dinsdag 24 december 2013
Ventoux
Het is een beproefd recept voor een roman: een groep vrienden, vlak voor de volwassenheid. De tijd van de middelbare school is voorbij en het leven ligt voor hen open. Ze zijn nog een keer bij elkaar en daarna verliezen ze elkaar uit het oog. Na jaren komen ze weer samen.
Mij schieten meteen enkele titels te binnen: De provincie van Jan Brokken, De dijk waarlangs we lagen van Fleur Bourgonje, De weg naar Caviano van Doeschka Meijsing, Grip van Stephan Enter. Al die boeken herinner ik mij als 'mooi', wat te maken zal hebben met de melancholie die altijd in dit soort romans sluipt. En met mijn leeftijd natuurlijk, waarin je van tijd tot tijd op een reünie oude schoolmakkers in de ogen kijkt.
De beloften van vlak voor de volwassenheid zijn intussen al dan niet ingelost. Van alles waaruit je kon kiezen heb je enkele dingen gekozen en heel veel dus niet gekozen. Je verleden is groter dan je toekomst.
Ook Ventoux is zo'n boek: in 1982 was een groep jongeren bij elkaar bij de Mont Ventoux: de verteller, Bart, die misdaadverslaggever geworden is; de dichter Peter Joost die een beroemd (en frauderend) wetenschapper zou worden; André, die in de drugshandel terecht zou komen; David, die het reisbureau van zijn vader zou overnemen en de beeldschone Laura, muze van Peter. Na dertig jaar komen ze weer samen op die plek.
Toen ik eraan begon, wist ik dat Ventoux een boek is dat lekker leest. Iemand had op Facebook gepost dat hij het een prachtboek vond, maar dat is iemand die zelf geregeld op een racefiets stapt. De recensies waren, geloof ik. wel positief.
Maar in het begin van het boek gaat het meteen mis. Op pagina 17 zijn we in het jaar 1970, de hoofdpersoon is zes jaar oud. Zijn vriend André ligt op de bank de Sjors te lezen: 'Sjakie en de Wondersloffen'. Die strip heet net iets anders: De wondersloffen van Sjakie, maar dat vind ik nog niet zo erg. Beroerder is dat in 1970 die strip helemaal niet in de Sjors stond. Die wordt pas in 1972 geplaatst, in nummer 19. Aan het begin van dat jaar is Kangoeroe Binkie nog de voetbalstrip en zelfs die stond er in 1970 nog niet in.
Hm, ik merk dat ik met een zekere argwaan aan Ventoux begin en dat ik scherp let op tijdsaanduidingen. Maar nergens vind ik verder een anachronisme. Goed documenteerwerk. Bovendien heeft het verhaal me al snel te pakken.
Ook heeft Wagendorp behoorlijk wat krediet. In 2005 las ik zijn verhalenbundel De dubbele schaar, met daarin prachtige sportverhalen. Ergens moet het boek nog zijn, maar zonder het na te kijken herinner ik me in ieder geval de verhalen over Greg Lemond en Bob Beamon. Eigenlijk zijn het documentaires, maar ze lezen als verhalen.
In 1982 zijn de vrienden bij elkaar. Joost en Bart zullen de Mont Ventoux op fietsen. Ieder die iets van wielrennen weet, moet natuurlijk meteen denken aan Tommy Simpson, die in 1967 de dood vond tijdens de bestijging, door een combinatie van amfetamine, alcohol en de hitte. Jan Janssen won toen de etappe.
En wie iets van literatuur weet, denkt aan Jan Kal: 'Dichten is fietsen op de Mont Ventoux, / waar Tommy Simpson nog is overleden. / Onder zo tragische omstandigheden / werd hier de wereldkampioen doodmoe.' Als de dichter het einde van het gedicht heeft bereikt, lijkt hij de top behaald te hebben. Maar stelt dat iets voor? 'Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend, / de top van deze kaalgeslagen berg: / ijdelheid en het najagen van wind.'
Over wielrennen weet Wagendorp alles. Losjes strooit hij met leuke feiten. Zijn beschrijvingen van zware beklimmingen zijn heerlijk. Dat begint al met de beklimming van de Galibier door Joost en Bart in 1982. Ze moeten tot aan en misschien zelfs tot over hun grenzen gaan. Wat nog werkelijkheid is en wat hallucinatie, is dan niet meer duidelijk. Het is een mooie voorbereiding op een latere beklimming, waarin Bart ook iets meent te zien waarvan hij vermoedt dat dat niet echt kan zijn.
Joost, Bart en Peter zullen de Mont Ventoux beklimmen. Maar op dat moment wordt er al gevreten aan de vriendschap. Ik wil hier niet te veel over vertellen, omdat ik zo min mogelijk van de plot wil weggeven, maar in ieder geval is het verraad al binnengeslopen. De zuiverheid is verdwenen.
Ook de cruciale beklimming van de Mont Ventoux en later de afdaling zijn geweldig beschreven. Volgens mij zit elke lezer tijdens die bladzijden op de fiets, in het wiel van Bart en voelt hij de pijn in zijn benen en in zijn luchtpijp.
Dertig jaar later beklimmen de vrienden opnieuw de Mont Ventoux. Als een ode aan hun vriendschap en wat daarmee gebeurd is. Als nagedachtenis als aan wie er niet meer bij is. Wellicht als delging van schuld, zo die er al is. Ook in die tijd loopt niet alles soepel tussen de vrienden. Zo hebben Bart en Joost de dag ervoor nog ruzie gehad.
Na de beklimming volgt er nog een plotwending. Wagendorp blijkt een goede plotter: hij doseert de informatie goed, bereidt wendingen voor en verrast toch. Misschien dat ik de epiloog net iets te nadrukkelijk vind, maar ach, daar valt mee te leven.
Het boek zit goed in elkaar. De films die worden bekeken (Night Porter, Beyond good and evil) blijken een belangrijker rol te spelen dan ik aan zag komen. Anna, de dochter van Bert, is een personage dat prima werkt in het verhaal: aan de ene kant is ze een soort spiegelfiguur voor Laura en aan de andere kant kan Bart met haar gesprekken voeren over de werking van de tijd en haar dingen uitleggen die de lezer ook wil weten.
De frauderende wetenschapper Joost doet actueel aan. De fraude is functioneel, omdat bedrog en verraad steeds door het verhaal heen sijpelen. Ook André is een crimineel, al is hij vrijgesproken. Naast de officiële criminaliteit heb je natuurlijk het verraad dat je aan elkaar of jezelf pleegt en dat misschien nog wel erger is.
Het mooie van Ventoux is dat het de lezer ook vragen aan zichzelf laat stellen. In hoeverre is hij nog degene die hij was toen hij achttien was? Heeft hij verraad gepleegd aan zichzelf of aan anderen? Aan zijn verleden? Wat is er uitgekomen van de dromen die we als jongeren hadden?
In de Verantwoording vertelt Wagendorp dat de roman ontstaan is uit het scenario voor de film Ventoux. Wie weet komt die film er ook. Ook als het een goede film wordt: het boek is beter. Denk ik.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Kangoereo Binkie stond (eind) 1970 al wel in de Sjors. Sjakie inderdaad nog lang niet...
BeantwoordenVerwijderen