Nooit eerder las ik iets van Leendert van Wezel. Over zijn nieuwe roman, Nynke, hoorde ik dat die aardig in elkaar zou zitten. Ergens op het wereldwijde web las ik de reactie van een enthousiaste lezer. Ik ben minder enthousiast, maar ik kan me wel voorstellen dat er een publiek is voor dit boek.
Van Wezel weet namelijk aardig goed de tijd op te roepen waarin Nynke zich afspeelt, vooral de tweede helft van de zestiende eeuw. Voor de mensen in het stadje Goedereede is het een verwarrende tijd. Zo kiest het stadsbestuur de zijde van de prins, wat betekent dat niet meer de katholieken, maar de protestanten het voor het zeggen hebben. Wie zeker wil blijven van zijn baantje, moet ook de switch maken. Het gaat de hoofdpersoon, de stadsschrijver Lenert aan het hart.
Lenert zit vol twijfels. Niet alleen over politiek en godsdienst, maar ook over zijn zus. Hij heeft veel aan haar te danken, maar ze is ook verdacht in de ogen van veel burgers. Ze weet veel over de natuur, kent de werking van kruiden en voorziet wat het weer zal gaan doen. Dan is de beschuldiging van hekserij niet ver meer. Lenert weet niet goed wat hij van zijn zus moet denken; hij kan niet zomaar achter haar gaan staan.
Stilistisch is Leendert van Wezel zwak. Dat valt al op de eerste bladzijde op. Daar ademt iemand 'behoedzaam de zwoele avondlucht in', wordt de wind vergeleken met 'zacht gefluister', takken 'wiegden zacht', er zijn 'fluisterende dennennaalden' en een vrouw 'was adembenemend mooi'. De clichés waren blijkbaar in de aanbieding en Van Wezel heeft flink ingeslagen.
Beeldspraak gaat in Nynke bijna altijd mis. Nooit gebruikt de schrijver een beeld dat je bijblijft omdat het treffend is. Om de beelden die mij bijgebleven zijn, moest ik vooral lachen: iemand die zo diep inademt dat hij de puntjes van zijn longen strak voelt staan, bijvoorbeeld. En wat vindt u van deze? 'Blinde razernij overviel hem als een volle emmer kokend water'.
Als Van Wezel iets duidelijk moet maken over iemands gevoelens zaagt hij van dik hout planken. Er worden diepe zuchten geslaakt, vuisten worden gebald en mensen keren zich 'bruusk' om. Subtiel is het allemaal niet. Zo weet je ook van bijna alle personages (op Nynke na) al vrij snel of ze deugen of niet. De vrouw van Lenert deugt bijvoorbeeld niet. Het duurt alleen wel erg lang voordat hij dat zelf in de gaten heeft.
Voor zover ik begrepen heb ik, is Nynke bedoeld voor volwassenen, maar ik had voortdurend het idee dat ik een ouderwets jeugdboek aan het lezen was. Een boek zoals ik mij dat herinner uit mijn jeugd. Ook daarin had je helden en schurken, ook die boeken speelden zich vaak af in wat toen nog de Tachtigjarige Oorlog heette. Alleen waren toen de Roomsen en de Spanjolen de slechteriken. Wat betreft de verhouding katholiek-protestant is Van Wezel veel genuanceerder.
De stijl doet wat archaïsch aan. Bij Van Wezel is het 'volslagen duister' in plaats van 'helemaal donker'. Ook gebruikt hij bijzonder veel deelwoordconstructies. Dat zou met opzet gedaan kunnen zijn. De personages leven immers niet nu, maar in de zestiende eeuw. Maar dan is het weer raar dat de schrijver het heeft over een 'spanningsveld' tussen personen, dat iemand 'de hele situatie' vervloekt, dat iemand zich afvraagt 'wat nu eigenlijk zijn positie was ten opzichte van' iemand anders, dat God in 'een strak schema van uitleg' geplaatst wordt en daarmee wordt gebonden 'aan allerlei menselijke interpretaties', dat de hemel 'hermetisch afgesloten' is en dat mensen 'de volgende stappen in dat plan' kennen. Die uitdrukkingen passen niet in de zestiende eeuw. Ja, ja, ze zijn ook lelijk. Maar dat is wel duidelijk.
Stadsschrijver Lenert ruikt in kleuren. Dat zou heel aardig kunnen zijn, als Van Wezel ook iets anders met het gegeven deed dan het alleen maar noemen. Van verschillende zaken wordt verteld hoe ze ruiken: zacht beige, diepdonkerrood, goud en kobalt, botergeel met blauw bespikkeld. Soms betreft het inderdaad een geur: 'Hij rook aan de ham, een geweldige, volle beige-gele geur'. Maar soms is er helemaal geen geur en dat ruikt Lener toch iets: Toen rook hij de geur en wist hij het: de zandkleurige, grijsbruine kleur van naderend verdriet. En dat besef bracht de geur van angst mee, alsnog.'
Ik weet weinig van synesthesie; misschien werkt het wel echt zo. Voor mij was het verwarrend dat Lenert op een geurloze plek iets ruikt en dan ook nog in kleuren. Op andere momenten ruikt hij een werkelijk bestaande geur (gebakken brood), maar dan zijn er weer geen kleuren. Steeds meer kreeg ik het idee dat het niet meer was dan een aardigheidje en dat het boek eigenlijk geen functie heeft.
Datzelfde geldt voor een houten duiveltje dat Lenert altijd in zijn broekzak heeft. Soms wordt dat warm en soms voelt het koud aan. Dat maakt Lenert zich tenminste wijs. Het zegt iets over de bijgelovigheid van Lenert, maar voor mij rechtvaardigde dat niet de tientallen keren dat het duiveltje genoemd wordt.
Het grootste bezwaar vond ik de tekening van Nynke. Van Wezel had haar neer kunnen zetten als een begaafde vrouw, die alleen daarom al verdacht is. Maar er komt allerlei poespas aan te pas: dansen bij maanlicht, vervloekingen, verdachte handelingen. Voor mijn gevoel zat ik weer midden in een jeugdboek.
Er is aan het eind van de zestiende eeuw daadwerkelijk een heksenproces in Goedereede geweest. Van Wezel heeft zich verdiept in de processtukken en in de geschiedenis van Goedereede. Dat kun je merken en dat is ook de kracht van het boek. Het lukt Van Wezel vaak wel om de lezer mee te nemen naar ruim drie eeuwen geleden.
Maar dat maakt Nynke nog niet tot een goed boek. De onmachtige stijl heb ik al genoemd. Daarbij komt dat het verhaal af en toe wel erg traag is, dat Van Wezel enorm kan dooremmeren over kleinigheidjes en dat je als lezer eigenlijk nauwelijks iets hoeft in te vullen.
Toch zullen er genoeg mensen zijn die met plezier het boek zullen gaan lezen. Zo zijn er ook mensen die met veel plezier detectives, 'literaire' thrillers of streekromans lezen. Laten ze dat vooral doen.
Grappig, ik zoek een goede foto van dit boek voor een recensie op ons blog en ik kom op dit blog. Wat een goede beschrijving. Het is sowieso niet mijn schrijver maar ik vond het boek goed genoeg om uit te lezen. Angstaanjagend en griezelig regelmatig, waardoor ik soms de neiging had het aan de kant te zetten. Ten diepste is het een dieptriest vehaal, wat de schrijver er natuurlijk ook wel mee wil zeggen. Hoe wreed!
BeantwoordenVerwijderenDank voor de lof. Van Weezel is een beginnend schrijver. Hij heeft nog alle kans om zich te ontwikkelen.
Verwijderen