Tja, wat heeft Jan-Willem Anker eigenlijk geschreven in het boekje Beproevingen? Achterin schrijft hij 'teksten' en dat is waar. Ze zien er niet uit als gedichten, al heeft het boekje toch iets dichtbundelachtigs. Maar verhaaltjes zijn het eigenlijk ook niet. Daarvoor hebben ze te weinig verhaal.
Laten we er eerst maar eens eentje lezen:
Buitenstaander
Ik hoorde er niet meer bij. Ik deed niet mee. Ik lag uit de groep. Waarom had ik niet het borsthaar van een Siciliaan? Of een brede, geoliede tors? Ik was hip noch gewild. Ik had er de kop ook niet voor. Op cocktailparty's zat niemand op mij te wachten, hoewel ik thuis mijn eigen shaker had. Natuurlijk, ik wilde er niet bij horen en meedoen interesseerde me al helemaal geen moer. Ik hulde me nooit in designerlompen en hield me ver van kreten en credo's. Ik laafde me aan verschoppelingen die elkaar buiten bereik van de televisiecamera's snotterend stonden te omhelzen.Dit is wel een typerende tekst uit 'Beproevingen', maar misschien zijn alle teksten daarin wel typerende teksten. 'Buitenstaander' gaat over een 'ik', zoals alle teksten in de bundel. Die 'ik' houdt zich afzijdig van de anderen. Er zijn anderen, maar hij hoort er niet bij.
In veel verhalen (zo noem ik ze dan toch maar) is er een ik die binnen blijft en juist in het verhaal de buitenwereld opzoekt. Eigenlijk wordt het nooit wat. Soms maakt hij vreemde dingen mee, die echter verteld worden alsof ze de gewoonste zaak van de wereld zijn. Het gebeurt om hem heen, maar meestal is hij niet degene die de actie onderneemt, behalve dan het op pad gaan.
In veel stukken zitten mooie zinnen en sommige zijn ook humoristisch: 'Dagelijks fouilleerde ik mezelf, hoewel dat kietelde.' Of: 'Ik overwoog mijn laatste geld te spenderen aan een reis naar Beiroet om daar bij een aanlandig windje stijlvol te verkommeren.' Van die zinnen moet Beproevingen het, wat mij betreft, dan ook wel hebben.
Over het algemeen worden de omstandigheden vaag gehouden en het lijkt alsof ook voor de 'ik' veel onduidelijk is: 'Ik dacht aan ontsnappen maar vroeg me af waaraan.' Mij was dat op den duur te onbestemd. Het zal wel de bedoeling zijn, maar het had tot gevolg dat ik er maar moeilijk mijn aandacht bij kon houden. Gaandeweg kreeg ik het idee dat Anker met gemak nog tweehonderd van dit soort teksten zou kunnen schrijven of dat hij had kunnen volstaan met de helft van de teksten en dat dat eigenlijk niet uitgemaakt zou hebben.
Een sfeer, een 'ik', wat gebeurtenisjes, wat mooie zinnen - meer hou ik niet over aan Beproevingen. Dat is me te weinig.
Jan-Willem Anker, Beproevingen.
Uitg. De Arbeiderspers, Utrecht/Amsterdam/Antwerpen 2013
64 blz. € 18,95
Geen opmerkingen:
Een reactie posten