Het is lastig om een sluitende definitie van strips te geven. De eerste neiging is om te zeggen dat je bij strips altijd een combinatie hebt van tekst en beeld, waarbij de tekst soms in ballonnen in het beeld staat en soms in een tekststrook onder de tekening. Maar er zijn ook strips waarin helemaal geen tekst voorkomt (Boerke) en strips die meer op rijk geïllustreerde verhalen lijken.
Het terrein voor de stripkunst is intussen zo breed geworden, dat je er heel veel toe kunt rekenen. En wie strenge definities hanteert zal juist heel veel erbuiten laten vallen.
Evelien Zeilstra rekent haar Alles En De Rest (2023) en Mama Ik Heb Geen Zin (2025) tot de strips, zag ik op haar website. Of liever gezegd: zo noemt ze de eerstgenoemde uitgave en ik vind de laatstgenoemde vergelijkbaar. Maar je zou het ook poëzie kunnen noemen, waarbij de beelden een groot deel van de poëzie voor hun rekening nemen.
Tekeningen
In beide albums (dat woord gebruik ik maar, omdat we het blijkbaar over strips hebben) staan tekeningen die het hele blad vullen. Het verhaal is steeds een sequentie van spreads, waarbij geen kaders gebruikt zijn en waarbij er geen wit om de tekeningen is gelaten. Ze lopen aan alle kanten van de pagina af. Het wit van het blad wordt soms wel gebruikt.
De tekeningen zijn voor een groot deel in krijt, maar er wordt ook wel gebruik gemaakt van potlood en er zijn misschien ook wel andere materialen en technieken gebruikt.
Alles En De Rest begint met potloodtekening zonder kleur met daarin de tekst 'Er gaat weer niets gebeuren.' Op de volgende pagina's gaat de tekst verder: 'Net als gisteren', 'Ik smeekte de ramen om een ander uitzicht'.
Van de kamer naar de weidsheid
De 'ik' is binnen in haar kamer. Alleen in een kamer, zonder dat er iets gebeurt en misschien ook wel in haar hoofd. Maar ze wil iets anders, iets meer. Niet voor niks smeekt ze de ramen om verandering. Niet alleen komt er in de loop van de tekeningen meer kleur, maar de setting verandert ook. De aandacht van de 'ik' gaat naar het dak en naar de lampjes van de vliegtuigen, naar de sterren, naar het gevoel dat de wind zou geven. En dan is er de weidsheid van het vlakke land, met daarboven de hoge luchten.
De 'ik' zegt dat ze niet voelt, niet denkt, gruis is. Maar ze gaat wel op in de ruimte van het beeld. Dat beeld valt ook weer uiteen, want de 'ik' is immers binnen, bij haar tosti-ijzer en haar wasmachine. 'Ik denk dat ik blij ben om thuis te zijn', zegt ze. En meteen daarna: 'Ik denk dat ik blij ben om weg te zijn'.
Het huis, het eigene, is er niet alleen in de vertrouwde dingen, maar ook in de kat (die wel naar buiten gaat, denk ik).
Zingeving
De 'ik' heeft zich al 'gruis' genoemd en ze vraagt zich af of ze meer is dan alleen atomen. Het is een zingevingsvraag. Wie ben ik in de wereld? Daarna komt de kern van het album, in drie opeenvolgende tekeningen: 'Ik denk dat ik / minder bang ben / om te bestaan'. Het gaat er niet alleen om dat ze zich dat realiseert, maar ook dat ze dat uitspreekt. Een aanvaarding van het leven zoals het is.
In de tekeningen zie je de reis die de 'ik' heeft moeten maken, de verten die ze in haar hoofd opgeroepen heeft, de vertrouwde dingen om haar heen, de nabijheid van de kat. Dat dat allemaal uitloopt op een omarming van het leven zoals het is, al is het met enige reserve ('ik denk dat...'), is ontroerend. Dat komt waarschijnlijk vooral doordat Zeilstra doorstoot naar de kern, naar wat het leven voor de 'ik' is, en niet blijft steken in bijzaken. Of misschien wel doordat de 'ik' ziet dat ook de dagelijksheden, die onbenullig mogen zijn, ook tot het leven behoren dat ze kan omarmen, waarbij ze de angst stapje voor stapje achter zich kan laten.
Het omslag van het album wordt gevormd door een tekening van een weids landschap, met daar doorheen een weg. Zo'n beetje het tegendeel van de beslotenheid van de kamer. Het lijkt een lange weg van de kamer naar de horizon en toch past alles in een hoofd en in een leven. De tekeningen in Alles En De Rest zijn krachtig neergezet, waarbij er vaak hard op het potlood of het krijt gedrukt is. Tegelijk zit er in sommige tekeningen iets zoekends en dat past helemaal bij het verhaal over een zoekende 'ik' die het gruis moet zien te ontstijgen en een geheel moet worden, waarbij aarzeling en daadkracht elkaar niet uit hoeven te sluiten.
Natuurlijk heb ik niet alles kunnen vertellen in dit stukje. Zo speelt niet alleen het vlakke landschap, maar ook de stad een rol in dit album. Maar dat moet je zelf gaan bekijken.
Mama, ik heb geen zin
Dit jaar kwam Mama Ik Heb Geen Zin uit in een iets kleiner formaat dan de vorige uitgave. Het is genaaid gekartonneerd, wat een soort open rug geeft, zoals bijvoorbeeld ook bij Waagstukken van Charlotte Van den Broeck.
Net als bij het eerste album begint het verhaal in zwart-wit en verschijnt geleidelijk de kleur. Buiten wordt weer gezien door de omlijsting van het raam en je ziet hoe de aandacht zich verschuift van het ene naar het andere door de uitvergrotingen.
Ook in Mama Ik Heb Geen Zin is de 'ik' veel met zichzelf bezig. Ook hier geen statement, maar een zoektocht die begint met een variatie op Descartes: 'Ik denk dat ik ben' en dat zijn kan alleen maar met een tweede brein, een plantbrein. De 'ik' vraagt ze af wie ze is en wie de ander is. En die ander zou zich zomaar in haarzelf kunnen bevinden.
Verleden en toekomst, stad en natuur
In Mama Ik Heb Geen Zin is er het verleden, de herinneringen ('als wortels van een plant in een te kleine pot die zich aan de onderkant naar buiten wurmen') en er is de toekomst, die nog onaangetast is, maar waarin ook iets van de 'ik' verwacht wordt: 'Straks verkloot ik het nog'. En er is de tegenstelling tussen de natuur en de stad, waarbij de natuur zich in enkele tekeningen aan de ene kant van de weg bevindt en de bebouwing aan de andere kant.
Er zijn aangename herinneringen aan de tijd 'toen boodschappen doen nog leuk was' en aan de plek 'waar je altijd door rood liep', maar er is ook verlangen iets anders en dat andere is verbonden met de natuur. Want die natuur is ook iets wat in de in de 'ik' zit. Sommige tekeningen zijn een reis naar binnen, langs de neurale netwerken. Maar er is ook veel buiten, natuur, weidsheid, bos en het verlangen om daarmee samen te vallen:
Ik ben lucht.En modder.Ik verzamel spinnen in mijnhaar.Ik ben varens.Ik ben takken.Zand in mijn laarzen.
Titel
De Mama uit de titel komt verder niet voor in dit album. Het lijkt me een verwijzing naar de kindertijd, naar de herinnering, maar ook naar de afhankelijkheid. Je kunt tegen Mama iets vertellen en zij weet dan wel hoe het verder moet.
Het geen zin hebben kan op twee manieren uitgelegd worden. Om te beginnen geeft de ik aan ergens geen zin in te hebben, iets niet te willen of zich te vervelen, maar misschien zegt de 'ik' wel dat ze geen betekenis heeft en dan gaat het, net als in Alles En De Rest over de zin van het leven over de vraag hoe je dat leven kunt aangaan. In Mama Ik Heb Geen Zin is dat op een aardse manier, met zand in je laarzen en spinnen in je haar. Wortelen, zodat je steviger kunt staan.
Of je Evelien Zeilstra een striptekenaar moet noemen, weet ik eigenlijk niet en ik vind het ook niet belangrijk. Dit zijn twee mooie boeken. Ik hou van haar persoonlijke lijnvoering, haar krachtige schriftuur en haar poëtische, zoekende manier van denken, waarbij ze zich laat voortdrijven door de vragen, die ze terugbrengt tot waar het in de kern om draait: hoe je het leven op een zinvolle manier kunt leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten