dinsdag 30 maart 2021

Huis aan de Handelskade (Ria Borkent)


Soms kan ik mijn eigen leesgedrag niet volgen. Het boek Huis aan de Handelskade (2019) van Ria Borkent kocht ik kort nadat het verscheen. Niet lang daarvoor sprak ik de schrijfster nog kort, bij het verschijnen van Duizend bunder de verzamelde gedichten van Hans Werkman. Ik ken haar gedichten en vooral haar liedteksten, bijvoorbeeld voor het project Psalmen van Nu. Haar berijming van Psalm 84 is binnen dat project een soort hit. 

Ik kocht de roman, de eerste van Borkent, met het vaste voornemen het boek te gaan lezen, ik las een interview met de auteur en luisterde naar een interview met haar, maar van lezen kwam het niet. Huis aan de Handelskade kwam op een stapel terecht, waar ik het pas onlangs vanaf nam. 

Vereniging van Eigenaren

De hoofdpersoon in het boek is Sophie Roest, gepensioneerd, zo ongeveer halfweg zestig. Aan het eind van de roman, ruim vier jaar na het begin, is ze nog geen zeventig. Sophie woont in een apartementencomplex, met de trotse naam Casa Regina. Ze is voorzitter van de Vereniging van Eigenaren. 

Platen van natuursteen sieren de gevel van het gebouw en op een nacht vallen er een paar naar beneden. Dan begint het getouwtrek: wie is hiervoor aansprakelijk? Projectontwikkelaar, gemeente, aannemer en onderaannemer proberen onder de verantwoordelijkheid uit te komen. Er is werk aan de winkel voor de VvE. 

Het wordt een langdurige strijd, die uitmondt in een rechtszaak, die pas in het vijfde jaar plaatsvindt. Intussen volgen we Sophie. 

Contacten

Sophie is weduwe en ook haar hond is overleden. Ze staat er dus in haar eentje voor. Al in het begin krijgen we aanwijzingen dat haar broer Tomas al op jonge leeftijd overleden is. Sophie heeft wel contact met een vriendin (Gijsje) en met een zwager en schoonzus. Verder bestaan haar contacten vooral uit de mensen in het complex. 

De bewoners, de mede-eigenaren zijn kritisch op Sophie, zeker nadat ze in een compromitterende situatie is terechtgekomen, die in ieder geval de indruk zou kunnen wekken dat ze vertrouwelijk omgaat met de aannemer. 

Op zich leest Huis aan de Handelskade niet onaardig. Wie een willekeurig hoofdstuk leest, leest daar lekker doorheen. Maar al die hoofdstukken samen maken nog geen goed boek. En dat het aardig doorleest is in dit geval, voor mij althans, geen doorslaggevend argument. Dat het aardig leest, heeft te maken met de manier van vertellen. De stijl is redelijk soepel, al heb ik er ook wel kritiek op. Daar kom ik verderop op terug. Er zijn wel weinig gebeurtenissen die het verhaal voortstuwen.

Alles uitgelegd

Het grootste bezwaar vind ik dat, hele boek door, alles wordt uitgelegd. We lezen niet alleen wat Sophie doet, maar ook hoe ze daarover denkt. Al tijdens de handeling of een gesprek reflecteert ze op wat ze doet of zegt. Daardoor blijft er weinig te raden te over. Aan het eind van het boek krijgen we ook nog uitleg over alle verwijzingen naar muziek die in de roman te vinden zijn. De auteur lijkt weinig vertrouwen in de lezer te hebben. Die lezer hoeft dan ook niets te doen. Lezen natuurlijk, maar nadenken liever niet. 

Nog een groot bezwaar is dat Sophie, die wat naïef is in haar omgang met de aannemer, zo duidelijk deugt. Ze bedoelt het allemaal goed en de anderen zien dat niet altijd. Dat maakt haar tot een niet zo interessant personage. Ze maakt het de lezer aangenaam en veel te gemakkelijk. Waarschijnlijk dat ook daardoor het boek zo'n 'zoete' indruk achterlaat. Enige weerbarstigheid was meer dan welkom geweest. 

Het loopt ook nog allemaal goed af; dat verklap ik maar alvast. Met een heuse maaltijd zoals je altijd aantreft aan het eind van stripalbums van Asterix of Nero. 

Dode broer

Dat Sophie het vallen van de gevelplaten in verband brengt met de dood van haar broer, wordt in het begin al duidelijk, maar pas aan het eind van het boek krijgen we te horen hoe het precies zit. Dat is wel een vraag die de lezer vanaf het begin heeft. 

Als je de details weet, komt dat verband toch vooral over als een constructie. Juist door dat verband had Sophie heel erg fel kunnen zijn op deze zaak en juist veel nadruk moeten leggen op het gevaar dat de vallende stenen vormen, maar van die gedrevenheid is weinig te merken. Ze doet de dingen die ze als voorzitter moet doen en dat is het wel. 

Het hele leven van Sophie wordt door de auteur gereduceerd tot het incident met de gevel. De passages die daar niet over gaan, zijn ontsnappingen aan het gedoe met de VvE. Maar zo heel veel gebeurt er niet op dat gebied. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig vergaderingen. Zo worden 'nieuwe' bewoners voorgesteld die dan al meer dan een jaar bewoner zijn. 

Ironie

Sophie heeft een licht ironisch toontje, wat op zich wel werkt, maar ze heeft het altijd, wat weer minder waarschijnlijk is. Sterker nog: bijna alle personages hebben last van ironie. Mij begon dat nogal tegen te staan. De afstandelijkheid die de ironie creëert, had ik op sommige momenten ook wel willen missen. Als lezer voel je je daardoor minder betrokken; Sophie bekijkt zichzelf immers ook altijd van een afstandje. 

Verder zijn er veel beschrijvingen van handelingen die er niet toe doen voor het verhaal. Elk detail krijgt aandacht: van de ingrediënten voor een gerecht tot een kat die 'elegant' over het laminaat naar de deur wandelt. Als een kind bellenblaast wordt er bijvoorbeeld bij verteld dat ze dat doet met een bellenblaaspotje in haar hand, via een ringstaafje. Zoiets hadden we al begrepen. 

Beschrijvingen

Uitgebreid worden interieurs beschreven. Je kunt je nog voorstellen dat Sophie even rondkijkt als zij bij iemand binnenkomt, maar ze doet het ook bij haar eigen interieur:

De woonkamer ligt op het zuiden en is licht en ruim met uitzicht op het Diep. Er staan weinig meubels. Aan de wand haar Braziliaanse oerwoudverleden: geverfde pijlen, een raffiaketting met schelpen en veelkleurige plastic schijfjes. In de hoek een gevlochten palmrieten draagmand met daarin een bamboefluit, twee grashalmmessen, gekregen van een Indiaan die er pijlpunten mee sneed. 

Het perspectief ligt de hele tijd bij Sophie en het is niet waarschijnlijk dat ze zich zo bewust is van haar eigen woonkamer. 

Mooischrijverij

De uitgebreide beschrijvingen vertragen het verhaal onnodig. Wat mij betreft had er fors gekapt moeten worden in het boek. De traagheid zit ook in de mooischrijverij, die op mij af en toe als aanstellerig overkwam. Als er een torenklok slaat, lezen we:

Vrouwe torenklok telt mee en laat heldere, middeleeuwse slagen horen, haar zilveren rokken over het stadje uitspreidend in wijde kringen.

Steeds moet er weer een beeld gebruikt worden en de beelden zijn ook niet altijd gelukkig gekozen. Zo wordt euforie zowel geparkeerd als in de kast gezet als een fotoalbum.  

Weinig verhaal

Heel veel verhaal zit er niet in Huis aan de Handelskade. De meeste informatie krijg je uit gesprekken. Het boek zou aan vaart gewonnen hebben als er meer aandacht was geweest voor ontwikkelingen op verhaalniveau. Er had ook wel eens wat mogen gebeuren. Als er iets gebeurt, gaat het toch weer vooral om de reflectie van Sophie daarop. 

Tegen het eind is er wel een heftige gebeurtenis, maar die vond ik weer niet zo geloofwaardig. Dat die gebeurtenis (die ik niet zal verklappen) in gang zet dat iedereen anders gaat reageren geloofde ik ook niet. 

Huis aan de Handelskade viel me nogal tegen. Ik denk dat het gegeven vrij mager is voor een roman en de structuur (chronologisch vertellen) heeft ervoor gezorgd dat alle stapjes in het proces uitputtend beschreven zijn, waardoor de zaak te veel uitgesponnen is. Een redacteur had fors het mes moeten zetten in dit boek; er kan veel uit. Dit is een roman die niemand kwaad doet, die nergens tegen de haren in strijkt.  Bij zoveel meegaandheid verlies je al gauw de interesse. 

2 opmerkingen: