Vooraf: door de drukte met examens en correctie heb ik een achterstandje opgelopen met het plaatsen van recensies. Ik probeer in deze week een beetje in te lopen.
Vaak is voor mij niet helemaal duidelijk waarom ik een bepaald boek niet koop. Bij Confrontaties van Simone Atangana Bekono kan aanvankelijk meegespeeld hebben dat ik dacht dat het een vertaald boek was. Daar is niks mis mee, maar ik heb al zoveel moeite om zicht te houden op de Nederlandse literatuur, dat ik de buitenlandse maar mondjesmaat toelaat.
Maar al snel kan dat de reden niet meer geweest zijn: het boek van Atangana Bekono had aardig wat succes en ik las er het een en ander over. Toch heeft het nog geduurd tot na de uitreiking van de Libris literatuurprijs (die ik Jeroen Brouwers van harte gun) tot ik Confrontaties kocht. Geen spijt van gehad, trouwens.
In het begin leest Confrontaties als een jeugdroman. Misschien komt dat doordat de hoofdpersoon een middelbare scholier is. Salomé Atabong verblijft in wat de Donut wordt genoemd, een instelling voor jeugddetentie. Er zijn grofweg twee verhaallijnen: wat er gebeurt in deze instelling en hoe het allemaal zo ver is gekomen.
Hello Jungle!
In de instelling leren we de andere meiden kennen en de begeleiders. Een ervan heeft ooit meegedaan aan Hello Jungle! een programma dat erg lijkt op Groeten uit de rimboe, waarin autochtone Nederlanders (en Belgen, geloof ik) voor een tijdje gaan leven in een Afrikaanse plattelandsgemeenschap. Veel onwennigheid, veel communicatieproblemen en natuurlijk een botsing van culturen.
Het programma was niet bedoeld om er iets van te leren, maar om mensen te vermaken, zodat al gauw de indruk kon ontstaan dat de gemeenschap die de tv-gasten ontving exotisch was of primitief. Niet het algemeen menselijke werd benadrukt, maar juist die dingen waarin culturen van elkaar verschillen.
Salomé identificeert haar begeleider met het programma, waardoor hij voor haar meteen een racist is. Aangezien ze zelf half Afrikaans is (haar vader komt uit Kameroen), is ze niet van plan om lief en aardig tegenover deze man te zijn.
Dat ben ik
Aanvankelijk had ik wat bedenkingen bij dit stukje van de verhaallijn. Het is allemaal wel erg toevallig en het komt wel erg goed uit dat deze personages juist deze achtergrond hebben. Aan de andere kant werkt het wel. Salomé is in het verleden, ook in het recente, vaak geïdentificeerd met haar kleur of met andere aspecten van haar afkomst, maar ze is niet als persoon gezien. Niet voor niets eindigt Confrontaties met
'Mijn naam is Salomé,' zeg ik. 'Salomé Henriette Constance Atabong. Dat ben ik.'
Als je altijd gereduceerd wordt tot slechts een deel van jezelf, word je niet alleen boos (wat Salomé zeker is), maar het gevaar is dat je gaat geloven dat er wel iets in zit. Door haar eigen naam te noemen presenteert ze zich als volledig mens, als degene die ze is en voor wie ze wil staan.
Eerder stelde ze zich een parallel leven voor met daarin een andere Salomé, voor wie het leven gemakkelijker verliep. Aan het eind weet ze dat er geen andere Salomé. Dit is de Salomé die ze is, daar zal ze het mee moeten doen en dat is ook degenen die anderen maar moeten accepteren.
Confrontaties
De titel Confrontaties verwijst naar verschillende passages in de roman. Allereerst de confrontatie met twee klasgenoten, waarin Salomé een daad stelde door niet langer te pikken dat anderen haar pestten en zich boven haar stelden. Die confrontatie leidde uiteindelijk tot haar verblijf in de Donut. Ook na haar vrijlating zal Salomé overigens de confrontatie aangaan met een van haar aanvallers.
Maar Salomé gebruikt het woord 'confrontatie' ook in de volgende passage:
Dingen blijken meestal groter dan je in de eerste plaats dacht. Ze passen na een tijdje niet meer in de ruimte waar het eerst in zat. Elke keer weer de confrontatie met het feit dat de dingen niet zijn zoals jij ze had begrepen. Dat is de schok: dat het niet meer op de oude plekken past, dat is het gevoel van angst. Het horloge ligt niet in de la, de huid ruikt niet hetzelfde, het land is niet wat je dacht, je bent zelf niet eens wat je dacht. Je kunt het niet vasthouden. Je had het niet juist. Je zag niet wat je dacht dat je zag.
Er is dus een confrontatie tussen het beeld dat Salomé van de werkelijkheid heeft en hoe die werkelijkheid is.
In de Donut wordt Salomé nog geconfronteerd met de andere meisjes en hun lastigheden, maar ook met de begeleiders en zeker ook met zichzelf. Ze kan niet alleen maar boos zijn, ze moet ook verder. Haar vader, die ziek is, heeft haar weerbaar gemaakt. Zo heeft hij haar leren boksen. Maar hij is niet met haar gaan praten met haar mentor op school. Daarover heeft Salomé eerder nooit nagedacht.
Na de vrijlating
Dat nadenken over zichzelf gebeurt niet alleen in de Donut, maar ook als ze daar weer uit is en zich moet zien te redden zonder de structuur die ze tijdens de detentie had. Hoe lastig dat is, kennen we ook al uit andere literatuur. De eerste titel die me daarbij te binnen schiet is de verhalenbundel Bunkers bouwen van René Stoute.
Verder heeft Salomé vragen over de positie die ze inneemt in het gezin waarin ze opgegroeid is. Dat de buren hun hond laten poepen op de oprit van het gezin, komt door wat zij gedaan heeft en haar zus Miriam vindt dat het tegenwoordig allemaal wel heel erg om Salomé draait.
Schuld
Salomé heeft geen spijt van wat ze gedaan heeft, maar dat wil niet zeggen dat ze vrij van schuldgevoelens is. En hoe moet ze daarmee in het reine komen? Ze leest veel en ziet voortdurend parallellen met de verhalen uit de klassieke oudheid.
Ik las in dat boek van Oudheidkundige dat je als je helemaal in het begin van de Griekse beschaving een moord pleegde, naar het buitenland moest gaan en in het huis van een vreemdeling moest wachten tot je moordhand door de man des huizes met het bloed van een big werd gewassen. Als reinigingsceremonie. Ik vraag me af hoe dat tegenwoordig zou gaan. Hoe maak je iets destructiefs productief? Of in ieder geval weer soort van neutraal?
Bij de naam Salomé moest ik ook denken aan het bijbelverhaal waarin Salomé een wens mag doen, wat Johannes de Doper uiteindelijk de kop kost. Je zou kunnen zeggen dat (maar met behoorlijk wat verschillen) zoiets ook hier aan de hand is. Maar misschien is dat wat te gezocht.
Confrontaties leest als een trein, wat vooral komt door de duidelijke vertelstem: die van Salomé, die je maar al te graag wilt volgen. Soms zijn er wat maniertjes die ik een beetje zat werd. Als Salomé een woord nadrukkelijk wil zeggen (re-ha-bi-li-te-ren) zegt ze het lettergreep voor lettergreep. Dat komt erg vaak voor, ook als anderen aan het woord zijn.
Slot
Ook met het slot ging ik niet zomaar mee. Zou Salomé zoiets doen? Ik had mijn twijfels.
Maar eigenlijk vind ik dat niet van doorslaggevend belang. Simone Atangana Bekono heeft met Salomé een intrigerend personage geschapen, dat zich bewust wordt van haar positie en van wie ze is voor anderen en voor zichzelf. Een meisje dat haar weg moet zien te vinden naar haar toekomst en moet leven met haar verleden.
Het verhaal lijkt vrij eenvoudig, maar na het lezen geeft het veel om over na te denken. En Salomé zal ik niet snel vergeten. Ze heeft in mijn hoofd voortaan een plaatsje naast Lampje, Sandra (Het gym), Floortje Bloem, Bonnie (Superduif), Roos (Kaf) en al die andere heldinnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten