donderdag 24 oktober 2019

De acht bergen (Paolo Cognetti)


Van het lezen van buitenlandse literatuur komt het vaak niet bij mij. Ik kan de Nederlandse al niet bijhouden en dan wil ik ook nog strips/graphic novels lezen. Af en toe is er toch een buitenlands boek dat ik tot mij neem. Onlangs schreef ik over Shusako Endo en ik heb ook wel eens wat van andere internationaal bekende auteurs gelezen.

Van een blije leerling kreeg ik bij de diploma-uitreiking in juli van dit jaar De acht bergen van Paolo Cognetti, samen met een grote fles Italiaanse wijn, die verrukkelijk bleek. Alleen al vanwege de geefster kon ik het boek natuurlijk niet ongelezen laten. In de zomervakantie kwam er niet van, maar nu het herfstvakantie is, heb ik het gelezen.

De hoofdpersoon in De acht bergen is Pietro Guasti, die in het begin van het boek nog maar een jongetje is. Hij woont met zijn ouders in Milaan, maar ze gaan elk jaar naar het dorpje Grana. Vader Giovanni maakt veel bergtochten, later samen met zijn zoon. Hij wil alle toppen in de omgeving bedwingen.

Vriendschap

In de zomers trekt Pietro veel op met een leeftijdsgenoot, Bruno. Ze sluiten vriendschap. Die gaat niet altijd over een vlakke weg, maar ze blijven aan elkaar verbonden. Dat geldt eigenlijk ook voor vader en zoon Guasti. Pietro wil op een gegeven moment niet meer mee met zijn vader en nog weer later overlijdt vader. Maar vader en zoon blijven wel met elkaar verbonden, al was het maar doordat vader hem een bouwval nalaat en een stukje grond op een berg. Samen met Bruno bouwt Pietro het huis tegen de bergwand op.

Pietro is niet iemand die gemakkelijk op dezelfde plek blijft: als documentairemaker trekt hij weg, bijvoorbeeld naar de Himalaya. Een oude Nepalees vertelt hem de metafoor van de acht bergen: in het centrum van de wereld staat een heel hoge berg, de Sumeru. Rond de Sumeru bevinden zich acht bergen en acht zeeën.

Omtrekkende beweging

Vader was bezig de verschillende bergtoppen bij Grana de bedwingen en Pietro is ook een klimmer, maar zijn actieradius is groter. Bruno blijft wonen op de berg. Eerst op de boerderij van zijn oom, later in het huis dat hij samen met Pietro heeft gebouwd. De berg is het centrum van zijn wereld, zijn Sumeru, terwijl Pietro een omtrekkende beweging maakt en zijn acht bergen beklimt.

Daar heeft hij het over met Bruno, die hem daarop vraagt wie van de twee iets goeds tot stand brengt.
'Jij,' antwoordde ik. Niet alleen om hem een hart onder de riem te steken, maar ook omdat ik dat echt geloofde. Ik denk dat hij dat ook wel wist. 

Symboliek

De acht bergen is een mooi boek. Misschien is de symboliek van de acht bergen net iets te zwaar aangezet. Het boek heeft het niet nodig. De loyaliteit tussen de twee vrienden is mooi verbeeld en ook de problematische relatie die Pietro met zijn vader heeft wordt met bescheiden middelen duidelijk gemaakt.

Verder is er de charme van het landschap, dat nadrukkelijk on-Nederlands is. Charme is niet het goede woord; het landschap is ook onverbiddelijk, zeker in de winter. Maar je kunt niet anders dan de natuur accepteren. De grootsheid ervan is onontkoombaar en de mensjes zijn maar klein, vergeleken met bijvoorbeeld een berg. En, ach, dat getob en dat gestreef van die mensjes! Maar ook zij zijn maar in een leven gezet waarin ze hun weg moeten zoeken.

Over wat er precies speelt tussen de vrienden (en eigenlijk ook tussen vader en zoon Guasti) wordt gelukkig weinig uitgelegd. Cognetti toont ons wat er gebeurt en laat ons horen wat er gezegd wordt. Bruno laat meestal niet het achterste van zijn tong zien, dus de mensen om hem heen moeten soms raden naar wat er werkelijk in hem omgaat. Mensen zijn ten diepste een raadsel, niet alleen voor anderen, maar ook voor zichzelf, en het is alleen maar goed dat de schrijver dat raadsel laat bestaan.

Eenzelvigheid

Alle personages kennen een zekere eenzaamheid, behalve de moeder, die vriendschappen weet te onderhouden. Misschien is 'eenzelvigheid' een beter woord, want de personages kunnen goed alleen zijn, met zichzelf, met de bergen. Ze zijn verbonden aan het landschap, of ze dat nu willen of niet en of ze er nu wel of niet blijven. Pietro verovert, net als zijn vader, bergen, maar misschien veroveren de bergen hem wel. Bruno komt niet weg bij zijn berg. Hij wil niet weg, maar hij zal het ook niet kunnen. De berg is groter dan de mensen, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. Zijn vrouw beseft dat ze nooit met de berg zal kunnen concurreren.

De acht bergen is niet een ingewikkeld verhaal, maar de personages zijn complex. Dat is een mooie combinatie, die goed werkt. Het boek is goed verkocht, in veel landen en ook in Nederland. Dat is niet zo vreemd: lezers kunnen er gemakkelijk iets in herkennen. Als ze ooit in de bergen zijn geweest, herkennen ze wat bergen met je kunnen doen, en iedereen heeft wel vriendschappen waarin voor sommige zaken geen woorden (nodig) zijn en iedereen weet dat er raadsels zijn het leven die niet ontward zullen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten