zaterdag 3 oktober 2015

Frans Pointl (1933 - 1915) overleden


Voor mijn gevoel is het nog maar eventjes geleden dat ik een interview met Frans Pointl heb gehoord. Een mooi gesprek, dat Wim Brands met hem had. Ik had het indertijd gepodcast en ik beluisterde het toen ik met de auto naar een stripfestival reed, in Breda waarschijnlijk. Toch alweer twee jaar terug, merk ik nu ik het controleer. 

De naam Pointl riep indertijd meteen herinneringen bij me wakker. Meer aan de persoon dan aan wat hij geschreven heeft. Dat komt niet door het gesprek dat Adriaan van Dis ooit met Frans Pointl had, want dat heb ik nooit gezien. In de stukken die over zijn boeken verschenen, werd ook over de auteur geschreven en hij kwam natuurlijk ook in zijn verhalen naar voren.

Het leek me een eenzelvige man, sociaal wellicht niet zo handig. Zijn werkzame leven bestond uit kortdurende baantjes, hij woonde bij hospita's. In zijn verhalen leren we hem ook als jongen kennen.

Pointl debuteerde in mijn geboortejaar, 1959, met poëzie: Afscheid van laatste lente. Geen idee wat dat voor gedichten geweest zijn. Er zal nauwelijks aandacht aan besteed zijn. De bundel Ik raak aan je (1983) krijgt wel aandacht, bijvoorbeeld van Kees Bakker in De waarheid van 21 september 1983. Uit die recensie begrijp ik dat het in deze gedichten onder meer gaat over de moeder en hoe zij getraumatiseerd is door de oorlog. 
besefte ik
je waanzinnig dubbelleven
van overdag moeder
's nachts opbrandend
in de moffen-oven
In de jaren tachtig schrijft Point verhalen in het tijdschrift De Tweede Ronde. Als in kranten een signalering van een aflevering verschijnt, wordt Pointl soms genoemd. Margreet Hirs noemt Pointl waarderend in een stukje in de Leeuwarder Courant van 28 november 1986 als ze een bundel griezelverhalen (verzameld door Robert-Henk Zuidinga) bespreekt. Pointl leverde 'Poelie de Verschrikkelijke', een verhaal over een kat waarin Hitler gereïncaneerd lijkt te zijn. Het zou het slotverhaal worden in De aanraking (1983) en een bundel kattenverhalen (2008) zou dezelfde titel gaan dragen.

In 1989 verscheen de verhalenbundel De kip die over de soep vloog. Het deed aan als een debuut, omdat het vroege werk van Pointl zo ongeveer vergeten was. In het begin liep het nog niet zo hard met de recensies. Het werd wel al snel besproken door Dick Scheepstra in het Nederlands Dagblad van 27 november 1989, die er snel mee klaar was:
Ook al geen vrolijk stemmend boek. Het meeste wat de jongen/jongeman onderneemt, mislukt. En van enige troost in het geloof is geen sprake. Literair gezien is het wel een sterk debuut. Het taalgebruik en de sfeer zijn ethisch niet vlekkeloos. 
Maar in maart 1990 was Frans Pointl te gast bij Adriaan van Dis en dat was een succes. Nico Scheepmaker schreef erover in een Trijfel (Nieuwsblad van het noorden, 31 maart 1990):
Het publiek, allang blij dat het niet langer een sekonde te laat hoefde te lachen achter het Engels van Irene Dische en het Frans van Michel Tournier aan, sloot dat merkwaardige kantoormeneertje met zijn snorretje en zijn haakneus onmiddellijk in het hart en reageerde hinnikend op elke opmerking van Frans Pointl. Ik gunde het hem van harte. Zijn leven is nooit rozengeur en maneschijn geweest en is dat nog niet, dus een beetje succes kan geen kwaad.
Alleen... iedereen dacht dat hij de ene wise-crack na de andere humoristische repliek plaatste, terwijl hij in werkelijkheid met een wat naïeve maar grote ernst gewoon antwoord trachtte te geven op Adriaans vragen. 
De volgende dag lagen de stapels met exemplaren van De kip die over de soep vloog al bij de kassa en nog even later werd Pointl getipt voor de AKO-literatuurprijs. Hij werd wel genomineerd, maar de prijs ging naar Ferron, die weinig waardering had voor het werk van Pointl, zoals Jeroen Vullings nog onlangs memoreerde. Van De kip die over de soep vloog werden meer dan honderdduizend exemplaren verkocht.

Ik kocht het boek van Pointl in 1990. De gebonden uitgave, in de ECI-reeks 'Schrijvers van nu'. De afzonderlijke verhalen zijn me niet zo bijgebleven, meer de personen en de sfeer. Mooi sober geschreven, maar verder ook weer niet zo heel bijzonder. Wel heb ik meteen ook de volgende verhalenbundel gekocht, De aanraking, die in 1990 verscheen. Tom van Deel schreef daarover:
wie graag wat meer literatuur wil lezen, komt bij Pointl niet erg aan zijn trekken.
Dat lees ik tenminste in een artikel dat Jaap Goedegebuure in 1991 in Ons Erfdeel schreef.

Na die eerste twee boeken was het zo'n beetje over met Pointl, in mijn herinnering. Maar dat klopt helemaal niet. Hij schreef nog verschillende bundels, waaronder Rijke mensen hebben moeilijke maten (1993), De hospita's (1995), Poelie de Verschrikkelijke 2008) en De laatste kamer (2013). De recensies zal ik gezien hebben, maar ik heb er geen herinnering aan. Geen van de boeken heb ik gekocht of gelezen.

Het zou me niet verbazen als Pointl uiteindelijk herinnerd zal worden als de auteur van die ene bundel, De kip die over de soep vloog. En als 'dat merkwaardige kantoormeneertje', zoals Scheepmaker hem noemde. In het literaire woud was Pointl geen reuzeneik, maar berken mogen er ook zijn.

Frans Pointl overleed op 1 oktober. Hij werd tweeëntachtig jaar.

1 opmerking:

  1. Ik ga denk ik De laatste kamer lezen. Ik las een interview laatst waarin ter sprake kwam dat hij in een verpleeghuis in een klein kamertje zat te verkommeren, zonder ruimte voor boeken en dat de interviewer er toen een paar gebracht heeft als leesvoer en afleiding. Triest verhaal, De laatste kamer zal wel een somber boek zijn over zijn......laatste kamer.

    BeantwoordenVerwijderen