vrijdag 18 januari 2019

Duitsche autoriteiten, tankgasstations, vlaggen en wimpels (Wie, wat, waar? 6)

 


In de vorige bijdragen (klikken en dan scrollen) over Wie wat waar? Jaarboek 1942 nam ik zo'n beetje de eerste honderd bladzijden van het jaarboek door. Nu het volgende deel.

Er zijn wenken 'Voor den amateur tuinier' en daarna een deel over 'De moestuin', compleet met 'Wat te doen met afgevallen en minder mooi fruit?' Daarna de betekenis van keurmerken ('waarborgen' op goud en zilver) en een tabel met 'Macht, vierkantswortel, derde machtswortel.'

Nederland in getallen

Daarna staatjes, lijstjes, over Nederland: de oppervlakte van het grondgebied en het aantal inwoners, per gebiedsdeel en per provincie. Hoe nauwkeurig zal dat geweest zijn? Suriname telt bijvoorbeeld maar 171.000 inwoners, wat niet zo heel veel meer is als Curaçao (101.000). Zouden daarbij de inwoners zijn geteld die wij toen 'indianen' en 'bosnegers' noemden? In Suriname wonen overigens in 1941 veel minder Europeanen dan op Curaçao: 2.000 tegen 70.000.

We krijgen verder nog aardige weetjes, zoals de oppervlakte van de 'hoofdsteden der provincie' en een lijst van 'Gemeenten in Nederland met meer dan 10.000 inwoners', de 'Markten hier te lande', de 'Vreemde consulaire vertegenwoordiging hier te lande', het 'Verbruik van sigaren, sigaretten en tabak' en een overzicht van de levensverwachting van dieren.


Duitse autoriteiten

Echt interessant wordt het bij de afdeling 'Duitsche Autoriteiten in ons land'. Het begint natuurlijk met de Rijkscommissaris/Rijksminister, Dr. A. Seyss-Inquart. En daarna volgt de 'Weermachtsbevelhebber', de generaal der vliegers Friedrich Christiansen. Van beide heren krijgen we een biografie.

Dan 'De Duitsche Commissarissen-Generaal'. Dat zijn minister H. Fischböck, Generalkommissar für das Sicherheitswesen, S.S. Gruppenführer und Generalleutnant der Polizei, Hans Rauter, Commisaris-generaal Fritz Schmidt en Dr. Friedrich Wimmer. De 'leider der dagelijksche persconferentie' is Willi Janke. Ook hun levens worden beschreven.


Nederlandse autoriteiten

Na de Duitse krijgen we de 'Nederlandsche Autoriteiten.' Dat zijn: Prof. J. van Dam, secretaris-generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming; Mr. dr. K.J. Frederiks, secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken en waarnemend secretaris-generaal van Algemene Zaken en van Buitenlandse Zaken; Prof. dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten; Dr. H.M. Hirschfeld, directeur-generaal van het Departement van Economische Zaken; Mr. M.M Rost van Tonningen, waarnemend secretaris-generaal van het Departement van Financiën; Jhr. O.E.W. Six, secretaris-generaal bij het Departement van Koloniën; Mr. D.G.W. Spitzen, secretaris-generaal van het Departement van Waterstaat; Ir. R.A. Verwey, waarnemend secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het Departement van Sociale Zaken.

Het zijn een soort ministers, lijkt me, maar blijkbaar worden ze niet zo genoemd. Enkele namen zijn nog steeds bekend. Rost van Tonningen werd ver na de oorlog vooral bekend vanwege zijn weduwe en Tobi Goedewaagen kennen we wellicht ook nog in verband met de Kultuurkamer. Ik heb het boek van Geert Mak over de mannen Six niet gelezen, maar zou dat ook over deze Six gaan?

Van de 'Commissarissen der Provincies' krijgen we ook pasfoto en biografie. Daarna een overzicht van de rechterlijke macht: de Hoge Raad, de vijf gerechtshoven, negentien arrondissementsrechtbanken en 62 kantongerechten. We lezen in een handig overzicht wat het verschil tussen deze onderdelen van de rechterlijke macht.

Rechterlijke macht

De president van de Hoge Raad is in 1941 nieuw benoemd en er zijn ook verscheidene raadsheren die pas in 1940 of 1941 benoemd zijn. Je vraagt je wel af hoe die vacatures ontstaan zijn. Zijn de Joodse collega's ontslagen? Van alle gerechtshoven wordt vermeld wat het adres is, wie de president is en wie de andere functies vervullen. Ook het Vredesgerechtsof 's-Gravenhage wordt genoemd.

Onder het kopje 'Voedselvoorziening in Oorlogstijd' worden de adressen en telefoonnummers gegeven van alle afdelingen, net als van de 'Crisis-Centrales'. Ook de namen van de directeuren, voorzitters en secretarissen van de centrales worden genoemd. De centrales houden zich bezig met aardappelmeel, akkerbouw, eieren en pluimvee, groenten en fruit, meel, sierteelt, turf, veehouderij, visserij en zuivel. Wanneer zo'n crisiscentrale gebeld of bezocht werd, is mij onduidelijk.

Rijksbureaus

Er zijn twintig 'Rijksbureaux voor Handel en Nijverheid': voor aardolieproducten, bouwmaterialen, chemische producten, diamant, genees- en verbandmiddelen, hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf, hout, huiden en leder, kolen, non-ferro-metalen, oude materialen en afvalstoffen, papier, rubber, tabak en tabaksproducten, textiel, distributie van textielproducten, verwerkende industrieën, wol en lompen, ijzer en staal, zeescheepvaart.

Het is in hedendaagse ogen een wonderlijk lijstje. De diamanthandel was blijkbaar zo groot dat er een apart bureau voor was. Voor zuivel of fruit was er geen bureau, maar er waren wel twee aparte bureaus voor textiel en de distributie van textielproducten.

Prachtig is de 'Lijst van tankgasstations (Stand op 15 Augustus 1941)'. Veel stations leveren 'stadsgas', voor methaan of cokesovengas zijn er ook stations. In Amsterdam zijn er wel tien adressen, maar in Arnhem kun je alleen terecht bij de 'Bataafsche Import Mij.' Pas als je zo'n lijst ziet, merk je hoe de beschikbaarheid van veel dingen verbeterd is en hoe we dat als vanzelfsprekend ervaren.

Waterstanden

Wanneer is er hoog en laag water in 1942? Tenminste in Rotterdam? In een tabel kun je het exacte tijdstip aflezen . Op Nieuwjaarsdag is er bijvoorbeeld hoog water op 5.08 uur en op 17.29 uur. Rotterdam is de norm en dan kun je uitrekenen wanneer het op andere plaatsen hoog dan wel laag water is. Delfzijl is bijvoorbeeld vijf uur vroeger, Dordrecht een half uur later, Vlissingen drie uur vroeger.


Verteerbaarheid

Niet alles verteert even snel, lezen we in de tabel van 'De verteerbaarheid van spijzen'. Gekookt of gezouten rundvlees heeft vier uur nodig, gebraden rundvlees maar drie. Hersens hebben een uur plus drie kwartier nodig. Spinazie verteert sneller dan tomaten, appels verteren sneller dan meloen en aardbeien net zo snel als hardgekookte eieren. Doe er je voordeel mee.

Je komt op die manier wel iets te weten over de eetgewoonten in die tijd. Er wordt aardig gevogelte gegeten blijkbaar: naast de vertrouwde kip ook fazant, duif en gans. Er staan geen garnalen bij de vis en de schaaldieren. Broccoli kenden we nog niet, maar champignons al wel.

Vlaggen, kerkgenootschappen, uitvindingen

Door de volgende onderdelen blader ik slechts. We treffen informatie aan over: vlaggen en wimpels; kerken en kerkgenootschappen; voornaamste bezienswaardigheden, musea enz. in Nederland; bezittingen der Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland; universiteitsbibliotheken; Nederlandse Jeugdherberg Centrale, met een overzicht van alle jeugdherbergen in Nederland; Wat te doen met een rentekaart?; Wat biedt de invaliditeitsverzekering?; belangrijke uitvindingen; tarieven der posterijen.

In die tijd kon je nog voor vijf cent een brief tot en met twintig gram versturen, tenminste als het 'locaal verkeer' was. Voor het binnenland was je al zeven en een halve cent kwijt.


Overzeese gebiedsdelen

Er zijn nog enkele hoofdstukjes over de overzeese gebiedsdelen: over het bestuur van Nederlands Oost-Indië, Suriname en Curaçao en over de bevolking van 'Nederlandsch Oost-Indië' en Suriname. We krijgen ook een overzicht van de voornaamste Indische producten.

We zijn zo rond blz. 180 aangekomen als een jaaragenda krijgen van de werkzaamheden van natuurliefhebbers, ofwel: 'Wat de natuurliefhebber in den loop van het jaar moet halen of koopen, kweeken, nagaan en teekenen.'

Ten slotte een overzicht van de hoogterecords door de eeuwen heen. Het eerste record was van Latham, die vliegend in een Antoinette een hoogte van ruim 155 meter bereikte. We schrijven 29 augustus 1909. Het meest recente record is van F.R.D. Swain, die een hoogte van meer dan 15.000 meter bereikte.

Wie, wat, waar? Jaarboek 1942 is een allegaartje, maar dat maakt het ook zo aantrekkelijk. In een volgende bijdrage blader ik verder door het boek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten