Onderstaande column schreef ik voor het Cultureel Café Dante en ik las het stukje voor op 26 mei 2011, nog voor Bunt Blogt bestond. Sommige dingen waarnaar verwezen wordt ontgaan mij nu: wat hebben hoofddoeken met de fiscus te maken?
Blijkbaar was er, vlak voor ik de column schreef een onderzoek gedaan naar geluk. Dat is onlangs weer gebeurd, lees ik hier, en ook nu scoren de Nederlanders weer hoog. We zijn gelukkig! Indertijd schreef ik er dit over:
Wij zijn gelukkig. Niet alleen u en ik en de dames achter de bar, maar de Nederlanders. Goed, er zal nog wel ergens een mopperpot zijn die op dit moment sikkeneurig in zijn koffie staart, maar gemiddeld genomen zijn de Nederlanders gelukkig. Ik las het vanochtend in mijn krant en ik heb het nog eens nagekeken op internet.
Ik was meteen gerustgesteld. Over geluk hoef ik dus niet meer in te zitten; dat is binnen.
Dat wij zo gelukkig zijn, vind je terug op de Better Life Index van de OESO. We staan daarop vierde, achter Denemarken, Canada en Noorwegen.
Nu verbaast het mij niet dat wij gelukkiger zijn dan bijvoorbeeld mensen uit Griekenland. Die moeten al op hun eenenzestigste met pensioen, in de zomer sterft het er van de toeristen en dan heb je ook nog heel vaak hetzelfde weer: zon en anders niks.
Of je zult inwoner van IJsland zijn. Dan zijn er steeds mensen boos op je. Omdat ze hun geld niet terugkrijgen, bijvoorbeeld. Of omdat er weer een aswolkje ontsnapt is, waar jij als eenvoudige IJslander ook niets aan kunt doen. Dat lijkt een beetje op een verjaardag waar iedereen je boos aankijkt, terwijl volgens jou de ontglipte wind van iemand anders was.
Toch had ik niet verwacht dat ons land zo hoog zou eindigen op de geluksindex. Per slot van rekening wordt er heel wat afgeklaagd in dit land en we hebben zelfs een politieke partij die alleen maar dankzij dat geklaag bestaat.
Zo gauw de leider van die partij zijn mond opentrekt, komt er een tsunami van geklaag over je heen. Om het niet te hoeven horen, had ik een dubbel geïsoleerde hoofddoek omgedaan, maar dat bleek fiscaal weer niet handig te zijn.
En, laten we dat hier ook maar een keer hardop zeggen, we hebben toch eigenlijk ook wel redenen om te klagen. We hebben bijvoorbeeld alweer het Eurovisie songfestival niet gewonnen. Sterker nog, we hebben de finale niet eens gehaald.
Ik zal het wel weer niet mogen zeggen, maar volgens mij komt dat niet door de autochtone Nederlanders. Die stonden allemaal als één man achter de artistiek hoogbegaafde musici die wij afgevaardigd hadden. Hoe ze heten weet ik eigenlijk niet. Je schrijft 3JS, maar ze zeggen zelf de 3 j’s. Aan de Nederlanders (en onze premier zegt dan altijd: de hardwerkende Nederlanders) heeft het niet gelegen. Het zijn natuurlijk weer de buitenlanders die ons buiten de finale hebben gehouden.
Het zijn die onbetrouwbare Grieken, die hun rekeningen niet betalen, die IJslandse luchtvervuilers, die Belgen zonder regering, de Turken natuurlijk en de Marokkanen, want die zitten in alle Europese landen. Die drie j’s komen uit Volendam en daar stemt iedereen PVV, dus de link is gauw gelegd.
Reden genoeg dus om te mopperen. Maar we doen het niet. We laten snotverdorie ons geluk niet verpesten door dit soort kleinigheden. We lachen erom. 'Wij zijn gelukkig!' roepen we en als ze niet willen luisteren roepen we het nog iets harder: 'Wij zijn hartstikke gelukkig!'
En nu ook nog de pauze aanbreekt en de columnist zijn mond houdt, vallen we elkaar om de hals. We kunnen ons geluk niet op.
Gelukkig!
Wij zijn gelukkig. Niet alleen u en ik en de dames achter de bar, maar de Nederlanders. Goed, er zal nog wel ergens een mopperpot zijn die op dit moment sikkeneurig in zijn koffie staart, maar gemiddeld genomen zijn de Nederlanders gelukkig. Ik las het vanochtend in mijn krant en ik heb het nog eens nagekeken op internet.
Ik was meteen gerustgesteld. Over geluk hoef ik dus niet meer in te zitten; dat is binnen.
Dat wij zo gelukkig zijn, vind je terug op de Better Life Index van de OESO. We staan daarop vierde, achter Denemarken, Canada en Noorwegen.
Nu verbaast het mij niet dat wij gelukkiger zijn dan bijvoorbeeld mensen uit Griekenland. Die moeten al op hun eenenzestigste met pensioen, in de zomer sterft het er van de toeristen en dan heb je ook nog heel vaak hetzelfde weer: zon en anders niks.
Of je zult inwoner van IJsland zijn. Dan zijn er steeds mensen boos op je. Omdat ze hun geld niet terugkrijgen, bijvoorbeeld. Of omdat er weer een aswolkje ontsnapt is, waar jij als eenvoudige IJslander ook niets aan kunt doen. Dat lijkt een beetje op een verjaardag waar iedereen je boos aankijkt, terwijl volgens jou de ontglipte wind van iemand anders was.
Toch had ik niet verwacht dat ons land zo hoog zou eindigen op de geluksindex. Per slot van rekening wordt er heel wat afgeklaagd in dit land en we hebben zelfs een politieke partij die alleen maar dankzij dat geklaag bestaat.
Zo gauw de leider van die partij zijn mond opentrekt, komt er een tsunami van geklaag over je heen. Om het niet te hoeven horen, had ik een dubbel geïsoleerde hoofddoek omgedaan, maar dat bleek fiscaal weer niet handig te zijn.
En, laten we dat hier ook maar een keer hardop zeggen, we hebben toch eigenlijk ook wel redenen om te klagen. We hebben bijvoorbeeld alweer het Eurovisie songfestival niet gewonnen. Sterker nog, we hebben de finale niet eens gehaald.
Ik zal het wel weer niet mogen zeggen, maar volgens mij komt dat niet door de autochtone Nederlanders. Die stonden allemaal als één man achter de artistiek hoogbegaafde musici die wij afgevaardigd hadden. Hoe ze heten weet ik eigenlijk niet. Je schrijft 3JS, maar ze zeggen zelf de 3 j’s. Aan de Nederlanders (en onze premier zegt dan altijd: de hardwerkende Nederlanders) heeft het niet gelegen. Het zijn natuurlijk weer de buitenlanders die ons buiten de finale hebben gehouden.
Het zijn die onbetrouwbare Grieken, die hun rekeningen niet betalen, die IJslandse luchtvervuilers, die Belgen zonder regering, de Turken natuurlijk en de Marokkanen, want die zitten in alle Europese landen. Die drie j’s komen uit Volendam en daar stemt iedereen PVV, dus de link is gauw gelegd.
Reden genoeg dus om te mopperen. Maar we doen het niet. We laten snotverdorie ons geluk niet verpesten door dit soort kleinigheden. We lachen erom. 'Wij zijn gelukkig!' roepen we en als ze niet willen luisteren roepen we het nog iets harder: 'Wij zijn hartstikke gelukkig!'
En nu ook nog de pauze aanbreekt en de columnist zijn mond houdt, vallen we elkaar om de hals. We kunnen ons geluk niet op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten