dinsdag 20 juni 2023

Worst Case Scenario (Michiel Bonset / Richard Raaphorst / Eron Sheean)

Vraag voetbalkenners naar de finale van het WK voetbal in 1974 en er komt een nationaal trauma aan het licht. Nederland speelde tegen West-Duitsland  en 'wij' waren de beste, is de mythe: we kwamen op voorsprong nog voor de Duitsers aan de bal waren geweest. Maar uiteindelijk verloor Nederland. Op de achtergrond zal voor veel mensen de oorlog meegespeeld hebben: de Duitsers hadden nog wat tegoed. 

Een beladen wedstrijd, die na afloop nog extra lading meekreeg. 'Zijn we er tóch ingetuind', riep Herman Kuiphof. Bij elk volgend treffen met die Mannschaft kwam de frustratie weer boven en misschien voelt een enkele verstokte voetballiefhebber nog af en toe de pijn. 

Aanpassingen

Deze wedstrijd speelt een rol in de strip Worst Case Scenario. Er zijn wel wat aanpassingen gemaakt: zo wordt de wedstrijd niet in München gespeeld, maar in Rotterdam en bij Nederland staat Eddy Treytel op doel. In werkelijkheid zat hij wel bij de selectie, maar alle wedstrijden werden gekeept door Jan Jongbloed. De historie is nadrukkelijk aanwezig, maar de stripmakers gaan er speels mee om. 

Die speelsheid blijkt ook uit andere verwijzingen. De presentator op tv is IJf Blokker, een van de passagiers in een trein is Sjef van Oekel en bij de natuurbeelden is het schilderij De bedreigde zwaan van Jan Asselijn te herkennen. Leuke dingen voor de lezers. Niet erg als je ze mist, maar leuk als je ze vindt. Er zullen er wel meer zijn. 

Bij het begin van de strip is het de dag voor de finale in 1974, op het Hollandse platteland: weilanden, water, molens. Was wappert aan de lijn, kinderen spelen buiten. Die beelden roepen vredigheid en onschuld op. Een boer op een trekker, die een pijp rookt - de nostalgie wordt flink gekieteld. 

Verstoring

Doordat de vredigheid zo benadrukt wordt, is de verstoring ervan des te bruter. Het begint ermee dat twee kinderen een IJzeren Kruis uit de oorlog vinden, een kruis van verdienste zoals sommige Duitse soldaten die wel droegen. In het midden staat een hakenkruis en het zit aan een kettinkje, waarbij ik me afvraag of dat laatste historisch wel klopt. 

De volgende dag loopt de spanning op: op de ene plaats is er het afgeladen stadion met het opgefokte publiek, op het platteland is het de boer (de vader van de kinderen) die zich toegang verschaft tot een ondergrondse bunker. De hond loopt hem na en de kinderen volgen de hond. Een van de kinderen haalt in de bunker een hendel over en daarna komen allerlei duistere machten vrij: zombies, Duitse soldaten met half vergane lichamen en half robot, bedekt met maden, luchtballonnen die zich over het land verspreiden. Al gauw waren dood en verderf rond. Overal is geweld en het groeit uit tot apocalyptische proporties. Ook in het stadion ontkomt men niet aan de invasie van de zombies. 

Steeds als je denkt dat de top bereikt is, doen de stripmakers er nog een schepje bovenop. Dat heeft  wel iets grappigs, maar doordat er keer op keer op dat aambeeld gehamerd wordt, maakt het op den duur toch wat minder indruk. Wat wel goed werkt, zijn de contrasten die steeds terugkomen: de huiselijke was aan de lijn met rode bloedspatten, verdwaasde koeien te midden van de chaos, een onschuldig bloempje terwijl de maden uit de lucht vallen. Maar van de overdaad van geweld en bloed en smerigheid werd ik wat gelaten. Waarschijnlijk ben ik niet de beoogde lezer; anderen zullen ervan genieten.  

Herkomst van het verhaal

Het verhaal is gebaseerd op een screenplay van Bart Oosterhoorn en Miguel Tejada Flores. Een film is dat uiteindelijk niet geworden. Het idee voor de strip is van Richard Raaphorst en Eron Sheean. De naam van de laatste prijkt nadrukkelijk op de cover, maar wat hij precies gedaan heeft, wordt me niet duidelijk. De tekst is van Michel Bonset

Het verhaal heeft vaart en de tekeningen dragen daaraan bij: veel dynamiek, schwung, lekker getekend. Raaphorst wisselt veel van perspectief, wat veel variatie geeft. Bij nadere beschouwing gaat er wel eens wat mis in de details. Het is zomer, maar de koeien zijn pluizig, wat ze alleen zijn als ze hun wintervacht hebben. In de jaren zeventig hadden bovendien bijna alle koeien nog horens, maar niet in de strip. Voor op de brandweerauto staat 'Brandweer' in spiegelbeeld, wat toen ook nog niet het geval was.

De boer heeft een pijp in zijn mond en die was blijkbaar lastig te tekenen. Niet alleen heeft die soms een rechte en soms een gebogen steel, maar het perspectief lijkt verschillende keren net niet te kloppen. Ach, het zijn kleinigheden, die alleen opvallen als je heel nauwkeurig kijkt. Gemiddeld genomen is alles goed getekend, met een enorme souplesse. 

Ook op de tekst is weinig aan te merken. Over het algemeen ondersteunt die het verhaal. Nou ja, toch een detail: geen zeeman zegt dat het anker 'opgelicht' is. Ankers worden gelicht. Maar ook hier: dat opmerken is muggenzifterij. 

Worst Case Scenario is origineel qua gegeven, fijn getekend, met vaart verteld. Maar je moet wel van dit soort verhalen houden. De blubberige bloederigheid wordt verteerbaar gemaakt door de luchtigheid, die er zeker ook is, maar voor mij was het effectbejag te nadrukkelijk en werden hier van te dik hout planken gezaagd. Een ander zal dat wellicht juist waarderen. 

Titel: Worst Case Scenario
Tekst: Michel Bonset
Tekeningen: Richard Raaphorst
Kleur: Robin Raaphorst
Uitgeverij L
144 blz. 29,95 euro (hardcover)

2 opmerkingen:

  1. Beste Heer Bunt. Dank u voor deze fijne review. Wij hebben hard gewerkt en zijn zelf ook erg blij met het resultaat. Als ik toch even de mug mag ziften: Het lied dat de schipper zingt is van Marius A. Brands Buys (1874-1944) en gaat als volgt:

    Het vertrek.
    Het uur van ons vertrek is daar, hoezee!
    Ons vaartuig is al kant en klaar, hoezee!
    Ja de ankers worden opgelicht,
    En ieder roept met blij gezicht,
    Naar zee, naar zee, naar zee,
    Naar zee, naar zee, naar zee.
    Men hijscht de zeilen frisch in top, ha, ha!
    Wij hebben vlag en wimpel op, ha, ha!
    Ik doe mijn plicht met al mijn maats,
    Want ieder weet zijn zaak en plaats,
    Ha, ha! ha, ha! ha, ha!
    Ha, ha! ha, ha! ha, ha!
    Verdord, dit is een uitgaansdag, ja, ja!
    Waarop men vroolijk wezen mag, ja, ja!
    Want Neêrlands oude Koopvaardij
    Is weer langs alle zeeën vrij,
    Ja, Ja! ja, ja! ja, ja!
    Ja, ja! ja, ja! ja, ja!

    Nu kan het natuurlijk zijn dat de oude Marius nog nooit een schip van dichtbij zag en al helemaal niet wist of hij een anker moest oplichten of slecht lichten, maar als je niemand meer kan vertrouwen, waar blijven we dan nog?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Geachte heer Bonset,

      Hartelijk dank voor de correctie. Ik vind het oplichten nog steeds verkeerd, maar het komt op het conto van van Brands Buys. Geen schipper zal het hebben over zijn 'vaartuig' vermoed ik en de zin 'Wij hebben vlag en wimpel op', vertrouw ik ook niet.

      Heb het goed,
      Teunis

      Verwijderen