De Eerste Wereldoorlog loopt ten einde, aan beide kanten wachten soldaten op de wapenstilstand. Maar voor luitenant Pradelle komt het einde van de oorlog net te vroeg. Hij heeft nog een stunt nodig om tot kapitein bevorderd te worden. Hij stuurt twee van zijn soldaten op verkenning, die, tegen elke verwachting in, meteen worden neergeschoten. Er ontbrandt een gevecht.
Twee soldaten, Edouard Péricourt en Albert Maillard komen erachter dat Pradelle zijn eigen mannen heeft neergeschoten. Ze overleven het gevecht maar nauwelijks: Maillard wordt door zijn vriend nog net op tijd uitgegraven uit een ingestorte bomkrater en van Péricourt wordt de onderkaak weggeschoten. Bovendien zal Pradelle er alles aan doen om zich van hen te ontdoen.
Zwendel
Dan begint er een reeks van oplichterspraktijken. Maillard bezorgt zijn vriend een andere identiteit. Dat betekent ook dat hij de ouders van Edouard moet berichten dat hun zoon is omgekomen. Edouard die kunstenaar is, ontwerpt oorlogsmonumenten die hij verkoopt aan de verschillende gemeenten. Hij strijkt het voorschot op, maar levert niet. Met het geld wil hij naar de koloniën vluchten.
Ook Pradelle tracht zich door zwendel te verrijken. Hij vervoert omgekomen soldaten naar officiële begraafplaatsen, maar dat gaat bepaald niet volgens de regels. Intussen wordt hij ook zelf beduveld: zijn vrouw blijkt hem alleen nodig gehad te hebben als zaaddonor. Ze wilde alleen maar een kind.
Dat is in korte trekken het verhaal van Tot ziens daarboven, de strip naar de bekroonde roman Au revoir là-haut van Pierre Lemaitre. De verschrikkingen van de Grote Oorlog vormen het begin en daarna voelen de mannen die bijna hun leven hebben gegeven voor hun land zich verraden door de samenleving en schrikken ze niet meer terug voor zelfverrijking.
Een knauw door de opvoeding
Ze hebben gestreden voor een groot doel, maar vragen zich af of het dat allemaal waard is geweest. Maillard doet eigenlijk niet voor zichzelf mee, maar voor zijn vriend, die zijn leven heeft gered. Hij heeft weinig zelfvertrouwen: altijd heeft zijn moeder commentaar op hem gehad. In zijn hoofd geeft ze nog steeds commentaar.
Ook Edouard heeft een knauw gekregen door zijn opvoeding. Zijn vader probeerde hem met harde hand te krijgen waar hij hem hebben wilde, maar Edouard ging zijn eigen weg. Dieptepunt blijkt het moment dat vader hem in bed betrapte met een andere man.
Dat lijkt ook de reden dat Edouard niet terug wil naar zijn ouderlijk huis. Pradelle blijkt overigens de zwager van Edouard Péricourt te zijn. Je kunt dat een streek van het lot noemen, maar mij was dat net iets te toevallig. Ook zonder dat is het verhaal al schrijnend genoeg.
Illusies kwijtraken
Hoewel er ook wel wat vrolijkheid zit in Tot ziens daarboven is het vooral een boek dat laat zien hoe mensen hun illusies kwijtraken. Zo'n beetje alle levens storten in. Tegen de klippen op en ten koste van anderen proberen mensen er iets van te maken, maar tevergeefs. De enige die het misschien gaat redden is Albert Maillard, die door zijn moeder altijd als een mislukkeling werd gezien.
Hij is degene die in zijn leven zichzelf nooit op de eerste plaats heeft gesteld, maar ook hij is terechtgekomen in omstandigheden die hij eigenlijk zelf niet gewild heeft.
Tot ziens daarboven geeft een ontluisterend beeld van de mens. We proberen te overleven, maar dat toen we ten koste van anderen. We veroorzaken pijn en voelen pijn. Edouard weigert een prothese: hij wil niet dat het leven er mooier uitziet dan het is. Hij ziet er gruwelijk uit, ook voor de lezer.
Later ontwerpt hij fantasierijke maskers, maar maskers helpen maar voor een tijdje. Uiteindelijk doet het leven zich in alle uitzichtloosheid weer aan je voor.
Tekeningen
Christian De Metter heeft een tekenstijl die uitstekend past bij de thematiek van het boek. In zijn tekeningen aan het begin komt het morsige, het vuile, van de oorlog goed tot uitdrukking. Zijn lijnen zijn niet strak: altijd is de tekenende hand erin te zien. In de tekeningen is een gemengde techniek gebruikt. De inktlijnen zijn zowel met pen als met penseel gedaan, ook zijn er potloodlijnen te zien. De inkleuring is met waterverf en bij de tekeningen die dekkend ingekleurd zijn, zal er wellicht andere verf gebruikt zijn. Mijn kennis van de techniek is niet toereikend om dat scherp te zien.
In ieder geval is het strakke en het klinische altijd vermeden. Dat past goed bij het slordige leven dat de personages leiden en bij de duistere kant die het verhaal blootlegt.
De omslag van het album zette me een beetje op het verkeerde been. Een man, versierd met pauwenveren, lijkt op te stijgen naar de hemel. Misschien staat het voor de illusie die de mensen op de been moet houden. In het album heeft de scène veel meer zwaarte.
Tot ziens daarboven legt de vinger pijnlijk op een zere plek. Het is vrede, maar de mensen zijn niet bevrijd. Ze proberen op de been te blijven, maar ten koste van zichzelf en van anderen. Hier op aarde zal het allemaal niet lukken. Hopelijk wordt het 'daarboven' beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten