Na elke nacht is er een nieuwe dag. Het lijkt of die al kant-en-klaar op ons te wachten staat, maar volgens een van de personages van Jeroen van Rooij, duurt het een jaar om een dag te maken. De man die dat zegt, maakt de dagen. Maar de voorraad raakt op.
Van Rooij toont ons meer opmerkelijke personages in De eerste hond in de ruimte (2010): een jongen die de tweelingbroer van een wolf is, bijvoorbeeld of een man zonder geheugen, die elk moment weer nieuw beleeft. Er loopt ook nog ergens een popmusicus rond, in wie ik Brian Eno meende te herkennen, maar ik ben daar allerminst zeker van.
Opmerkelijke personages, een niet alledaagse thematiek, een soepele stijl - je ziet aan het boek niet af dat het een debuut is. Wat nog niet wil zeggen dat De eerste hond in de ruimte een uitzonderlijk goed boek is.
Van Rooij wisselt bijvoorbeeld vaak van perspectief, wat hij ook tot uitdrukking brengt door te wisselen van lettertype. Maar dat grafische hulpmiddel heeft de lezer helemaal niet nodig. Verder zijn de verschillende stukjes vrij kort, zodat je als lezer nauwelijks de tijd krijgt om zo in het verhaal te komen dat je een beetje gaat meeleven. Dat laatste is trouwens toch lastig. Tijdens het lezen van de eerste helft van het boek, moest ik erkennen dat het allemaal wel goed gedaan was, maar het deed me verder niet veel.
Ook vroeg ik me af waar Van Rooij nu eigenlijk met zijn boek heen wilde, wat hij ermee wilde zeggen en wat wij er dus als lezers mee moesten. Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet. Misschien moet het geheel aan personages, die bijna allemaal alleen zijn en zichzelf maar moeten zien te redden, een beeld geven van onze samenleving.
Een trieste wereld, zoveel is zeker. Als een goed geschreven boek daarin de enige troost is, is dat toch wat mager.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten