donderdag 13 december 2018

Familieziek (Peter van Dongen)


De Stripschapprijs heeft aardig wat aanzien. Het is alleen de eer, want een bedrag is er niet aan verbonden, maar het is voor een stripmaker mooi als hij in het rijtje prijswinnaars terechtkomt. Dit voorjaar viel die eer Peter van Dongen te beurt.

Het was goed voor de verkoop van zijn werk. Familieziek, Van Dongens verstripping van de gelijknamige roman van Adriaan van Dis had al snel een volgende druk nodig. Deze graphic novel kwam eind 2017 uit. Indertijd heb ik er niet over geschreven. Dat maak ik bij dezen (een beetje) goed.

Van Dongen is al jaren een grote naam, voornamelijk gebaseerd op het tweedelige Rampokan (2004/2006). Over Drie dagen in Rio was de pers minder eenstemmig positief. In 2014 verscheen Weg uit Indië. Dit jaar trok hij de aandacht met een album van Blake and Mortimer in samenwerking met Teun Berserik.

Indertijd ging Rampokan aan mij voorbij: te veel met andere dingen bezig dan met strips. Wel las ik er het een en ander over. De tekeningen die ik zag, deden mij denken aan die van Joost Veerkamp, die ik in mijn jeugd in Vrij Nederland zag. Misschien ook vanwege het onderwerp: ik herinnerde me de afbeelding 'Javaanse jongens'.

Klassieke stijl

Van Dongen hanteert een klassieke, heldere tekenstijl: de lijnen altijd even dik, weinig kleurnuances, realistische weergave. Technisch is het tekenwerk uitstekend en het klassieke past goed bij het onderwerp: Indische Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland moesten zien te aarden.

Het jongetje dat de hoofdpersoon is in Familieziek houdt zich staande door figuren te fantaseren: een 'schaduwbroer' en een 'spiegelpiloot'. Zo vlucht hij in zijn hoofd, als de omgeving hem te hard valt. Het gezin woont in het Koloniehuis, samen met andere gezinnen. De man in het gezin, meneer Java, is getraumatiseerd en dat is voor iedereen zwaar.

De situatie van de hoofdpersoon, de jongen, de poetser, is goed opgeroepen door Van Dongen. Eenduidigheid is 'gemakkelijk' weer te geven, maar veel dingen in Familieziek zijn juist niet eenduidig, zoals de verhouding tussen de jongen en meneer Java. Meneer Java kan hard en zelfs gewelddadig tegen de jongen zijn, maar die heeft ook sympathie en misschien zelfs bewondering voor hem. Dat dubbele komt goed over bij de lezer.

Mooie oplossingen

Bovendien kiest Van Dongen verschillende keren mooie oplossingen: Meneer Java kijkt uit het raam als de dochters en zijn vrouw het huis verlaten, maar eigenlijk ziet hij hen niet. Moeiteloos wordt de lezer meegenomen van het raam in de kustplaats in Nederland, naar een veranda in Nederlands-Indië. We zien het uitzicht dat meneer Java in zijn hoofd heeft.

Als de buurt klaagt over de swingende jazzmuziek die te hard staat in het Koloniehuis, zien we Glenn Miller die afwacht, met de trombone uit zijn mond. De twee voorbeelden zijn daarom zo goed getroffen omdat ze direct te maken hebben met het thema van het boek: dat er een wereld binnen het hoofd, in de verbeelding, is en een wereld daarbuiten. Die binnenwereld is misschien zelfs het belangrijkst.

Verder geeft het verhaal een goed beeld van de positie van de Indische Nederlanders in Nederland: ze horen er niet echt bij en voor zoiets als een trauma is geen begrip. De oorlog? Die is toch voorbij?

Nergens bij horen

De jongen heeft bovendien de moeilijkheid dat hij ook niet bij de Indische wereld hoort. Tussen de Indische mensen is hij degene met een witte huid. Zoals Van Dis schreef over de hoofdpersoon in zijn debuut Nathan Sid: Nathan was er wel gemaakt, maar niet geboren. Tussen de Nederlanders is de jongen Indisch, tussen de Indische mensen is hij Nederlander. Hij zal in zijn eentje zijn weg moeten zoeken.

Het is altijd lastig om de verstripping van een roman te lezen als een zelfstandig boek, terwijl de oorspronkelijke roman bij het lezen in je hoofd ziet. Maar Peter van Dongen heeft van Familieziek wel echt zijn eigen boek gemaakt, met veel respect voor het werk van Adriaan van Dis.

Nostalgie

De verhaallijn is helder, zodat je goed kunt doorlezen. Dat is altijd prettig voor een eerste lezing. Bij een tweede lezing vallen de details in de tekeningen meer op. Ik vroeg mij af hoe nostalgisch Familieziek is. Voor mijn gevoel wel een beetje, maar misschien komt dat doordat ik een sentimentele oude man ben. Alleen al het zien van zo'n gebouw als het Koloniehuis doet mij goed. Waarschijnlijk omdat de bouwstijl mij herinnert aan gebouwen die ik in mijn jeugd zag.

Ook het verhaal heeft nostalgische trekken: omdat het leven in Nederland hard is, wordt het leven in Nederlands-Indië verheerlijkt. Soms zijn het de mooie herinneringen, die plotseling opkomen, soms wordt erover gefantaseerd. De jongen kent het land immers alleen uit de verhalen.

Nostalgie heeft de neiging een zoetheid aan een boek te geven. Dat is alleen te verteren als er ook een andere kant is. Die is hier zeker. Net als de verbeelding is de nostalgie een mogelijkheid om te ontsnappen aan de werkelijkheid.

Eigenlijk wordt in Familieziek de kiem getoond van het schrijverschap van Adriaan van Dis (als we even zo vrij mogen zijn om 'de jongen' gelijk te stellen aan de schrijver. Ook in Nathan Sid zagen we al dat Nathan zich verkleedde als piloot, om op die manier de rest van het gezin te vermaken. Ook  toen al wendde hij zich tot de fictie, zou je kunnen zeggen.

Uiteindelijk heeft dat een fors oeuvre aan romans en verhalen opgeleverd. Dat dat werk aansluit bij Van Dongen ligt voor de hand: ook hij put uit zijn persoonlijke geschiedenis, door in de onderwerpkeuze dicht bij zijn Indische roots te blijven. Dat zal hem geholpen hebben om met betrokkenheid dit verhaal in tekeningen te vertellen.

Familieziek toont aan dat Van Dongen terecht in het rijtje met grote stripmakers is opgenomen.



Familieziek is verschenen bij uitgeverij Scratch.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten