Er kan in Nederland niets gebeuren of er wordt gevraagd hoe gewone mensen erover denken. Bij Prinsjesdag krijgen ome Henk en tante Ingrid uitgebreid de kans om te zeggen dat ze wel snappen dat er bezuinigd moet worden, als er een moord gepleegd is, mag de buurvrouw van de dader vertellen dat ze het best wel erg vindt en dat ze zoiets nooit verwacht had van een man die altijd keurig de kliko aan de weg zet met de wieltjes naar voren en als een voetbalclub verloren heeft, mag de eerste de beste supporter drie keer ‘Kanker!’ roepen.
Ik snap wel dat die uitspraken niet representatief zijn voor de Nederlandse bevolking. Je krijgt er als tv-kijker ook geen extra informatie door, maar misschien voel je je gerustgesteld omdat de gewone man ook gehoord is en ook zijn zegje mag doen. En wij zijn immers allen gewone Nederlanders.
Wíj hadden ook bij de Blokker kunnen staan toen de cameraploeg langskwam om ons te vragen hoe we dachten over de bezuinigingen op cultuur, de hoedjes bij Prinsjesdag of het sexappeal van koningin Beatrix. Wij zouden onze kelen geschraapt hebben en we zouden televisiekijkend Nederland deelgenoot gemaakt hebben van onze diepe inzichten. Het stukje journaal zouden we op Facebook hebben geplaatst en al onze bekenden zouden geklikt hebben op de knop met het duimpje omhoog. Respect!
Het is natuurlijk lekker makkelijk om zo televisie te maken: je schiet tien landgenoten aan, veegt de vijf opvallendste reacties bij elkaar en je hebt je itempje weer af.
Echt onderzoek doen is lastiger. Als je wilt weten of je agressief wordt van het eten van vlees, of het behandelen van je haar met waterstofperoxide het denkvermogen aantast en of Nederlanders inderdaad vinden dat alle Marokkanen terug moeten naar Turkije, moet je veel meer inspanning leveren.
Diederik Stapel dacht het gemakkelijker te doen en verzon de data waarop hij de uitkomsten van zijn onderzoeken baseerde. Aanvankelijk merkte niemand het. Nu is hij toch door de mand gevallen en dat is jammer. Stapel vertelde goede verhalen en dat die niet overeenkomen met de werkelijkheid is niet zo belangrijk.
Dat we in Nederland massa-immigratie hebben, dat er sprake is van islamisering, dat we in een onveilig land leven waar oude omaatjes niet meer de straat op kunnen zonder pepperspray, een gummiknuppel en een boksbeugel in het handtasje, klopt ook niet en sommige kranten, sommige politici en heel wat andere Nederlanders malen er niet om.
Het gaat om het gevoel, zeggen ze. Misschien zijn er niet zoveel moslims, maar het voelt wel alsof er heel veel zijn. Misschien is het aantal overvallen, verkrachtingen en diefstallen afgenomen, maar het voelt alsof het elk moment kan gebeuren. Ik heb drie sloten op elke deur, een alarminstallatie die gekoppeld is aan een sirene en een hond die eigenlijk in Nederland niet gefokt mag worden. Je weet maar nooit.
Het gaat om het gevoel, niet om de feiten. Daarom interviewen we in het journaal Johnny en Anita, daarom stemmen we op partijen waarbij we ons goed voelen, zonder dat we precies weten wat de standpunten zijn, daarom geloven we Diederik Stapel.
Mijn gevoel zegt dat het jammer is dat Stapels bedrog uitgekomen is. Ik had nog graag het onderzoek gelezen waaruit blijkt dat het kijken naar commerciële zenders oogkanker veroorzaakt, dat wijndrinkers slimmer zijn dan bierdrinkers en dat mensen die naar een cultureel café gaan meer en betere seks hebben dan mensen die hier nooit komen. Of dat laatste klopt, zult u dus niet in de krant lezen. Ga maar af op uw gevoel.
(Column voor cultureel café Dante)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten