maandag 14 juni 2021

Basisboek Historische letterkunde (Bas Jongenelen)

Toen ik op de middelbare school zat, lang, lang geleden, kregen we natuurlijk ook literatuur. We gebruikten daarvoor een beknopte literatuurgeschiedenis door Knuvelder, die we altijd Schets noemden, en een bijbehorende bloemlezing in twee delen. Later werkte ik als docent met boeken van Piet Calis en van J.A. Dautzenberg. Daarna kwamen er allerlei methoden, zoals Eldorado en Laagland. En nog veel meer die ik nu niet noem. 

Daarnaast zijn er natuurlijk de grotere literatuurgeschiedenissen, die niet meteen bedoeld zijn voor de middelbare school, zoals de vierdelige Knuvelder en uit deze eeuw de reeks delen die begint met Frits van Oosterom over de Middeleeuwen (Stemmen op schrift) en eindigt met Hugo Brems (Altijd weer vogels die nesten beginnen). Nooit helemaal gelezen overigens en dat zou ik eigenlijk wel moeten doen. 

Wel gelezen: Literatuur, een geschiedenis (1993) van o.a. Schenkeveld - van der Dussen/Anbeek. Steeds is de aanleiding van een bijdrage een gebeurtenis. Aan de hand daarvan krijgen we bredere uitleg over de context. Je kunt het boek helemaal doorlezen, zoals ik indertijd heb gedaan, maar het is ook een leuk grasduinboek. 

Bastiaanse

En dan zijn er nog planken vol oudere literatuurgeschiedenissen. Als tiener kocht ik bijvoorbeeld voor een prikkie het vierde deel van de literatuurgeschiedenis door Frans Bastiaanse. Dat vierde deel was het laatste en misschien was dat ook wel het interessantste: omdat de beschreven tijd vrij dicht staat bij de tijd van de auteur is er nog niet genoeg afstand om te zien welke schrijvers werkelijk de moeite waard zijn. Bastiaanse heeft dus allerlei schrijvers opgenomen die later vergeten zouden worden. 

Misschien is het werk van Bastiaanse helemaal niet zo bijzonder, maar in mijn leesgeschiedenis heeft het een rol gespeeld. In de loop der jaren heb ik verschillende literatuurgeschiedenis verzameld en toen ik las dat er een Basisboek historische letterkunde uitkwam, door Bas Jongenelen, was ik meteen geïnteresseerd. 

Genre

Jongenelen deelt zijn boek op per eeuw: de oudste periode ('Wat vooraf ging') en daarna een hoofdstuk voor elke eeuw, van de twaalfde tot en met de negentiende. Elke paragraaf begint met een tekst, waarna er verdere uitleg komt over het genre waartoe die tekst gerekend wordt. In de zestiende eeuw bijvoorbeeld gaat het achtereenvolgens over humanistenliteratuur, leesdrama, prozaromans, rederijkeshumor, spelen van sinne, esbattementen en liedjes. 

Het behandelen van de genres werkt best goed: je duikt in een tekstsoort en aan de hand daarvan wandel je door een deel van de literatuurgeschiedenis. De afwisseling tussen het lezen van literaire teksten en het lezen erover, vond ik zeer aangenaam. Soms zijn de teksten vertaald, maar niet altijd. Jongenelen ging ervan uit dat de lezer met enige moeite wel zou snappen wat er stond. 

Dat is ook wel zo, maar ik had niet altijd zin om de moeite te nemen, dus hier en daar heb ik ook wel een tekst overgeslagen of achteraf gelezen. 

Oude bekenden

In dit basisboek komen we natuurlijk oude bekenden tegen. Het zou raar zijn als bijvoorbeeld Lucifer van Vondel niet genoemd zou worden of Max Havelaar van Multatuli. Gezelle komt er overigens in mijn ogen wel een beetje bekaaid van af, maar goed, hij wordt wel genoemd. 

Gemiddeld genomen is het een mooie mix geworden van bekend en (voor mij) nieuw. In de achttiende eeuw bijvoorbeeld zijn bekenden: de boom waaraan Jantje pruimen zag hangen en van Poot het ontroerende gedichtje over zijn dochtertje Jakoba, dat met tegenzin ter snode wereld in trad, Sara Burgerhart en het Aapenland van Schasz. Maar we maken ook kennis met de toneelschrijfster Lucretia Wilhelmina van Merken, met het gedicht 'De negerslaaf' van Cornelius van Engelen en met poëzie van Juliana Cornelia de Lannoy. 

Bij veel paragrafen is er wel een alinea waarin veel auteurs worden opgesomd die soortgelijk werk hebben gepubliceerd. Ook al zijn het vaak alleen maar namen, ze maken wel nieuwsgierig. 

Lijntjes met het heden

Jongenelen heeft een luchtige manier van schrijven en in zijn uitleg trekt hij vaak een lijntje met het heden. De queesten in de Arthurromans vergelijkt hij bijvoorbeeld met games waarin de hoofdpersoon door het oplossen van opdrachten steeds door kan gaan naar een volgend level en 'Harba lori fa' brengt hij in verband met 'Als het gras twee kontjes hoog is.'

Verwijzingen naar seks zijn er in de oudere literatuur vaker dan ik in de gaten had. Jongenelen: 'Als een Middeleeuwer het liedje 'Er staat een paard in de gang' (1981) van André van Duin zou horen, dan zou hij zeker weten dat het over seks ging.' Het slot van het zinnetje dat lang gegolden heeft als het oudste in onze literatuur parafraseert Jongenelen als: 'Zullen wij ook het nest induiken, net als de anderen?'

Dat 'induiken' had natuurlijk twee woorden moeten zijn en ik trof ook aan 'de literatuurgeschiedenis die je nu in uw handen hebt', maar over het algemeen is het boek goed gecorrigeerd en zijn er weinig uitglijders op het taalpad. 

Soms kwam ik een doublure tegen. Over De leeuw van Vlaanderen wordt geschreven in de paragraaf over nationalisme en iets soortgelijks komt terug in de paragraaf over de historische roman. Het boek hoort in beide paragrafen thuis, maar het valt je als lezer wel op dat je informatie krijgt die je al had. 

Up-to-date

Op het vakgebied van de historische letterkunde ben ik waarschijnlijk niet helemaal bij, maar ik heb het idee dat Jongenelen alles goed heeft bijgehouden. Ook qua verwijzingen naar historische literatuur is de auteur alert: Willem die Madoc maakte kwam net te laat om meegenomen te worden, maar de verstripping van Max Havelaar (2020) staat erin. 

Het belangrijkste (voor mij) is dat ik nog meer zin heb gekregen om te gaan lezen in de oudere literatuur. Niet alleen in de auteurs die hij noemt (en hij noemt er gelukkig heel wat), maar ook andere die nog steeds ongelezen in mijn boekenkast staan, zoals Arend Fokke Simonsz of Jan ten Brink. Ik moet nog maar eens in gesprek met mijn boekenkast. 

Bas Jongenelen,  Basisboek Historische letterkunde. Uitg. kleine Uil, Groningen z.j. [2021]. 388 blz. € 37,50

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, ik heb het boek van Hugo Brems gelezen: https://erikleest.blogspot.com/2014/10/hugo-brems-altijd-weer-vogels-die.html. Uit mijn bespreking blijkt wel dat ik er niet erg enthousiast over was, ik vond het matig interessant, er worden veel te veel boeken en vooral gedichten en tijdschriften in veel te kort bestek besproken en veel van mijn favoriete schrijvers worden niet eens vermeld. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor je reactie, Erik. Ik heb het boek van Brems in de kast staan. Ik zal er eens naar kijken.

      Verwijderen