Nooit is er tijd genoeg om te lezen. Ik kan een lange lijst van boeken noemen die ik wel zou willen lezen, maar tegelijk weet ik dat veel ervan ongelezen zal blijven. Als de stapel die altijd klaarligt begint te slinken, zijn er weer nieuwe boeken die om aandacht vragen. Een enkele keer koop ik alsnog een boek van een paar jaar oud en ga dat lezen.
Dat gebeurde met De Nederlandse maagd van Marente de Moor en daar heb ik geen spijt van gehad. De Moor schreef een degelijke roman in een degelijke stijl. Ouderwetse degelijkheid, had ik bijna geschreven, niet omdat deze roman gedateerd zou zijn, maar omdat het een traditionele roman is, die niets van modieusheid moet hebben. Voor mijn gevoel zijn de romans van Tomas Lieske in dezelfde hoek te plaatsen.
Van De Moor wist ik niet zoveel. Dat ze stukken schreef voor Vrij Nederland, die ik wel eens gezien heb, maar nooit gelezen. En dat De Nederlandse maagd haar debuut is, wat niet eens klopt. Het is haar derde boek, haar tweede roman. En dan dit boek.
Wat mij vooral bevalt is de brede zwaai waarmee ze een wereld voor ons opent: een andere tijd (jaren dertig), een ander land (Duitsland), het schermen (waar ik niets van wist). Ze maakt die tijd navoelbaar: hoe mensen hun positie moeten bepalen tegenover wat er gaande is om hen heen, de dreiging, de broeierigheid. De Moor maakt de dingen niet simpeler dan ze zijn en ook de mensen niet: ze hebben drijfveren, die voor henzelf zelfs niet altijd duidelijk zijn.
Over de inhoud zal ik verder niets vertellen. Die indertijd (2010) uitgebreid teruggekomen zijn in de recensies en ik ga de roman ook niet duiden. Ik wil alleen maar vertellen dat ik onder de indruk ben van hoe Marente de Moor het vak beheerst en hoe ze mij deze roman in gezogen heeft. Ze is een schermster die steeds weer doel treft, zodat de lezer duizelend op de loper achterblijft. Applaus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten