschijnlijk.
Verder geeft Oosthoek wat je al in zo'n boekje verwacht: varianten op het gedicht, waarvan die van Kopland en Komrij het bekendst zijn. Er zijn er meer, waaronder een gedicht van Wolkers, dat meer markant is dan goed. Van Zuiderent nam Oosthoek het gedicht 'Weg' in het Duits op. Ik neem aan dat het een vertaling is. Als dat zo is, is mij niet duidelijk waarom het origineel niet geciteerd wordt.
Vertalingen van het gedicht van Nijhoff vinden we ook terug, net als de geschiedenis van de bruggen in Zaltbommel. Daarnaast zijn er wat foto's. Op de voorkant een niet al te duidelijke foto van de dichter. Het blijkt een uitsnede te zijn van een foto die op de achterkant staat, waar er nog iemand naast Nijhoff staat. Zou dat Oosthoek zijn? Uitleg krijgen we jammer genoeg niet.
Geen biografie
Oosthoek weet veel over Nijhoff en hij zou misschien wel een biografie kunnen schrijven, maar dat gaat hij niet doen. Wel wil hij aantekeningen maken bij het materiaal dat hij heeft en zo moeten we dit boekje dan ook zien. Dat verklaart en verontschuldigt ook een zekere rommeligheid. Zo is er niet echt een afsluiting, tenminste in mijn leeservaring. In de eerste hoofdstukken komen verder wel erg veel namen voorbij. Interessant voor iemand die zich op de Nijhoffstudie wil storten, maar de vraag is of ze genoemd hadden moeten worden in dit boekje.
Van Oosthoek zijn nog meer van dit soort aantekeningen te verwachten. Hij kondigt het boek Nijhoff, Wind en Storm aan. Nijhoffs vrouw heette Netty Nijhoff-Wind en zijn zoon Wouter Stephan fotografeerde onder de naam Stephen Storm.
Wie van Nijhoff houdt of wie in ieder geval van het gedicht 'De Moeder de Vrouw' houdt, zal met veel plezier het boekje van Oosthoek lezen. En nu maar hopen dat iemand aan de hand van het aangereikte materiaal zich verder in Nijhoff verdiept.
Toch nog maar even het hele gedicht:
De Moeder de Vrouw
Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
Roland Holst combineerde de achternamen van Nijhoffs vrouw en het pseudoniem van haar zoon tot het bon mot: wie Wind naait, zal Storm oogsten.
BeantwoordenVerwijderenEr bestaat ook een nette variant van deze grap.
Dank! Zo onnet vind ik deze nu ook weer niet.
Verwijderen