dinsdag 22 januari 2019

Hoe alles moest beginnen (Thomas Verbogt)


Al verschillende keren heb ik gezeurd over de titels van Thomas Verbogt. Altijd een beetje vaag en ze lijken inwisselbaar. Ook Hoe alles moest beginnen is, voor mijn gevoel tenminste, niet een krachtige titel die ik met gemak zal onthouden. Maar het gaat natuurlijk om het boek, niet om de titel.

Van dat boek verwachtte ik wel wat. Ik zette het op plaats 5 in het lijstje met de beste boeken van 2017 die ik niet gelezen heb. De verkoopcijfers waren ook goed: drie drukken in augustus, september en oktober 2017 en een vierde druk in oktober 2018. Die laatste kocht ik. Het lijkt erop dat Verbogt doorgedrongen is bij een wat groter publiek.

Beschouwende hoofdpersoon

Dat mocht ook onderhand wel. De romans van Verbogt zijn allerminst spectaculair, maar ze zijn sfeervol, geschreven in een nauwkeurige, licht poëtische stijl en je kunt gemakkelijk meeleven. De hoofdpersoon is meestal een beschouwer, die zichzelf en de wereld om hem bekijkt en bepeinst. Niet zo'n doener. Thomas in Hoe alles moest beginnen constateert over zichzelf: 'dat ik iets miste, het vermogen verbinding te maken met alles en iedereen om zich heen.'

Bij hem in de straat woont Licia (Alicia), met wie hij hecht bevriend is. Laten we het maar liefde noemen. Licia's moeder sterft op jonge leeftijd. Haar vader verhuist later met zijn nieuwe vriendin en Licia naar Italië. Thomas en Licia zitten dan net op de middelbare school.

Weg maar aanwezig

Licia is weg, maar ze blijft aanwezig. In Thomas' gedachten, maar hij zoekt haar ook daadwerkelijk op, als hij eenentwintig is en als hij bijna veertig is. Als ze drieënzestig zijn, ontmoeten ze elkaar weer. Samen gaan ze kijken in de straat waar ze als kind hebben gewoond. Dan worden ook wat dingen uit het verleden duidelijk. Zo wordt de cirkel rond gemaakt.

De liefde tussen Thomas en Licia wordt teer beschreven. Dat kan Verbogt goed, omdat hij niet zo stellig is. Hij weet niet alleen de zekerheid, maar ook de twijfel goed weer te geven. De verteller wantrouwt zijn geheugen. Hij weet soms niet zeker wie van de twee iets gezegd heeft en of het dan gezegd is op de manier die hij zich herinnert: 'Misschien zei Licia het niet zo, maar zo herinner ik het me.'

Je zou kunnen zeggen dat Thomas niet zeker weet of hij zich iets herinnert of dat hij het verzint. Dat laatste zou niet zo vreemd zijn: Thomas is schrijver en dus per definitie een verzinner. Maar ook Licia gaat graag mee in de wereld die de twee samen oproepen: 'We konden buiten adem raken van wat we verzonnen.'

Toen Thomas drie jaar oud was, heeft hij langdurig in het ziekenhuis gelegen, afgezonderd van zijn ouders. Daar word je natuurlijk wel observerend, beschouwend van en dat zal ook de bron zijn van het verzinnen van een wereld. Zo'n verzonnen wereld houdt de werkelijke wereld leefbaar.

De loop der jaren

Als Licia naar Italië vertrekt, weet Thomas dat hun levens met elkaar verbonden zullen blijven. Hoe ver ze ook uit elkaar zijn, in de loop van het leven zullen ze elkaar steeds opzoeken. Dat is natuurlijk eerder gedaan, bijvoorbeeld in De eenzaamheid van de priemgetallen van Paolo Giordano en bij veel meer boeken, maar het werkt wel goed.

In de loop der jaren lijken er dingen te veranderen: als Thomas Licia in Italië bezoekt, is hij weinig meer voor haar dan 'een vriend', maar hun levens blijven verbonden. Blijkbaar is er ook iets wat altijd hetzelfde blijft.

Het is een liefdesgeschiedenis zoals die al vaak beschreven is: twee geliefden, die eigenlijk bij elkaar horen, maar toch niet lange tijd samen kunnen zijn. Daarover schreef bijvoorbeeld Arthur van Schendel al in De wereld een dansfeest. Dat de thematiek bekend is, is overigens geen bezwaar. Het is een verhaal dat je elke keer weer opnieuw kunt vertellen en Verbogt doet het op zijn eigen manier.

Ons kan niets overkomen

Als de twee uit elkaar raken, kan er ook van alles met een van de twee gebeuren. Ze zeggen tegen elkaar dat hun niets kan overkomen, zolang ze samen zijn. Die passage doet denken aan Blazen tot honderd van Geert van Beek (ook een auteur met de wortels in Nijmegen), waarin de jongen het meisje verzekert dat haar niets kan overkomen, als hij bij haar is. Ze verdrinkt op het moment dat hij er niet bij is.

Ook Licia komt in de problemen. Op een gegeven moment wordt ze zelfs verdacht van betrokkenheid bij een terreurbeweging. Thomas hoort het en gaat haar opzoeken in Duitsland. Hoe hij feilloos het huis kan vinden, wordt niet duidelijk en ook niet hoe het kan dat de pers helemaal niet in de gaten heeft dat Licia zich in het huis bevindt. Het kwam als zeer onwaarschijnlijk bij me over.

Bij het lezen had ik wel meer bedenkingen. Het niet-exacte, het vage, is een van de charmes van het boek, maar ik werd het ook wel eens zat. Dan was het me allemaal te week, te donzig. Zo'n passage, bijvoorbeeld:
Na al die jaren dringt het tot me door dat er iets is waarvan ik geen idee heb. In het leven van Licia dat ik door en door ken, althans het leven dat we deelden, ik ken het net zo goed als mijn eigen leven, moet ik naar iets zoeken waaraan ik nog nooit gedacht heb, maar ik weet niet waar ik met zoeken moet beginnen. Ik hoor het mezelf hardop zeggen achter het stuur van mijn auto: er is iets. Ik hoor het me een paar keer zeggen, steeds luider: 'Er is iets.' 

Nadrukkelijke symboliek

In het huis in Duitsland vindt Thomas een pistool. Hij pakt het in zijn hand, strekt zijn arm en richt. We krijgen dan een hele uitleg over al datgene waarop Thomas richt in zijn leven. De nadrukkelijke symboliek en dan ook nog de uitleg maakten voor mij het boek niet aantrekkelijker. Hier had de schrijver best wat meer te raden over kunnen laten.

Aan het eind, als Thomas en Licia hun oude straat bezoeken, doet Licia twee bekentenissen. Dat is er misschien ook wel eentje te veel. Waarom moet alles uitgelegd worden? Waarom niet volstaan met de suggestie?

Hoe alles moest beginnen is best een mooi boek, maar het feit dat ik 'best' gebruik, zegt al iets. Ik gun Verbogt het succes, maar ik weet niet of dit boek nu beter is dan bijvoorbeeld Perfecte stilte of Als de winter voorbij is. Eerlijk gezegd had ik er iets meer van verwacht, maar misschien waren domweg mijn verwachtingen te hoog.

Verbogt is goed in stijl en in sfeer, maar een beetje verhaal kan geen kwaad in een roman. Daardoor dobber je als lezer meer dan dat je ergens heen vaart. Dat is aangenaam, maar het is met toch te weinig.

Eerder schreef ik, behalve over de genoemde boeken, over Kleur van geluk en Herfst in het oosten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten