Het is altijd lekker om te beginnen aan een boek van een auteur wiens werk je nog niet kent. Van Alex Boogers kwam ik de naam hier en daar tegen, vaak in combinatie met de titel Alleen met de goden. Er was ook iets met vechtsport, wat een zeldzame combinatie met literatuur is. Ik las met dat thema alleen De hoeken van de ring van Hans Moll. Maar ik had nog geen roman van Boogers gelezen.
Vaak is het een interview dat mij doet besluiten een boek te kopen. Deze keer was dat het gesprek in Kunststof. Dat ging over de nieuwe roman van Boogers, Onder een hemel van sproeten. De recensie in NRC Handelsblad (waarin een oude man een 'ouderling' wordt genoemd) was nogal negatief (twee ballen), maar hield me toch niet van aankoop af.
Harvey, Amy, Jacob
Het verhaal in het boek wordt verteld door Harvey, een zwarte jongen die op school gepest wordt. Hij is op zijn negende gestopt met praten na een gevecht tussen zijn dronken vader en zijn moeder waarin hij ingreep. Vader werd daarbij door moeder gedood met een kandelaar. Harvey begint pas weer te praten als het Joodse meisje Amy onder hem komt wonen.Ook heeft hij contact met de kreupele Italiaan Angelo, die op de ene bladzij een buurman wordt genoemd en van wie twee bladzijden verder wordt verteld dat hij een paar straten verderop woont. Die leest boeken en hij laat ook Harvey boeken lezen.
Dan is er nog de oude man Jacob, die ook wel Cor genoemd wordt, een weduwnaar, die veel rondzwerft bij het meer, waar hij een ijsvogel hoopt te spotten. Hij heeft daar Amy ontmoet.
Bij het begin van het boek is alles eigenlijk al achter de rug. In de proloog vertelt Harvey dat hij het verhaal zal vertellen, maar dat hij iedereen zijn eigen stem wil laten houden. We lezen dus wel het verhaal van Jacob (in de ik-vorm), maar verteld door Harvey. De stem van Amy haalt hij uit haar schrift, een dagboek dat ze schrijft op aanraden van dokter Bertrand, waarschijnlijk een psycholoog.
Dat Harvey het verhaal van Jacob zo gedetailleerd kan vertellen is niet zo geloofwaardig, ook al vindt hij zichzelf de ideale getuige. Blijkbaar is het schrijven belangrijk voor hem. Aan het eind van het boek is hij klaar met het schrijven van deze roman. Het lijkt erop dat hij eindelijk tot zijn recht is gekomen.
Buurt
De wijk waarin het verhaal zich afspeelt is niet erg opwekkend. Harvey zegt daarover:Je weet pas wat een buurt kan doen als je er echt woont, en als je er niet woont, dan denk je al snel dat iedereen overdrijft, of dat zulke wijken niet bestaan in Nederland, maar iedereen die er woont weet precies hoe het is, en daarom zeggen de jongens op straat vaak: 'Je weet toch.' De jongens weten hoe hun ouders zijn en hun ouders weten hoe moeilijk het is om de eindjes aan elkaar te knopen. Daarbuiten wonen de mensen voor wie het leven aan komt waaien, en die beweren vaak dat geluk of succes een keuze is. Dat er voor iedereen een weg naar buiten is. Maar dat ligt eraan of je de kracht hebt om te blijven lopen, of dat je ergens vast komt te zitten en er niemand is die je komt helpen.Met deze passage lijkt Boogers de critici voor te willen zijn die gaan beweren dat het wel een opeenstapeling van problemen is. Ook in dit boek zit iedereen dik in de problemen. De zwarte Harvey wordt uitgesloten en praat lang niet; Amy heeft een nare stiefvader, een oma met een kampverleden en ze loopt bij een psycholoog; Jacobs vrouw Claire heeft lang in een hospice gelegen voordat ze overleed toen hij de dood een handje hielp, maar Jacob blijkt ook nog een #metoo-verleden te hebben. Toen ik dat laatste las moest ik wel fronsen.
Alsof het allemaal nog niet treurig genoeg was. Op deze manier wordt het allemaal wel erg vet aangezet en dat doet, in mijn ogen, het boek geen goed. Hetzelfde bezwaar voelde ik bij het lezen van het boek van Lize Spit. Juist doordat het allemaal nog erger en nog uitzichtlozer moet, haakt de lezer op dat punt af. Deze lezer, in ieder geval.
Titel
Waarnaar de titel verwijst, wordt duidelijk in de volgende passage.Later, op mijn kamer, moest ik denken aan de woorden van oma, dat ze zei dat ik moest opkijken naar de hemel, juist als je het gevoel hebt dat iedereen je afbrandt. 'Kijk dan hoe de as omhoogwervelt, hoe de vlokken om elkaar heen dansen, elk stukje uniek en bijzonder, en daarachter is het licht, zie je? Voorbij de bewolking. Voorbij de vlokken. Zoek het licht onder een hemel van sproeten, lieverd. Wat moeten we anders?'We hebben niet een onbelemmerde blik op de hemel. Daar zitten anderen tussen die je afbranden, maar blijkbaar moet je daar doorheen kijken om zicht op het licht te houden.
De anderen proberen Harvey te vernederen en Amy krijgt het moeilijk met een stel jongeren onder wie enkele radicaal wordende moslims. Jacob krijgt het aan de stok met de stiefvader van Amy. Het zijn de verbrande stukjes waar je doorheen moet kijken. Harvey vindt de kracht om een boek te schrijven, Jacob stelt een daad, maar zal het ook niet redden en voor Amy is het wel heel lastig om het licht te blijven zien.
Erg opwekkend is Onder een hemel van sproeten dan ook niet. Het is lastig om in te grijpen in je leven of dat van een ander. Zoals Harvey schrijft:
Iedereen denkt dat hij iets had kunnen doen, maar de waarheid is dat je nooit precies weet wat je moet doen, en als je iets doet, dan gaat het vaak mis. Heel erg mis.De enige die het redt, is Harvey, doordat hij schrijft. Amy heeft zich ook een tijdlang aan de kunst vastgehouden, daarin gestimuleerd door haar docent beeldende kunst en bij Jacob was het de jazz die hem uittilde boven de dagelijkse ellende, zoals ook de hoop op het zien van een ijsvogel dat deed. De kunst tilt ons uit boven de wereld om ons heen, maar meestal helpt het maar tijdelijk, lijkt Boogers ons mee te willen geven.
Levenswijsheden
Dat meegeven is ook nog wel een punt. Vooral de docenten van Amy zijn nogal prekerig en strooien met levenswijsheden. Dat is in een wereld van lesplanners en studieprogramma's niet zo geloofwaardig, maar al dat boodschapperige werd me bovendien wel wat veel.Bijna iedereen in het boek strooit met levenswijsheden en soms zijn die onbegrijpelijk: 'Een wiel draait niet door de spaken in het wiel, maar door de ruimte tussen de spaken.' Het draaien van een wiel lijkt me nooit afhankelijk van de spaken en zeker niet van de ruimte ertussen. Boogers heeft het vaker over de tussenruimte, bijvoorbeeld als hij Harvey 'de blauwe noot' noemt:
'Je loopt tussen de regels, buiten de gebaande paden. Je bespiedt me, kijkt toe, en zegt nooit iets. En tegelijk hoor ik je, zie ik je, en ben je altijd aanwezig. Zoals een blue note in jazz.'Harvey ervaart de kracht van het isolement. Juist door niet tot de groep te behoren, door zich buiten het systeem te plaatsen, kun je waarnemen wat er gebeurt en er verslag van doen.
Weer werd ik gezien als de stomme zwarte, die nergens iets van begreep en die overal buiten stond. Maar dat was juist de beste rol die een getuige kon hebben. Ik moest overal buiten staan. Dat zag ik nu in. Ik moest overal tussendoor bewegen, precies zoals de oude man tegen mij had gezegd.Het is altijd dubieus om personages te linken aan de schrijver, maar het zou zomaar kunnen zijn dat ook Boogers zelf de positie van de buitenstaander koestert.
Spanning
Zoals gezegd, er is best wat aan te merken op Onder een hemel van sproeten: de ongeloofwaardigheid van het perspectief, de overdaad aan ellende, het strooien met levenswijsheden. En aan het eind suddert het nog een hele tijd door, terwijl je het idee hebt dat het verhaal eigenlijk al afgelopen is, maar dat boek van Harvey moest er nog in en dat kost (te veel) tijd. Toch heb ik me niet verveeld tijdens het lezen en sommige dingen doet Boogers erg goed.Op de twee spannendste momenten in het boek voert hij de spanning op door er een ander verhaal doorheen te snijden, waardoor het ontrollen de spannende verhaallijn vertraagd wordt. Een goede manier om de lezer bij de lurven te pakken.
Je blijft als lezer betrokken bij de personages en daardoor ook bij de thematiek: hoe uitzichtloosheid mensen ergens toe aanzet, hoe iedereen min of meer product is van zijn omgeving, hoe vergelding soms nodig is, terwijl het tegelijkertijd niets oplost. Dat had allemaal wat minder expliciet gemogen van mij, maar wellicht is dat ook een kwestie van smaak.
Maar wie een lezer 376 bladzijden lang behoorlijk kan boeien, doet toch het belangrijkste wat een schrijver moet doen: de lezer erbij houden. Dat is in ieder geval gelukt.
Hoi Teunis, ik heb een paar jaar terug "Alleen met de goden" gelezen. Afgaande op jouw bespreking van "Onder een hemel van sproeten", denk ik dat zijn eerdere boek een sterkere roman is, ik heb het in ieder geval met plezier gelezen. Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderen