In sommige romans ligt het verhaal kant en klaar op je te wachten. Je hoeft er alleen nog maar in te stappen en dan kun je langs de verhaallijn rustig naar het slot wandelen. Daar wil ik niets vervelends over zeggen, want met dat stramien zijn er prachtige boeken geschreven. Maar het is spannender als een roman 'gebeurt' tijdens het lezen: dat je verrast wordt, niet alleen door het verhaal, maar ook door de manier waarop een boek geschreven en in elkaar gezet is.
Bij K. Schippers ben je dan eigenlijk altijd aan het goede adres. Tijdens het lezen van zijn boeken komt er van alles in beweging. Ook in zijn nieuwe roman Straks komt het. Net als in bijvoorbeeld Waar was je nou (2005) zijn er verschillende tijdlagen en die zijn niet strikt gescheiden. In ons hoofd zijn die tijden immers ook niet gescheiden: we kunnen nog perfect de weg weten in een huis dat er al niet meer is en we kunnen de geur ruiken van gras dat decennia geleden vers gemaaid was.
In het heden loopt er een 'ik' rond, die ik voor het gemak maar even Schippers noem. Overigens slaat die bij het vertellen vaak het woord 'ik' over: 'Probeerde hem voorzichtig los te trekken, gaf het op, uit vrees voor een scheur.'
Zitten, staan, tasten
Het boek begint met het nichtje Bente dat veel aandacht heeft voor de begrippen 'zitten' en 'staan'. Als je daar eenmaal je aandacht op hebt, blijkt er heel veel te zijn wat je kunt onderbrengen bij een van die twee begrippen. Bij een lijstenmaker ontmoet Schippers de zangeres Doortje Reijnders, die daar de categorie 'de tast' aan toevoegt.Door de voorbeelden die gegeven worden, word je je ook als lezer bewust van de tast: hoe je handen het boek vasthouden bijvoorbeeld. Ook je andere zintuigen komen aan de beurt: al snel in de roman geeft Schippers regels uit The Great American Songbook en die kun je eigenlijk niet lezen, zonder ze ook te horen. Het citaat houdt op, maar Frank Sinatra (of Ella Fitzgerald of zelfs Rod Steward) zingt door.
Bevrijding
In het verleden zijn we in de tijd rond de bevrijding. Er wordt feestgevierd, meisjes en vrouwen die verdacht worden van heulen met de vijand worden kaalgeschoren en het jongetje Schippers en zijn broer Maarten zijn zelfs aanwezig bij de befaamde schietpartij op de Dam, van 7 mei 1945. Het vertellen van die gebeurtenissen heeft een zekere terloopsheid, ook als het over grote dingen gaat. Bij het kaalscheren van een vrouw signaleert Maarten dat het een zus van een meisje uit zijn klas is en de jongens vragen zich af waar men zo snel een tondeuse vandaan heeft. Verder lijken ze er geen oordeel over te hebben. Blijkbaar zijn er al zo veel extreme dingen gebeurd dat ze niet zo gauw ergens van opkijken. Het gaat natuurlijk ook niet om het oordeel, maar om het feit dat het gebeurt. Dat het er is.De titel zal te maken hebben met juist deze tijd: de oorlog was afgelopen en alles was nu mogelijk. De jongens (de 'ik' en zijn broer) gaan naar films, er is nieuwe muziek en ze worden groter: de tijd bergt mogelijkheden in zich.
Kurt Schwitters
In het heden reist Schippers Kurt Schwitters achterna. Ook daarbij worden we meegenomen zowel in het heden als het verleden: het heden van het reizen en het verleden waarin Schwitters leefde. Dan zijn er ook nog de werkelijkheden binnen en buiten het boek. Zo ben ik ooit op vakantie geweest op het eiland Rügen (dat Schippers ook bezoekt), waar ik ook naar Prora ben geweest. De foto van die gebouwen (Straks komt het is rijk geïllustreerd met fotomateriaal) verplaatste me meteen naar het eiland.Ook in het boek komt dat overigens voor: een tekening van New York verplaatst de personages. Want dat kan in een roman. Het aardige is dat de personages zich er soms van bewust zijn dat ze in een roman leven:
'Ik wil naar New York,' zegt Maarten.Tegelijk achten de personages zich sterker dan de wil van de auteur. Een van hen zegt: 'Anders was ik ook wel gekomen. Laat me echt niet de weg voorschrijven door een potlood of een pen.'
'I got rhythm, I got music,' zing ik.
'Ga dan,' zegt Rie.
'Een beetje ver.'
'Je kunt er zo naartoe, het is van papier, als wij nu,' zegt Maurits.
'Net als wij?' vraag ik.
'Hoe dacht je dat we anders op dit moment in deze kamer met elkaar konden praten.'
Terug naar Schwitters, die we kennen uit de literatuurgeschiedenis en van het stripboek over hem, Herr Merz van Lars Fiske. Schippers volgt hem op zijn tocht door Europa, waarbij hij naast Rügen bijvoorbeeld ook Noorwegen aandoet. We krijgen een goed beeld van de gedrevenheid waarmee Schwitters bezig is aan zijn Merzbau. Het is zowel heroïsch als tragisch. Dat laatste vooral om dat er weinig van overgebleven is.
Gershwin
Ook de Gershwins worden nagereisd. De film Rhapsody in blue zet in het begin van het boek al heel veel in gang. De muziek doortrekt alles in dit boek, samen met de kunst. Niet alleen die van Schwitters (en de foto's van diens zoon Ernst), maar ook bijvoorbeeld het Panorama Mesdag, al net zo'n bedrieglijk kunstwerk als de roman, waarin werkelijkheid (het zand voor het schilderij) en verbeelding in elkaar overgaan.Schippers gaat gemakkelijk over van het een in het ander. Als hij als kind bij een meisje is, hoort hij de zangeres Dinah Shore. Omdat hij de naam van het meisje niet weet, noemt hij haar ook Dinah. Vervolgens gaat zijn verbeelding ermee op de loop, zodat je niet weet of wat hij over haar vertelt herinneringen of fantasieën zijn.
Rijk
Net als de vorige boeken is Straks komt het weer een rijk boek. Het is niet alleen een eerbetoon aan Kurt Schwitters, maar even goed aan de jazz (met een prachtig stukje over Billie Holiday), aan de kunst in het algemeen en aan de taal. Als de metgezellin van Schippers vraagt waarom er altijd iets gebeurt, zegt hij: 'Omdat de taal tuk is op iets wat gebeurt en zeg niet dat het ook wel gebeurt zonder woorden. De taal wordt onderschat, omdat zoveel mensen het kunnen, praten.'De macht van de taal is natuurlijk niet onbeperkt. Broer Maarten zegt wel: 'Met taal kan alles', maar zijn broertje vraagt hem dan: 'Waarom hebben de woorden ons dan niet eerder bevrijd?'Maar de hele wereld in Straks komt het is wel grotendeels opgeroepen door de woorden. En door de afbeeldingen.
Door het hele boek heen zijn er jeugdherinneringen en geschiedenissen uit en van net na de oorlog. Dat zijn niet altijd lichte verhalen, maar Schippers heeft wel altijd een lichte toon. Hij is niet de eerste die de oorlog of de tijd er vlak na oproept, maar hij doet het wel op zijn eigen manier. Zijn waarnemingen zijn scherp.
Als de bevrijding er is, is de oorlog ten einde. Aan de andere kant volgen de dagen elkaar nog steeds gewoon op en gaat er heel veel ook gewoon door. De 'ik' realiseert zich dat er, nu de oorlog voorbij is, straks geen Duitsers meer zijn:
Er is een eind aan gekomen en je weet niet eens precies aan wat. De zang van de Duitse soldaten, 's morgens vroeg, als je nog in bed ligt. Je kijkt door een kier in het gordijn, daar lopen ze, keurig in het gelid, rolletjes zwemgoed onder hun arm, 'und wir fahren gegen Engeland.' Hiet altij d zo geweest, ik weet niet beter, en nu zal dat er ineens niet meer zijn. Het lijkt me sterk.De lezer gaat zich daardoor afvragen hoeveel zaken ongemerkt deel zijn gaan uitmaken van zijn werkelijkheid, en hoe ze pas echt opgemerkt worden als ze er niet meer zijn.
Gescherpt
Dat vind ik het mooie van de boeken van Schippers: je wordt gescherpt als je ze leest. Je wordt je van meer bewust dan van het verhaal. Je zet een streepje in de kantlijn, omdat je stukje later nog wilt teruglezen en realiseert je dat het streepje precies op de rand valt van het plaatje aan de achterkant van de bladzijde. Ineens speelt iets dat pas een bladzijde verderop speelt nu al mee in het verhaal.Schippers lezen is je realiseren dat er heel veel tegelijk is: er zijn gebeurtenissen, je herinnert je iets, je ruikt, ziet, voelt iets, er is een verhaal waarin jij zowel wel als niet bent. Om met Lucebert te spreken: 'er is alles in de wereld het is alles'. Er is ook een 'alles' in de boeken van Schippers. Heerlijk!
Eerder schreef ik hier over de Schippersboeken Niet verder vertellen en Voor jou.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten