donderdag 1 februari 2018

Poëzie heeft gevolgen in de echte wereld (Nanne Nauta)



Wie een cadeautje ontvangt, wordt geacht blij verrast te zijn en het geschenk te bewonderen. In het algemeen houden mensen zich aan die ongeschreven regel. Indertijd heb ik overigens erg genoten van een stuk van Jan Hein Donner in Schaakbulletin over zijn vijftigste verjaardag. Hij noemde de cadeaus, de gevers en wat er mis wat met wat hij van hen ontving. Zelfs de taart vond geen genade in zijn ogen.

Het kan dus wel, een eerlijke mening geven over een geschenk. Bij de Literaire Boekhandel Lijnmarkt in Utrecht kreeg ik, ter gelegenheid van de Poëzieweek, naast het bundeltje van Verhelst een boekje van Nanne Nauta: Poëzie heeft gevolgen in de echte wereld. Kom, laten we dat gegeven paard eens in de bek kijken.

In de inleiding, waarin de corrector overigens een opzichtige fout liet zitten, vertelt Nauta hoe hij tot zijn tekst gekomen is. De aanleiding is een artikel van de wetenschapper Erik Verlinde: ‘Emergent Gravity and the Dark Universe’, waarin de theorie verwoord wordt dat alles bestaat uit informatie.

Naar aanleiding daarvan verschenen er artikelen waarin het woord ‘informatie’ natuurlijk vaak voorkwam. Nauta nam een tekst uit de NRC, verving steeds het woord ‘informatie’ door ‘poëzie’, paste de tekst nog wat aan en had toen een eigen artikel.

Het artikel van Nauta, ‘Poëzie heeft gevolgen in de echte wereld’, lees je als een tekst over poëzie en tegelijkertijd vervang je in je hoofd het woord ‘poëzie’ door het oorspronkelijke woord ‘informatie’, zoals in een kwantumcomputer iets tegelijk een 0 en een 1 kan zijn. Je leest dus eigenlijk tegelijkertijd twee teksten. Dat is een aardige ervaring.

Natuurlijk moest Nauta hier en daar wat aanpassen in het artikel en natuurlijk klopt daarna nog niet alles, maar het opmerkelijke is dat al lezend toch de gedachte je bekruipt dat poëzie overal is en zelfs op kosmische schaal invloed heeft.

Aan de tekst heeft Nauta voetnoten toegevoegd. Daarin klinkt hij meer door dan in de tekst zelf. Jammer genoeg gaat hij dan soms voor het gemakkelijke succes van de flauwiteit. ‘Kwantumpoëzie’ wordt dan in verband gebracht met een ‘woondiscounter’, maar dat is dan weer niet toe te passen op de rest van de tekst. Net zo melig zijn de commentaren bij ‘qpoëzie’ (verband met QMusic) en ‘superpoëzie’.

Wat dat laatste voorbeeld betreft: ‘superpoëzie’ verwijst naar de situatie waarin iets zowel ‘gesloten’ als ‘dicht’ kan zijn (zowel 0 als 1). De noot daarbij verwijst naar de meerduidigheid van poëzie en is ter zake, fris, verhelderend en ook grappig, maar als daarachter staat: ‘wat zeg ik, superpoëzie’, dan wordt de tekst zelf onderuit gehaald, waarna je niet veel meer overhoudt.

Beter op dreef is Nauta in de noten waarin hij verwijst naar poëzie. Bij een systeem dat zich tegelijkertijd in twee toestanden kan bevinden (een kat in een doos, die tegelijkertijd dood en levend is) citeert hij Bernlef:
Deuren 
Duwen
Trekken
Op het artikel volgen nog drie, nou ja, eigenlijk twee, gedichten. Niet wereldschokkend, maar toch aardig. En toepasselijk.

Poëzie heeft gevolgen in de echte wereld is een geintje, met een serieuze ondertoon. Je gaat bijna vanzelf de wat-alsvraag stellen: Wat als poëzie werkelijk de grondslag van alles zou zijn?

Het experiment zou geslaagder geweest zijn als Nauta het project zelf serieuzer genomen zou hebben. Hoe serieuzer je een grap uitvoert, hoe beter hij wordt. Juist in de noten had Nauta effectiever kunnen zijn. Atte Jongstra ging in een van zijn verhalen zo ver dat hij alleen de noten en niet de tekst publiceerde. Ook dat was een grap, maar met ernst uitgevoerd, waardoor het werkte.

Misschien is het doel om de lezer er voortdurend op te wijzen dat we de tekst als niet meer dan een grapje moeten zien. Maar dan kunnen we er gewoon onze schouders over ophalen en dat zou ook weer jammer zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten