vrijdag 30 juli 2021

De opgang (Stefan Hertmans)


Bij elk boek dat ik lees, en zeker als ik ervan geniet, knaagt toch ook de wetenschap dat ik heel veel moois niet heb gelezen. Met al het ongelezene uit de buitenlandse literatuur heb ik me al verzoend, maar bij wat me ontgaat in de Nederlandse literatuur kan ik me maar moeilijk neerleggen. Toen ik De opgang van Stefan Hertmans ging lezen, dacht ik natuurlijk terug aan Oorlog en terpentijn, waar ik zeer van genoot. Het zou zelfs bovenaan eindigen in het lijstje van de beste boeken die ik dat jaar las. 

Dat was overigens 2017, terwijl het boek van 2013 is. Al een paar jaar vond ik dat ik het toch eigenlijk moest lezen, maar het kwam er niet van, zoals ik ook nog steeds Naar Merelbeke (1994) niet heb gelezen en op de binnenflap van De opgang wordt ook nog De bekeerlinge (2016) genoemd. Ik moet mij haasten; de leestijd die ik nog zal hebben in mijn leven wordt dagelijks een dag korter en de hoeveelheid boeken die ik wil lezen groeit alleen maar. 

'Roman'

De opgang is net zo'n boek als Oorlog en terpentijn: er staat 'roman' op de titelpagina, maar veel van wat er in het boek staat is gewoon gebeurd. Of ik juist van dat soort boeken hou, weet ik eigenlijk niet. Wel als ik denk aan bijvoorbeeld Brief aan Boudewijn (1980) of Aantekeningen van een stambewaarder (1977) van Walter van den Broeck, maar bij de boeken van Els Florijn (die het mengen van geschiedenis en fictie zo'n beetje tot haar handelsmerk heeft gemaakt), heb ik wat meer twijfels, maar zij moet waarschijnlijk haar beste boeken nog schrijven.

Maar goed, als het goed gedaan wordt, kan dat vermengen mooie boeken opleveren. Hertmans kwam erachter dat hij in hetzelfde huis gewoond heeft als Willem Verhulst, een Vlaming die in de oorlog collaboreerde met de Duitsers. Diens zoon, Adriaan Verhulst, schreef daar een boek over: Zoon van een 'foute' Vlaming, dat terug te lezen is op DBNL. Hij was hoogleraar geschiedenis en Hertmans zat bij hem in de collegebanken. 

Huis

Maar de stevigste verbinding met Willem Verhulst is het huis in Gent, waar Hertmans jarenlang woonde en waarin ook Verhulst een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht. In ieder geval een groot deel van de oorlog. Hertmans en Verhulst hebben door dezelfde kamers gelopen, dezelfde deurknoppen vastgehad. Hertmans schrijft:

Nu zag ik mijn intieme herinneringen doordrongen raken van een werkelijkheid die ik me amper kon voorstellen, maar die ik ook niet meer kon wegduwen. Het was alsof er schimmen opdoemden in de kamers die ik zo goed had gekend (...)

Hij gaat zich verdiepen in wie die Verhulst was, praat met diens dochters en kleinkinderen, reist naar de plekken waar Verhulst of zijn kinderen geweest zijn (bijvoorbeeld naar het dorp in Duitsland waar de kinderen in de oorlog een tijdje waren om aan te sterken), graaft in archieven en komt veel te weten. Niet alleen blijkt zoon Verhulst geschreven te hebben over zijn vader, zijn zus heeft dat over zijn moeder gedaan en er zijn dagboeken van Verhulsts vrouw Mientje en memoires van zijn maitresse Griet. 

Invullen

Daardoor is veel van wat er in het huis gebeurd is goed te reconstrueren. En verder kon de romanschrijver het invullen, natuurlijk. En dat heeft Hertmans ook gedaan. Wat iemand denkt of hoe gesprekken precies verlopen zijn, weten we niet, maar de schrijver kan doen of hij het wel weet, zonder daarbij de werkelijkheid geweld aan te doen. 

Hertmans gebruikt ook de techniek van een romanschrijver. Soms gaat hij van verleden tijd over op tegenwoordige tijd, om wat er verteld wordt nog dichterbij te brengen. Of we krijgen een flits vooruit:

(...) dat zal ze pas decennia later ten volle begrijpen, wanneer haar vader haar op zijn sterfbed met een wel heel bijzondere opdracht zal opzadelen betreffende Griet Latomme. 

Dan willen we natuurlijk ook weten wat die opdracht is en snel lezen we door. 

Vertrouwensman

Verhulst ging in de oorlog nauw om met de Duitsers. Hij was een vertrouwensman, wat inhield dat hij lijsten moest opstellen van mensen die mogelijke vijanden van het systeem waren. Hoeveel mensen daardoor daadwerkelijk opgepakt zijn, is niet duidelijk, maar dat het niet deugde, is zonneklaar. Niet voor niets kwamen er na de bevrijding meteen mensen aan de deur om Verhulst op te pakken. Maar die was toen al gevlucht. 

De opgang is een bijzonder boek. De hoofdpersoon is iemand met wie de lezer zich juist niet wil identificeren. Hertmans vergoelijkt niets, maar hij heeft zich wel afgevraagd wat er omging in deze Verhulst, zodat we een goed beeld krijgen. Met zijn vrouw en kinderen kunnen we een stuk beter meeleven. Ten eerste is Mientje het in veel opzichten niet eens met haar man en dat laat ze ook duidelijk merken. Ze verbiedt hem bijvoorbeeld om binnenshuis een uniform te dragen. Deze Mientje is niet alleen het slachtoffer van de ideologische keuze die haar man maakt, maar hij papt ook, vrij openlijk, aan met een andere vrouw, Griet. Als hij aan het eind van de oorlog vlucht, doet hij dat met deze Griet. 

Mientje heeft het om verschillende redenen niet makkelijk, maar ze is ook een krachtig persoon, voor wie je bewondering kunt voelen. Haar dochter schreef een boek om haar te eren. 

Rondleiding door het huis

Door het hele boek heen loopt de lijn waarin het huis het heden met het verleden verbindt of beter: het verleden met het nog verdere verleden. Hertmans laat zich rondleiden door de notaris, van vertrek tot vertrek. Dat heeft aan de ene kant iets gezochts: als hij in een vertrek komt, wordt daarna niet verteld wat er allemaal in dat vertrek gebeurd is. Aan de andere kant werkt het wel: aan het eind van het boek heb je het hele hele huis gehad en weet je wat er allemaal gebeurd is. 

Ook zonder het huis had Hertmans zich op het leven van Verhulst kunnen storten, denk ik, en ook dan had het waarschijnlijk een goed boek opgeleverd. Maar het huis was in dezen wel de verbinding die alles in gang zette. 

Het boek volgt het hele leven van Willem Verhulst en Mientje, dus ook tot na de oorlog, zodat we ook nog meekrijgen hoe Verhulst zijn straf moet uitzitten. Soms had ik net iets meer exacte informatie gewild. Van beiden wordt bijvoorbeeld niet verteld hoe oud zij geworden zijn. 

Details

En een enkele keer fronste ik mijn wenkbrauwen omdat ik mij afvroeg of iets klopte. Maar dat betreft altijd details. Zo heeft Willem ooit gesolliciteerd als tuinman van de Duitse keizer. Hertmans stelt zich voor hoe het geweest zou zijn als hij die baan had gekregen. Hij ziet daarbij de keizer lopen met de handen op zijn rug. Maar de keizer had een misvormde arm. Liep hij wel eens met zijn armen op de rug?

Willem zal toch ook geen mest verspreid hebben met een hooivork, maar met een riek en de sigaren die hij de keizer aan zou bieden zouden van het merk Willem II geweest zijn (zoals we elders in de roman lezen) en die komen dus niet uit het land van Maas en Waal, maar uit Brabant. Kleinigheden, ik weet het, maar ze vielen me wel op. 

De opgang (de titel is me niet helemaal duidelijk) heb met plezier gelezen: je duikt in het leven van Willem Verhulst en de zijnen en Hertmans kan daarover onderhoudend en spannend vertellen, zonder op het effect te spelen. Hij laat de feiten het werk doen en die feiten zijn interessant genoeg. Aan het eind van het boek heb je het idee dat je mensen hebt leren kennen en dat je even in een andere tijd hebt geleefd. Goed boek dus, goed verteld, goed geschreven.  

2 opmerkingen:

  1. De titel is de Vlaamse term voor de bezichtiging van een huis, van de kelder opklimmend tot aan de zolder. Samen met notaris De Potter loopt Hertmans deze opgang voordat hij het huis in Gent in 1979 zal kopen. De titel is een verwijzing naar De Goddelijke komedie van Dante, waar ook het motto van het eerste deel naar verwijst. Ook kan de titel worden gezien als een knipoog naar de film Der Untergang over Hitler.

    BeantwoordenVerwijderen