donderdag 11 september 2025

Cahier Jeroen Brouwers nr. 1


Voor mij was Kladboek (1979) het beginpunt van mijn liefde voor het werk van Jeroen Brouwers. Ik las het, in 1980 denk ik, en ik was overdonderd. Zo grappig! Zo goed geschreven! Zo scherp! En zo persoonlijk ook! Ik was verkocht. Snel daarna las ik Zonder trommels en trompetten (1973), Zonsopgangen boven zee (1977). Joris Ockeloen en het wachten (1967) en daarna zo'n beetje alles wat verscheen en alles wat al verschenen was. 

Er zijn Brouwersfans die na verloop van tijd afhaken en een van hen heb ik wel eens lelijke dingen horen zeggen over Cliënt E. Busken (2020). Bij mij kwam het aan het eind van het jaar boven aan de lijst met de beste boeken die ik dat jaar las. Tot op de dag van vandaag geniet ik van het werk van Brouwers. 

Cahier

Toen ik las dat de Stichting Jeroen Brouwers elk jaar een Cahier Jeroen Brouwers uit zou brengen om de aandacht voor het werk van de schrijver levend te houden, heb ik meteen een exemplaar van nummer 1 besteld. De lezing van de artikelen heb ik over een aantal maanden uitgesmeerd en nu is het ook alweer een tijdje geleden dat ik het laatste artikel las. Daarom staan niet alle details mij nog helder voor de geest, maar wel het plezier waarmee ik alles gelezen heb. 

Het cahier ziet er mooi uit. Het heeft een groot formaat en je kunt merken dat er aandacht besteed is aan de vormgeving. Veel foto's en twee mooie tekeningen van Floris Tilanus. En alle bijdragen vond ik interessant. Waarschijnlijk helpt het wel als je toch al van het werk van Brouwers houdt. 

Prominent aanwezig is Johan Vandenbroucke, die werkt aan een biografie van Jeroen Brouwers. Hij schrijft over de tijdschriftplannen van Brouwers en over zijn dagboeken. Bovendien voert hij een gesprek met Tom Lanoye over de polemiek bij Jeroen Brouwers. 

Kijkboek

Verder schrijft Roos Custers over het nooit verschenen Kijkboek van de Nederlandse literatuur 1830 - heden, waaraan Brouwers serieus werkte, Lodewijk Verduin over de filmactrices in het werk van Brouwers en Gwennie Debergh over de ontstaansgeschiedenis van Joris Ockeloen en het wachten

En dat is nog niet alles: Peter Zantingh buigt zich over de leestekens bij Brouwers, Anita Roeland, redacteur van Brouwers, haalt herinneringen op, Benno Barnard schrijft over de opdrachten die Brouwers voor in boeken schreef en Gijs Wilbrink schrijft over Exel, waar Brouwers een aantal jaren woonde, en die bijdrage kun je hier lezen. 

Uit dit eerste Cahier blijkt hoe veelkantig het werk van Brouwers is: romans, polemieken, brieven, dagboeken, essays - alles komt langs. En in al die delen is Brouwers volop Brouwers. Brouwers als persoon is steeds aanwezig, wat nog benadrukt wordt door de foto's en de afbeeldingen met daarop de handschriften. 

Mensen die niet veel geven om het werk van Brouwers zullen ook dit Cahier wel ongelezen laten. Maar voor de liefhebbers van zijn werk is er heel veel te genieten. 




2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, mooi dat je je zo kunt verdiepen in het werk van en over een schrijver. Zoals je weet heb ik niet veel met Jeroen Brouwers en zijn oeuvre, en ik zou ook niet zo snel allerlei losse stukken over een schrijver lezen, maar er zijn natuurlijk wel schrijvers waarvan ik alles wil lezen: Tolstoi, Tsjechov, Boenin, Paustovskij, Proust, Dr Seuss, Carolijn Visser, Lieve Joris, Frank van Rijn, F.B. Hotz, Maarten Biesheuvel, Barbara Stok, Aimée de Jongh, Jacques Tardi om de belangrijkste maar te noemen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen