zaterdag 24 juli 2021

Monsters (Barry Windsor-Smith)


Een goed boek is natuurlijk altijd een cadeau, maar sommige boeken zijn dat al voordat je ze gelezen hebt. Zo'n boek is Monsters van Barry Windsor-Smith. Een kloek boek, van 368 bladzijden, gebonden, donkerrood leeslint, dat kleurt bij de voorkant. Als je het boek openslaat en doorbladert, zie je de mooie pentekeningen, tussendoor de dagboekfragmenten in schrijfletter (door Frits Jonker), die ze tot persoonlijke teksten maakt, waarbij niets ingeboet wordt op de leesbaarheid. En dan heb je het verhaal nog niet eens gelezen. 

Windsor-Smith is in de comicwereld een grootheid. Van die wereld ben ik geen kenner, maar ik geloof het graag. Al in de jaren tachtig begon hij aan Monsters, aanvankelijk bedoeld als een strip die over de herkomst van de Hulk zou gaan. Uiteindelijk is het een ander verhaal geworden. 

De Amerikaanse militair Tom Bailey heeft in de oorlog verschrikkelijke dingen gezien. Het duurde enkele jaren voordat hij gerepatrieerd werd en zijn terugkomst ging met veel geheimzinnigheid gepaard. Van tijd tot tijd werd zijn vrouw Janet bijgepraat door Jack Powell, maar misschien is ook hij niet volledig op de hoogte. 

Trauma

Als Bailey terugkomt, is zijn zoontje al acht jaar. Het leven in een gezin gaat moeizaam, door het trauma dat Bailey uit de oorlog heeft overgehouden. Monsters begint met een gewelddadige scène waarin Tom zich net uitgeleefd heeft op zijn zoontje Bobby. 

Die gebeurtenis functioneert in het boek als een proloog, waarna het verhaal vijftien jaar later, in 1964, verder gaat. Bobby meldt zich aan voor het leger. De intake wordt gedaan door McFarland, die in hem een geschikte kandidaat ziet voor het Prometheusproject. Al gauw zal McFarland gewetensbezwaren krijgen: hij vermoedt dat in dat project Bobby een soort slachtoffer zal zijn. Uiteindelijk zal Bobby veranderen in een hulkachtig monster, eerder tragisch dan kwaadaardig. 

Het project blijkt een erfenis uit de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers waren bezig met genetische experimenten en die blijken na de oorlog in Amerika voortgezet te zijn. Een Duitse officier is erbij betrokken. 

Jack Powell, die zich altijd zeer betrokken heeft gevoeld bij het gezin Powell, probeert Bobby te redden. Het is de vraag of hij en Bobby het er levend vanaf zullen brengen. 

Verhaallijnen

Naast deze verhaallijn in het heden, zijn er de lijnen in het verleden: rond de terugkeer van Tom en van zijn onaangepastheid daarna, die culmineert in een gebeurtenis op Thanksgivingday en de lijn van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Windsor-Smith doseert daarin voortreffelijk: steeds krijg je als lezer stukjes informatie waarmee je verder kunt en er blijven ook elke keer weer vragen over die je voortstuwen door het verhaal. 

Er is ook nog een lijn rond McFarland, die uiteindelijk, ook op Thanksgivingday, zijn gezin zal achterlaten. Een thema hierbij is ook een soort helderziendheid, die zich van tijd openbaart in de familie.  Ook McFarlands dochtertje is ermee behept. Bijzondere gaven verwerken in het verhaal ligt voor de hand bij een auteur die zijn sporen in de comics heeft verdiend. 

Bobby is veranderd in een monster. Maar zijn moeder noemde ook zijn vader een monster toen die Bobby had mishandeld en de mensen achter het project kun je in hun onmenselijkheid ook zeker monsters noemen. Er zijn er een paar bij die onversneden slecht zijn en die daardoor meer het type van een schurk zijn dan een werkelijk karakter. Voor het verhaal is dat niet erg: de plots zijn minstens zo belangrijk als de psychologie en er zit genoeg diepte in de tragiek van verschillende personen. 

Barry Windsor-Smith sleurt de lezer werkelijk door het verhaal. Geen moment zakt het in. Spectaculaire scènes worden afgewisseld met rustiger momenten, maar ook dan blijft de aandacht van de lezer erbij. Die wil bijvoorbeeld wel weten wat er gebeurt als Bobby's moeder, Janet, en Jack Powell naar elkaar trekken. 

Vondsten

Er zitten enkele mooie vondsten in de verteltechniek. In het begin, bij het geweld van Tom tegenover zijn zoontje, is Toms tekst niet te volgen. Je kunt alleen zien dat hij in het Duits praat, door de gotische letters die zijn gebruikt. Verderop komt het geregeld voor dat tekstballonnen niet helemaal te lezen zijn, doordat een andere ballon er gedeeltelijk overheen is geplaatst: je krijgt daardoor de gewaarwording dat er mensen tegelijkertijd praten of dat de een door de ander onderbroken wordt. 

Mooi is ook de passage waarin Bobby, als monster, terugkeert naar zijn ouderlijk huis en in gedachten beleeft wat hij als kind heeft meegemaakt. Op die manier blijf je als lezer in het heden (Bobby als monster) en tegelijkertijd krijg je een flashback naar de dag die bepalend is geweest voor het verdere leven Bobby. 

Monsters is een indrukwekkend boek, waarin de lezer oog in oog staat met het kwaad, met mensen die de menselijkheid ver achter zich hebben gelaten. Tegenover deze hardheid staan de mensen die oprecht het goede willen: Janet die haar gezin leefbaar probeert te houden, Jack die Bobby in veiligheid wil brengen, McFarland die verder wil met een schoon geweten en zorg heeft voor zijn gezin. 

Minpuntjes zijn er nauwelijks. Soms had ik vraagtekens bij de verhoudingen: hoe groot is een achtjarige jongen eigenlijk? Is Bobby op dat moment niet erg klein? En het verhaal is wel erg geconstrueerd: alle personen die ertoe deden in het verleden komen ook in het heden weer in dit verhaal bij elkaar. Dat verklaart hun drijfveren, maar het is ook wel een beetje toevallig. 

Maar goed, dat is iets voor kniesoren. Monsters is een uitzonderlijk boek. Het heeft alles in zich om een klassieker te worden. 

Titel: Monsters
Tekst en tekeningen: Barry Windsor-Smith
Uitgever: Sherpa
Haarlem 2021, 368 blz. € 65,00 (hardcover, leeslint)

2 opmerkingen:

  1. Nu had ik me zo voorgenomen eerst een flinke maand te gaan lezen voor ik weer boeken koop. Maar door jouw indrukwekkende bespreking heb ik toch weer een titel voor mijn boekenwensenlijstje.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Daar zul je geen spijt van krijgen, Niek.

    BeantwoordenVerwijderen