maandag 13 augustus 2012

Franklin



Vroeger speelden we wel eens het spelletje ´bescheidenheid´: je noemt de titel van een boek waarvan je denkt dat de anderen in het gezelschap het gelezen hebben, terwijl jij het niet gelezen hebt. Je krijgt een punt voor elke medespeler die het boek inderdaad gelezen heeft. Heeft iedereen het boek gelezen, dan krijg je dubbele punten.

Een handvol jaren geleden had ik bij dat spel kunnen scoren met Tomas Lieske, want toen had ik nog niets van hem gelezen. Maar ja, je krijgt alleen punten als de anderen de auteur wel lezen en ik vrees dat Lieske een niet zo groot publiek heeft. Dat is jammer.

In 2010 las ik Een ijzersterke jeugd, Mijn soevereine liefde, Alles kantelt en Stripping & andere sterke verhalen, vorig jaar Grand Café Boulevard en nu heb ik eindelijk Franklin (bekroond met Libris Literatuurprijs en Inktaap) gelezen. Alle boeken zijn van hetzelfde hoge niveau.

In Franklin lopen veel opmerkelijke figuren rond. Allereerst natuurlijk de hoofdpersoon, een jongen met een rug die het niet helemaal doet, nadat hij als kind door zijn moeder is afgerost. Franklin heeft een wonderlijke fantasie, die schitterende verhalen oplevert. Verder lijkt hij geen angst te kennen en weinig scrupules. Het levert mooie scènes op, bijvoorbeeld in een duur restaurant waarin Franklin met zijn vriendin copieus gedineerd heeft, zonder dat hij een cent op zak heeft.

Franklins oom Charles heeft een duister oorlogsverleden en diens kompaan Niel is helemaal een vreemd figuur, met de doek voor zijn mond en zijn wijde rode jas aan. Charles bracht hem mee naar huis toen hij enkele jaren na de oorlog alsnog opdook. Zowel Niel als Franklin hebben zwarte kanten, wat ze fascinerend maakt. Met een zeker genoegen duwt Lieske ons achter hen aan, ook als we maar half willen. We zullen wel moeten, als we het verhaal willen volgen. Dan moeten we ook passages lezen die ons doen huiveren of kokhalzen.

Het leven van de ontheemde Franklin kruist dat van zijn oom Charles, die tegenwoordig in goede doen is, en van de wonderlijke Niel. En dan duikt ook nog het kleine zusje van Franklin op (Isabelle), dat hij eigenlijk niet kent. De dikke twaalfjarige ('Biggetje') wil haar grote broer voor zichzelf hebben en wil daarbij heel ver gaan.

Lieske toont ons een wereld die lijkt op de wereld die we kennen en die tegelijkertijd een stuk vreemder is, zodat je je er zowel vertrouwd als vreemd voelt. Maar het belangrijkste is Lieskes heerlijke stijl, die alles, alles, doet glanzen; die ervoor zorgt dat je niet meer kunt stoppen met lezen; die je opheft en meevoert en je weet niet waarheen. Het is gemakkelijk om nu met tien ondersteunende citaten te komen, maar ze doen alle de schrijver tekort. Lieske moet je gewoon lezen, maakt niet uit waar je begint; alles is goed. Ik ga Dünya aanschaffen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten