In NRC Handelsblad van 12 mei 2012 schrijft Heiba Targhi Bakkali een artikel over oosterse avondjurken. De markt daarvoor groeit in Nederland. 'Iedere vrouw voelt zich een prinses als ze een kaftan draagt'. Boven het artikel zette Targhi Bakkali de titel 'Opwaaiende kaftans', een duidelijke knipoog naar Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong.
Het was 1979 en ik was begonnen met het verkennen van de Nederlandse literatuur van dat moment. Ik had mij het jaar ervoor als lid aangemeld bij ECI en had daarbij drie boeken voor een tientje mogen bestellen, als ik mij goed herinner. Een van die boeken was Heeresma Helemaal van Heere Heeresma. Ik las Een vlucht regenwulpen van Maarten 't Hart en ik zag week na week, waarschijnlijk in Haagse Post, dat ik nogal eens los kocht, dat aan te top van de boekentoptien Opwaaiende zomerjurken stond. Van Oek de Jong.
Waarschijnlijk heb ik het boek in 1980 gelezen en er is ook nog een foto waarop te zien is dat ik Cirkel in het gras van De Jong lees. En daarna is het zo ongeveer gestopt. Hokwerda's kind heb ik nog willen lezen, maar het is er niet van gekomen.
Van Opwaaiende zomerjurken was ik overigens wel onder de indruk. De scène waarnaar de titel verwijst zie ik nog voor me: de hoofdpersoon zit bij zijn moeder achter op de fiets en naast haar fietst de buurvrouw met haar geestelijk gestoorde zoon Teunis. Hun jurken waaien op.
Misschien herinner ik mij de scène door de titel, misschien ook doordat ik ook wel eens bij mijn moeder achter op de fiets zat. Haar wijde rokken wapperden dan tegen mijn knieën, al zou mijn moeder er wel voor zorgen dat haar rokken niet opwaaiden: 'Schaand', zou ze gezegd hebben.
Opwaaiende zomerjurken was een kassucces. Wellicht is het het beste boek dat Oek de Jong ooit geschreven heeft. Na meer dan dertig jaar is in ieder geval de titel nog levend genoeg om op te lichten wanneer een krantenkop ernaar knipoogt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten