Afgelopen zomer besprak ik het eerste deel van het tweeluik Het astrolabium van Uranië, waarin Jules Verne en zijn broer naar Amerika reizen. Onderweg meent Jules een oude liefde te zien, Estelle, van wie hij dacht dat ze overleden. De broers achtervolgen een geheimzinnige man met een koffer, tot bij de Niagarawatervallen.
Verhaallijnen
Deel twee begint waar deel 1 geëindigd is. De broers zijn uit elkaar geraakt: Jules volgt een trap naast de waterval en komt terecht in een ondergrondse gang, waar hij ontdekt dat hij niet Estelle gezien heeft, maar een filmprojectie. Hij maakt kennis met de man die het astrolabium bezit, die verhalen heeft over Atlantis en die een enorme kanonnengieterij heeft.
Jules' broer gaat intussen op zoek naar zijn broer. Van de politie krijgt hij geen medewerking, maar hij wordt opgepikt door een van de oorspronkelijke bewoners van Amerika, die hem meeneemt naar een groep indianen (zoals ik ze voor het gemak toch maar zal noemen). Die zijn boos omdat Amerika onafhankelijk dreigt te worden en er dus beslist zal worden over hun grond, waar volgens hen de onderhandelende staten niets over te zeggen hebben. Ze gaan met een groepje naar de mijn waar niet alleen Jules is, maar waar ook indianen gevangen gehouden worden.
Dan is er nog een derde verhaallijn, die zich afspeelt in Europa. De illustrator en de uitgever van de verhalen van Jules Verne hebben een gesprek. De kinderen van kapitein Grant zal binnenkort uitkomen en de illustrator wil alvast weten waarover het volgende boek gaat, zodat hij zich kan documenteren. In die tijd, we schrijven 1867, is er ook nog een Wereldtentoonstelling in Parijs.
James Bond
Dit verhaal van Jules Verne heeft wel wat weg van een James-Bondfilm die zich in een ver verleden afspeelt: iemand met ideeën over een soort wereldheerschappij, Verne die dat probeert te voorkomen en in de problemen raakt en dan ook nog een andere groep mensen die gered moet worden. Het loopt allemaal vreselijk uit de hand, waardoor alles instort, maar gelukkig kunnen er ook mensen gered worden. De verhaallijn in Europa wordt mooi afgerond met de aanwezigheid van indianen op de Wereldtentoonstelling. Op de slotpagina zien we een schrijvende Jules Verne, die alles voor ons boekstaaft.
Zoals bij elke strip, helpt het als je een beetje van het genre houdt. Dit zou je een historische avonturenstrip kunnen noemen, met daarbij een vleug science-fiction. Bij zo'n verhaal moeten de personages het moeilijk krijgen, zodat de situatie uitzichtloos lijkt, maar natuurlijk loopt het het toch net goed af.
Scenario en tekeningen
Dat is hier ook het geval. Verne is aanvankelijk te gast in de ondergrondse wereld, maar hij wordt al gauw een gevangene. Dan is er ook nog de ellende van de indianen en tot overmaat van ramp is er ook nog een aardbeving. Dat kan voor de kritische lezer net te toevallig zijn, maar voor de leeservaring is het handigst als je je gewoon mee laat voeren met het verhaal Esther Gil, dat geschreven is door en dan blijkt het stevig in elkaar te zitten. In de proloog van het eerste deel was de kleine Jules getuige van de overhandiging van astrolabium en zoveel jaar laten komt hij erachter wat het is en wat je er allemaal mee kunt.
Je identificeert je als lezer gemakkelijk met de hoofdpersonen, omdat je het idee hebt dat ze in principe strijden voor een goede zaak. En de tekeningen van Carlos Puerta helpen natuurlijk ook. Ze zijn bijzonder realistisch, in een schilderachtige stijl. Er zijn veel bruinen en groenen gebruikt, die passen bij de omgeving (veel speelt zich ondergronds af, maar die ook goed dat verleden oproepen. Misschien heeft dat te maken met de kleuren van oude foto's. Verder is het mooi meegenomen dat deze kleuren goed contrasteren met het geel en oranje van het vuur.
Van de losse delen van deze strip heb ik zeker genoten, maar het verhaal komt het best tot zijn recht als je beide albums leest.
Het astrolabium van Uranië, deel 1





Geen opmerkingen:
Een reactie posten