maandag 23 december 2019

Zwaartekracht (Annemieke Reesink)


'De christelijke Franca Treur' las ik als aanprijzing op een website. Het artikel ging over Annemieke Reesink en haar roman Zwaartekracht. Reesink en Treur zijn wel enigszins te vergelijken: In romans als Dorsvloer vol confetti en Hoor nu mijn stem tekent Treur een meisje dat afkomstig is uit een bevindelijk christelijk milieu, de hoofdpersoon uit de roman van Annemieke Reesink groeit op in een gezin dat kerkt bij de Gereformeerde Bond. Men leest er in ieder geval De waarheidsvriend.

Vera Koldink is nog geen vijftien als het verhaal in Zwaartekracht begint. Ze heeft een tweelingbroer, Bas, en een jonger zusje, Julia. Het gezin verhuist in 1991 uit de Achterhoek naar een dorp bij Utrecht. Het jaar ervoor is moeder Neeltje een tijdje opgenomen geweest, omdat ze 'de kluts kwijt' was.

In een passage wordt gesuggereerd dat de instabiliteit van moeder ontstaan is toen ze zwanger was van Vera en Bas, in een andere passage dat ze dat ook al op jongere leeftijd was. Vader Stijn denkt dat moeder zich overstuur maakt door het lezen van oudvaders en Vera denkt dat het lezen van een kunstboek, over Jheronimus Bosch, er ook iets mee te maken heeft.

Zwanger

Vera maakt kennis met de drie jaar oudere Leroy, van wie ze zwanger wordt als ze zestien is. Ze trouwen en dochter Kirsten wordt geboren. Intussen kan Vera zich niet meer vinden in de kerk waarin ze is opgegroeid en ze komt terecht bij een pinkstergemeente, waar ze zich laat herdopen. Ze trekt veel op met de overburen, Els en Gerben.

De evangelische christenen bespeuren overal de duivel en alles kan occult zijn. De sprookjes moeten het huis uit, evenals de boeken van C.S. Lewis en de cd's die niet christelijk genoeg zijn. Het parfumflesje dat Leroy van zijn oma heeft gekregen wordt een waar strijdpunt.

Vera raakt God niet kwijt, maar wel de kerk. Intussen gaat het ook niet goed met Bas en er komt spanning op de relatie tussen Leroy en Vera. Ze heeft Leroy een keer met een vrouwelijke collega gezien. Het stelde niet zo heel veel voor, maar Vera maakt er stampij over, waarna Leroy een tijdje buitenshuis verblijft.

Tussenhoofdstukjes

Het grote verhaal wordt chronologisch verteld. Tussendoor zijn kleine hoofdstukken uit eerdere perioden. Die zijn cursief gedrukt. Je kunt je afvragen hoe functioneel dat is. In de kleine hoofdstukjes krijg je iets meer te lezen over de ziektegeschiedenis van moeder, maar dat had ook verwerkt kunnen worden in de 'gewone' hoofdstukken.

Het perspectief ligt bij Vera, maar als het over de ouders gaat, worden die wel geregeld Neeltje en Stijn genoemd, wat opmerkelijk is, want Vera zal hen, hardop of in gedachten, nooit zo noemen. Ze kijkt er al van op als Julia haar ouders niet meer met 'u' aanspreekt.

Er wordt wel vaker wat gerommeld met het perspectief. Bij een ongelukje met een fietsles komt iemand met fiets en al terecht op 'die arme Vera'. Dat zal Vera niet zelf gedacht hebben en als ze 'haar lange benen' om het middel van Leroy slaat, zijn het niet Vera's ogen waardoor we dat zien.

Of dit citaat: 'Ze liekt Izebel wel, met al die smuk op eur gezichte,' zegt oma, die met Izebel een goddeloze koningin in de Bijbel bedoelt. Wie legt uit wat oma bedoelt? En aan wie?

Beroerd geredigeerd

Zwaartekracht is wel interessant, maar het is geen goed boek geworden, vooral doordat het beroerd geredigeerd is. Zelfs op correctieniveau zijn er opzichtige fouten in de tekst blijven zitten als 'het vermoeid haar', 'We worden hier omringt', 'al die rechtse christen' en 'aan mij zij'. Dat is maar een greep. God verschijnt in verschillende gedaanten: soms wordt hij aangesproken als 'Here', dan weer als 'Heere'.

Maar een redacteur had op meer punten in moeten grijpen. Op een gegeven moment lijkt Vera interesse te krijgen in een vader die ze ziet bij de peuterspeelzaal; dat draadje wordt verder niet afgehecht, de gedichten aan het begin van de twee delen maken geen sterke indruk, het slot van de roman is mierzoet. Enkele gedeelten waarin het verteltempo onnodig traag wordt, hadden moeiteloos geschrapt kunnen worden.

Misschien zit er gewoon te veel in Zwaartekracht:instabiele moeder, tienerzwangerschap, geworstel met geloof, homoseksualiteit, huwelijkscrisis. De grote lijn is daardoor minder  duidelijk.

Personages

De personages zijn niet altijd geloofwaardig. Els en Gerben kwamen op mij karikaturaal over en vader Stijn leest altijd over oorlogen, maar de oorlogen die op dat moment aan de gang of net achter de rug zijn (Golfoorlog, Bosnië, Sierra Leone) interesseren hem blijkbaar niet.

Als Vera boos is op haar vader denkt ze: 'Rotpapa, rotpapa!' Dat geloof ik al niet. Ik geloof wel dat moeder 'Grutjemutje' zegt als de cavia zich misdraagt, maar niet dat vader het dier 'tyfusrat' noemt. Het is blijkbaar lastig om het taalgebruik af te stemmen op de personages.

Ook in beschrijvende delen van het boek speelt de onzekerheid over de te kiezen stijl. Soms heb je het idee dat je een ouderwets kinderboek leest. Dan bijt de adem van de winter in Vera's wangen, en weet iemand 'zijn geliefde hoofddeksel nog maar net te redden van een wisse verdrinkingsdood.'

Van clichés is Reesink ook niet vies. Lippen zijn koraalrood en handen 'glijden over het heuvellandschap van haar schouders, haar borsten, haar buik.'

Stijl

Bij andere passages blijkt juist dat de schrijfster fris kan formuleren en humoristisch kan zijn. Enkele voorbeelden:
Op zondag trokken ze allemaal hun netste kleren aan en daalden ze de heuvel af naar de dorpskerk, waar stevig gepreekt werd en bedachtzaam gezongen, en waar het na de dienst voornamelijk over koetjes, kalfjes en het melkquotum ging. 
...en als de preek te lang duurt op zondagmiddag trekt het heel erge vloekwoord door haar hoofd, niet één keer, maar doorlopend, als de optrekkende motor van haar oom. 
Tante Jet en tante Wil lepelen bijbelteksten en valeriaandruppels bij hun schoonzus naar binnen.
Ik vermoed dan ook dat Reesink meer kan dan wat we in deze roman te zien krijgen en dat in Zwaartekracht een beter boek zit dan er nu uitgekomen is.

Het geworstel met het geloof wordt goed duidelijk gemaakt. Eigenlijk te duidelijk. Vaak is Reesink nogal expliciet in haar uitleg. Dan spreekt Vera zichzelf in gedachten toe. Die zinnen zijn cursief gedrukt. Daardoor wordt er wel erg veel ingevuld. Met wat meer vertrouwen in de lezer (of in zichzelf) had de schrijfster veel weg kunnen laten.

Achter in de roman wordt verteld dat de auteur ook ooit tienermoeder was, maar dat veel in het boek ook niet autobiografisch is. Toch lijkt dit me een verhaal dat voor de schrijfster noodzakelijk was. Misschien heeft het boek geleden onder de autobiografie: sommige dingen lijken er dan in te moeten, omdat ze nu eenmaal zo gebeurd zijn, of dat nu goed voor het boek is of niet.

Nu dit boek er eenmaal is, komt er misschien ruimte voor iets geheel anders. We wachten het af.

Misschien bent u ook geïnteresseerd in wat ik schreef over:
Hoor nu mijn stem (Franca Treur)
De erfenis van Adriaan (Johan Lock)
Refomeisje (Annemarie van Heijningen)
Zwarte dauw (Rachel Visscher)
Boven de straat hangt een witte lucht (Anne Büdgen)

1 opmerking:

  1. Het is zo jammer als de redactie niet goed is gedaan, vooral als de thematiek wel interessant is en de schrijver wel laat zien dat er meer in zit.

    BeantwoordenVerwijderen