Je moet al zo'n beetje boven de veertig zijn, wil je op de lagere school gezeten hebben. Alle kinderen die na 1985 naar school gingen, gingen naar de basisschool. Die lagere school leek natuurlijk wel op de basisschool: je leerde er rekenen, lezen en schrijven, maar veel van wat toen gebruikelijk was is intussen veranderd. Wim Daniëls schreef er een boek over: De lagere school, met de fraaie ondertitel 'Toen bijna alles nog heel anders was'.
Natuurlijk heeft Daniëls zich gedocumenteerd: hij heeft uitgezocht wanneer men in Nederland schoolmelk begon te verstrekken of wanneer het schoolsparen ingevoerd werd, van wanneer tot wanneer de Jippo bestaan heeft en hoe het gesteld was met het het schoolzwemmen. Daarnaast putte hij uit zijn eigen herinneringen en die van Facebookvrienden, die hij opriep om herinneringen met hem te delen.
Dat leidt vaak tot vermakelijke anekdotes, zoals deze:
Juffrouw Hofman van de Savioschool in Vlaardingen had een -bij nader inzien- aparte manier van belonen. Wat een criterium was weet ik niet meer, maar leerlingen mochten na een goede prestatie met een groepje op woensdagmiddag bij haar thuis thee komen drinken en daarna haar auto wassen. Dat vond je nog een hele eer ook.Ik heb, voor een paar pakjes kauwgom of zo, ook nog eens op een zaterdagochtend gewerkt in de groentetuin van meester Postma, samen met enkele andere jongens. Niet als beloning of straf, maar als een klusje.
Op wat Daniëls te berde brengt, is weinig aan te merken. Hij noemt wel Joris Driepinter, maar niet Mies Bouhuys, die de gedichtjes voor de advertenties maakte en bij de bestemmingen voor schoolreisjes ontbreekt Madurodam, maar dat zijn kleinigheden. Het schoolkamp ontbreekt. Toch was dat er al voordat de lagere school basisschool werd. Onze klas ging naar Duitsland. Ik mocht overigens niet mee van mijn ouders.
Ook het bezoek van de Sint aan de school of het vieren van het kerstfeest had wel iets meer aandacht mogen krijgen.
Daniëls geeft een vrij volledig beeld van de lagere school en daarbinnen kan iedereen zijn eigen herinneringen ophalen. Sommige dingen weet ik alleen van horen zeggen. Zo heb ik het niet meegemaakt dat er op zaterdag onderwijs werd gegeven. Ik wist zelfs niet dat er ooit op de lagere school op zaterdag school was. Op de middelbare school wel. Toen ik in de brugklas zat, hadden de hogere klassen nog op zaterdagmorgen les. Dat werd voor de hele school afgeschaft toen ik overging naar de tweede.
Aan sommige dingen zijn mijn herinneringen vaag. Luisterden wij naar de schoolradio? Volgens mij wel, maar ik twijfel. Misschien dat een oud-klasgenoot meer zekerheid kan geven. Mijn lief, net zo oud als ik, maar een paar dorpen verderop wonend indertijd, wist zeker dat er bij haar op school niet naar de radio werd geluisterd.
Tikkertje heeft iedereen gespeeld, vermoed ik. Slingertikkertje heette bij ons, als ik me niet vergis, 'stringvangertje', wat wel dialect geweest zal zijn voor 'strengvangertje'. We kenden ook nog ongelukstikkertje, waarbij je een hand moest houden op plaats waar je getikt was. Was iemand bijvoorbeeld op zijn enkel getikt, dan was het voor hem wel heel lastig om daarna iemand anders te tikken: met een hand aan je enkel kun je immers niet hard lopen.
Voor degenen die de lagere school doorlopen hebben, is de belangrijkste waarde van De lagere school het wakkerroepen van de herinneringen. Bij het schoolsparen zag ik ineens weer de zegeltjes voor me van de Rijks Post Spaarbank. Er stonden eekhoorntjes op.
Toen ik las over het vullen van de inktpotjes, zag ik de grote fles met de schenktuit weer voor me en ik rook weer de inkt. Als ik een tijdje terugdenk, komen er steeds meer herinneringen boven. Wellicht moet ik het komende jaar maar eens een stel van die herinneringen hier boekstaven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten