dinsdag 3 augustus 2021

Mannen van Maasoord (Lein van der Wulp)


Er zijn veel romans en verhalen over het onderwijs. De bekendste zijn, schat ik, Bint (van Bordewijk) en Ivoren wachters (van Vestdijk) en de verhalen 'Het longvolume' en 'De versnijdenis' van Maarten 't Hart. In 2014 verscheen Mannen van Maasoord van Lein van der Wulp. Bij verschijnen was het boek me ontgaan, maar ik kreeg het onlangs cadeau van een vriendelijke collega. 

Voor op de roman staat de afbeelding van een docent in een duidelijk lang vervlogen tijd: hij zit achter een lessenaar waarop een inktpotje en een puntenslijper staan en op het bord achter hem is geschreven met krijt, in een handschrift dat duidelijk van voor mijn tijd is. Zo werd het bij ons op de lagere school in de jaren zestig al niet meer aangeleerd. 

Tijd

Wanneer Mannen van Maasoord zich afspeelt, is niet helemaal duidelijk. Twee keer wordt er een 'mobiele telefoon' genoemd, maar dat zal geen smartphone geweest zijn, schat ik zo in. Een laptop komt een enkele keer voor, een smartboard helemaal niet. In elk lokaal staat een computer. Als Stijn bedenkt dat hij alle collega's tegelijk een mail zal sturen, wordt dat gepresenteerd als een vondst. Mailtjes worden nog geprint en die prints worden dan bewaard. 

Verder is er in de school nog een rookhok, een aparte afdeling van de docentenkamer. In 2001 werkte ik op een school waar dat nog het geval was. Daarna ben ik enkele jaren uit het onderwijs geweest. Toen ik in 2006 terugkeerde naar het onderwijs, trof ik zo'n hok niet meer aan. 

Plaats van handeling is de school Maasoord, die na de fusie omgedoopt is tot Maasoorden. De wereld buiten de school bestaat in deze roman eigenlijk niet. Niets van de actualiteit dringt door tot de onderwijsmannen. 

Mannenwereld

De titel is kenmerkend. Het gaat in dit boek inderdaad voornamelijk over mannen. Er komt wel een sterke vrouw in voor, Agaath, maar zij is ook meteen de echtgenote van de hoofdpersoon, Stijn Valk. In hoofdstuk vier speelt Sylvia Goudakker een rol, een eigenzinnige vrouw, die uiteindelijk het veld moet ruimen. Ze wordt 'een vrouw met tieten' genoemd en daarbij wordt vermeld: 'Verder mochten haar tieten geen naam hebben.' Haar opvolgster wordt aangeduid met 'Het Decolleté'. 

Dat is wel kenmerkend voor de marginale rol die vrouwen krijgen toebedeeld. Bij de functies wat hoger in de organisatie treffen we alleen mannen aan. Als Ferdinand opgevolgd wordt door een vrouw, wordt ze simpelweg 'Ferdinanda' genoemd, als er een vrouwelijke docent in tranen uitbarst wordt ze later aangeduid met 'de snotterende collega'. Verder krijgt ze geen naam. Ashegh Arami, een vrouwelijke docent, werkt al jarenlang op Maasoord, maar ze wordt pas op bladzijde 250 voor het eerst genoemd, omdat dat handig is voor het verhaal. 

In het begin is nog niet duidelijk welke richting de roman zal hebben. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met meneer Verhulst, de conciërge, die door de collega's nagenoeg nooit met zijn voornaam wordt aangesproken, al gaan ze wel vertrouwelijk en gezellig met hem om. Deze Verhulst maakt overigens niet helemaal frisse opmerkingen tegen meisjes uit de hoogste klas, maar dat is blijkbaar de mannensfeer die er binnen Maasoord hangt. 

Het oude Maasoord verandert in Maasoorden en dat wordt vooral veroorzaakt door twee mensen: Egbert Litjens, die in zijn eentje zo'n beetje het hele bestuur vormt, en Henri Koudijs, de nieuwe rector. Meneer Verhulst lijkt het eerste slachtoffer te worden. Binnen het oude Maasoord had hij een spilfunctie: docenten vielen gemakkelijk bij hem binnen en de rector stak zijn licht bij hem op om te weten te komen wat er binnen de school speelde. Dat verandert door de vernieuwingen, tot ongenoegen van meneer Verhulst. 

Units

Met de komst van Henri Koudijs verandert er veel binnen de organisatie van de school: die wordt bijvoorbeeld opgedeeld in verschillende 'units', die onderling weinig contact hebben. Het verhaal zal zich vooral afspelen in de unit bovenbouw. 

Voor een lezer die niet zo ingevoerd is in het onderwijs is het lastig om op een rijtje te houden hoe het nu zit met directieleden, unitdirecteuren, teamleiders, vakgroepen. Maar misschien is het ook de bedoeling dat de niet zo helder is. De directieleden dragen driedelig zwarte pakken, wat me niet zo waarschijnlijk lijkt. Misschien dat dat gebeurt op orthodox christelijke scholen (maar ik vermoed dat dat ook daar niet het geval is), maar misschien moeten we vooral de symboliek van de kleding zien: het afstandelijke, onpersoonlijke. 

Maasoord is overigens wel een christelijke school, maar dat speelt in het verhaal geen rol. Een enkele keer komt het geloof ter sprake (bijvoorbeeld als het gaat over de bijbelteksten op de borduurwerkjes van de vrouw van de rector) en soms wordt er verwezen naar de identiteit van de school, maar bij geen enkel personage is te merken dat dat ook maar iets betekent. 

Satire

Mannen van Maasoord heeft duidelijk een satirisch karakter, dus het realiteitsgehalte doet er wellicht minder toe. Het zal meer om de boodschap gaan. Vreemd is wel dat in een roman over het onderwijs de leerlingen nagenoeg afwezig zijn. Stijn Valk lijkt voornamelijk tussenuren te hebben. Er zijn wel zaken die het onderwijs betreffen (zoals de keuzewerktijd), maar het gaat toch vooral over de managementcultuur binnen de school: mensen met een hart voor onderwijs worden vervangen door managers, die vooral waarde hechten aan regels. 

Dat gaat onderwijsmensen natuurlijk aan het hart, maar die oprechte docenten zijn zelf ook nauwelijks bezig met het onderwijs bezig. Over lessen en leerlingen is nauwelijks wat te lezen. Als leerlingen al voorkomen, zijn ze voornamelijk lastig en ongemotiveerd. Er zijn maar enkele leerlingen die een naam krijgen. 

Verteller

Als roman is Mannen van Maasoord niet helemaal geslaagd, lijkt me. Vooral in het begin lijken de hoofdstukken op losse verhalen in een reeks en zit er verder niet zoveel lijn in, behalve dan dat ze gaan over de verfoeilijke vernieuwingen. Het boek leest overigens vlot. Het doet een beetje ouderwets aan door de manier van vertellen, waarin nog wel eens een alwetende verteller informatie geeft. 

De dialogen zijn over het algemeen leuk om te lezen, omdat er vaak gevatte mensen aan het woord zijn. De beschrijvingen zijn soms wat oubollig, maar toch wel onderhoudend. Het verteltempo zakt na het begin wel erg in, zodat ik me er echt toe moest zetten om door te lezen. De laatste honderd bladzijden, als unitdirecteur Boudewijn min of meer gedwongen opstapt en het personeel daartegen protesteert en alles wat daarna komt, heeft meer vaart. Ook krijgen enkele personages dan wat meer diepte. 

Die personages zijn over voertuigen waarmee de auteur zijn boodschap wil overbrengen. Een deel is goed, een ander deel deugt niet. Pas als Stijn voor het eerst een gesprek met Henri Koudijs heeft, wordt ook de tragische kant van Koudijs duidelijk. Bij Stijn gebeurt dat pas aan het het eind van het boek. 

Die ongenuanceerdheid maakt de boodschap waarschijnlijk wel duidelijker, maar verhoogt het leesgenot niet: personages zijn vaker typen dan karakters. Ze komen ook alleen voor in de roman als de auteur ze nodig heeft. Na het eerste hoofdstuk horen we verschillende hoofdstukken niets meer over meneer Verhulst. Collega Harmen Sietsma speelt in een deel van het boek een belangrijke rol, vooral bij het aantreden van Boudewijn. Maar aan het eind van de roman wordt er niet meer over hem gesproken. 

Niet altijd geloofwaardig

Dat het verhaal niet altijd geloofwaardig is, vind ik wel een bezwaar. Als je je als lezer af moet vragen of iets overdreven is, is geen goed teken en het haalt je uit het verhaal. Ongetwijfeld zullen verschillende dingen op een school echt gebeurd zijn, maar zoals Reve al zei: 'Echt gebeurd is geen excuus'. Je moet er een goed verhaal van maken. 

Stijn schrijft een mail naar alle docenten van de bovenbouw, waarin hij de rector een steek onder wat geeft. Hij doet dat in de vorm van een prijsvraag. Eigenlijk is het een geintje en ik kan me maar moeilijk voorstellen dat er zo serieus op gereageerd wordt en dat dat enkele jaren later nog in gesprekken terugkomt, is ook niet zo geloofwaardig.

Over het algemeen zijn docenten niet de makkelijkste mensen, lijkt me. Het is dan ook verbazend hoeveel er in het begin van het boek geslikt wordt. Er worden allerlei maatregelen doorgevoerd zonder dat er draagvlak voor lijkt te zijn. Er wordt wel gemopperd door docenten, maar de directie wordt niet teruggefloten. 

Bij een diploma-uitreiking zegt Stijn iets, wat niet correct wordt overgebracht naar de schoolleiding. Dat dan alle ouders een brief krijgen met een verontschuldiging, lijkt me niet zo waarschijnlijk. Ook het feit dat er een krantenartikel wordt gewijd aan onrust binnen de school deed me fronsen. Zo zijn er verschillende momenten waarop ik als lezer uit het verhaal stapte. 

Boodschap

In Mannen van Maasoord is er een duidelijke afkeer van de managementcultuur binnen de school Maasoorden en mogelijk binnen het hele onderwijs. Dat is wellicht een boodschap die het onderwijs zich zou moeten aantrekken. Maar de managers binnen de roman zijn zo oogklepperig en weinig empathisch zodat geen enkel persoon binnen een onderwijsorganisatie zich met hen zal kunnen identificeren. Dat zou een reden kunnen zijn om de boodschap niet ter harte te nemen. 

Wat Stijn niet wil, is wel duidelijk. Ook komt wel over dat hij een meer menselijke schoolleiding wil, die luistert naar het personeel. Boudewijn is wat dat betreft een positief voorbeeld. Maar waar hij onderwijsinhoudelijk voor staat, komen we niet te weten. De hele onderwijspraktijk, die toch voornamelijk zal bestaan uit lesgeven en het begeleiden van leerlingen, is nagenoeg buiten het verhaal gelaten.  

Taalfouten

Wat het lezen lastig maakt, zijn de vele taalfouten. Ik gok dat het er enkele honderden zijn. Vaak hebben die te maken met het dilemma los of aan elkaar. Van der Wulp was docent Engels, dus ik kan me wel voorstellen dat hij van samenstellingen nogal eens twee woorden maakt: 'het Beatle nummer', 'HAVO leerling', 'een ernstige Maasoorden depressie', 'de Maasoord familie', 'vakgroep vergadering'. Dat is de auteur minder aan te rekenen dan de redacteur van de uitgeverij. Die heeft ook 'havo' in hoofdletters laten staan en heel vaak 'te veel' als een enkel woord.

Mannen van Maasoord is niet een heel goede roman, maar het slot maakt veel goed. De onderhoudende verteltoon helpt je wel door het boek heen, al is het halverwege wel even doorbijten, omdat in die hoofdstukken weinig richting en weinig energie zit. Mensen die werkzaam zijn in het onderwijs zullen zeker het een en ander herkennen, al zullen ze ook meteen de vertekening zien. Ze kunnen het intussen misschien ook lezen als een historische roman, vanwege de setting van zo'n kleine twintig jaar geleden. 

4 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, dit is wel een heel uitgebreide bespreking voor een roman waar je eigenlijk niet zo enthousiast over bent. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Waar ik dan weer blij mee ben. Ik heb nog vele pauzes met Lein in dat enge glazen rookhok gezeten. Leuk dat je dit boek oppakte, Teunis.

      Verwijderen
    2. Blijkbaar wilde ik toch wat kwijt over het boek, Erik. @Raymond: ik kreeg het boek van Monty, die me bovendien wees op de roman Havo is geen optie. Kom jij ook nog in het boek van Lein voor?

      Verwijderen
  2. Ha! Havo is geen optie klinkt bijna als vakliteratuur voor jullie. Geinig. Ik kwam pas na de fusie bij 'Maasoord', Teunis, in 2002. Toen was de stof wel weer wat gaan liggen.

    BeantwoordenVerwijderen