Dingen uit je jeugd opnieuw voor ogen of onder ogen krijgen, kan een bevreemdende ervaring zijn: het huis van je oma is kleiner dan je je herinnerde, de weg naar school blijkt korter dan je geheugen aangaf en de spannende boeken vallen bij herlezing door de mand.
Het heeft iets dubbels, die confrontatie met het verleden. Ik luister wel eens naar slechte muziek uit de jaren zeventig. Dat is muziek die ik ook toen al niet best vond, laten we zeggen 'Una paloma blanca' en toch heeft het terughoren ook iets prettigs: alsof je weer even de tijd kunt aanraken dat je vijftien of zestien was.
Brammetje Bram
Toen ik de integrale heruitgave van de strip Brammetje Bram in de winkel zag liggen, besloot ik hem te kopen. Mijn striphandelaar snoof verachtend: 'Wat neem je nu mee! Die albums neem ik tweedehands nog niet in, al krijg ik geld toe.' 'Jeugdsentiment', zei ik verontschuldigend en ik vroeg me af of ik goed had gedaan aan de koop. Sommige dingen, en dus ook sommige strips, kunnen misschien beter een herinnering blijven.Ik las Brammetje Bram indertijd in Sjors en ik weet nog als de dag van gisteren dat de strip verscheen. Als mijn geheugen me niet bedriegt, was Sjors net vernieuwd: nieuwe vormgeving, nieuwe strips (bijvoorbeeld De Sliert en Arad en Maya en misschien ook wel Roel Dijkstra) en een nieuwe tekenaar van Sjors en Sjimmie, Jan Steeman.
En in die Sjors werd de strip Brammetje Bram aangekondigd: 'Hou je vast! Volgende week in Sjors Brammetje Bram, het slimste scheepsmaatje aller tijden, en Knevel de Killer, de absolute schrik van de zeven zeeën.' Bijzonder aan de lettering was dat in elke 'o' een stip stond, wat altijd zo gebleven is in de verhalen van Brammetje Bram.
Het was april 1970, ik was tien jaar oud en het is niet zo gek dat ik vanaf dan zou gaan genieten van de avonturen van deze nieuwe stripheld. De verhalen spelen zich af in een onduidelijk verleden, toen er nog zeilschepen en kapers waren, wat wel aansloot bij de kinderboeken die ik las, zoals Paddeltje, de scheepsjongen van Michiel de Ruijter en Scheepsmaat Woeltje.
Aan het begin van het eerste verhaal, 'Brammetje Bram en Knevel de Killer', rent Brammetje hard weg voor de slager, die een kat te pakken wil nemen. De slager achtervolgt de kat en de jongen, die hun toevlucht zoeken op een schip en daar durft de slager niet te komen: het is namelijk De Zeemadelief, het schip van de beruchte zeerover Knevel de Killer. Brammetje en de kat Knarf varen als verstekeling mee en treden zo toe tot de bemanning van Knevel.
Knevel is het type 'ruwe bolster, blanke pit'. Hij kan hard schreeuwen, maar je weet als lezer dat hij eigenlijk wel deugt en als het erop aankomt, zal Brammetje hem met plezier redden. Ook de naam van zijn schip (De Zeemadelief) geeft al aan dat er ook iets lieflijks zit in deze killer.
Roodbaard voor kinderen
In het eerste verhaal wordt er een prinsesje vervoerd. Zo'n gegeven herkennen we ook uit een van de verhalen van Roodbaard. Met enige goede wil zou je Knevel de Killer een Roodbaard voor kinderen kunnen noemen.Voor een kind is Brammetje Bram een strip die zowel spannend als veilig is: Knevel en Brammetje beleven veel avonturen en er wordt zeker ook in gevochten, maar er vallen geen doden. Wat dat betreft is de strip met Asterix te vergelijken, waarin heel wat Romeinen in elkaar getimmerd worden, zonder dat je de indruk hebt dat je iets gewelddadigs leest.
De bemanning van De Zeemadelief is een fraai mengelmoesje van culturen: twee matrozen (Driek, die zich als afstammeling van de Vikingen beschouwt en de potige maar goedmoedige Marius), een scheepsarts (Salver Quack, die je pas goed boos kunt maken als je zijn mutsje afneemt) en de Chinese kok (So-wi-so, die de 'r' stereotiep als een 'l' uitspreekt).
Stereotypen
Die stereotyperingen zouden tegenwoordig op bezwaren stuiten. Het laatste verhaal in dit deel van de integrale heruitgave is 'Brammetje Bram, de zonnekoning van Mato Grosso.' Daarin wordt Brammetje meegenomen door een stel inlanders, die voor hem buigen en hem vereren: 'Jijkiebijkie onziekoninkie'. De witte superioriteit, die we later ook zouden leren kennen uit bijvoorbeeld Pocahontas en Avatar, is hier overduidelijk.In die tijd is de strip Sjors en Sjimmie net gemoderniseerd, waarbij de twee striphelden gelijkwaardig zijn geworden: Sjimmie praat normaal Nederlands en is gewoon een vriendje, dat toevallig niet wit is. Maar een stel indianen afschilderen als onderdanig en ook wel een beetje dom, was toen blijkbaar geen probleem. Misschien komt dat ook door de historische setting van de strip.
Je zou kunnen zeggen dat je zo'n strip dus niet zomaar zou moeten herdrukken, maar mij lijkt belangrijker dat het tijdsbeeld wordt weergegeven. En moeten daar dan geen waarschuwende bordjes bij? Ach, welnee: de lezers van nu mogen zelf hun oordeel vormen, zonder bevoogdend commentaar.
Dossier
Bij een integrale uitgave hoort ook een dossier met achtergrondinformatie. In deze uitgave is dat dossier bescheiden, maar we komen wel het een en ander te weten over de schepper van Brammetje Bram, de Antwerpenaar Eddy Ryssack (1928 - 2004). Ik herinner me dat ik in Eppo van zijn hand ook nog de strip 'Opa' heb gelezen.Ryssack heeft veel getekend en geïllustreerd, maar de geschiedenis heeft wel stof op hem doen neerdalen. Naast het tekenen van strips hield hij zich bezig met het maken van animatiefilms en met het Stripgilde, dat hij mede oprichtte en waarvan hij de eerste voorzitter was. Het is mooi dat met deze uitgave dat stof weggeveegd wordt, zodat we Ryssack en Brammetje Bram opnieuw kunnen leren kennen.
Er staan drie verhalen in deze bundeling, waarvan we 'Brammetje Bram en de schat van de Nour-Akhs' nog niet genoemd hebben. Alleen dat verhaal verscheen ooit als album. Zo zou het ook gaan met de volgende verhalen: sommige brachten het nooit tot een zelfstandige uitgave.
Het dossier in dit deel is verzorgd door Wouter Adriaensen, die dat heel aardig heeft gedaan. Een deel van de informatie was ook al te lezen in de Comiclopedia, in een bijdrage van Bas Schuddeboom.
Tekstschrijver
Opmerkelijk is dat de tekstschrijver van de eerste negen verhalen over Brammetje Bram, Frans Buissink, weggemoffeld is. Hij staat niet vermeld op de omslag of bij het begin van de verhalen en ook niet in het dossier (als er tenminste niet overheen gelezen heb). Wel op de titelpagina en verder in een klein introductiestukje door 'De uitgever' waarin wordt aangekondigd dat er in het volgende deel aandacht aan Buissink besteed zal worden. Dat is aan de magere kant.Verder ontbreekt een behoorlijke inhoudsopgave, waardoor het iets lastiger is om het begin van de afzonderlijke verhalen te vinden. Op het achterplat staat nog wel welke drie verhalen opgenomen zijn, maar dat had natuurlijk ook prominenter in de uitgave vermeld moeten worden.
Op het achterplat wordt het tweede verhaal 'De schatten van de Noer-Akhs' genoemd, zoals het verhaal ook aangekondigd werd in Sjors. In de albumuitgave zijn 'de schatten' teruggebracht tot 'de schat'. Over de reden daarvan krijgen we verder geen informatie.
De verhalen van Brammetje Bram blijken overigens nog aardig mee te kunnen. Er zit vaart in het verhaal en in de tekeningen. Ryssack had een bijzonder soepele hand van tekenen, die zeer aangenaam oogt. De inkleuring in het eerste verhaal bevalt me op sommige platen minder. Dan is zo'n bladzijde bijvoorbeeld wel erg roze geworden en soms wordt de huid zo roodachtig ingekleurd dat de rode outfit van Brammetje er nauwelijks bij afsteekt (blz. 49). Maar het is slechts de kniesoor in mij die daar op let.
De tekst is goed overeind gebleven. Er zit humor in wat gezegd en beschreven wordt. Op een gegeven moment neemt Knevel Brammetje mee om zijn schat te verbergen. Brammetje moet een kuil graven voor de schat, maar hij weet niet wat daarna zijn lot zal zijn. Zal Knevel hem laten leven? Brammetje vraagt zich dan af: 'Ben ik nu een omgekeerde schatgraver of een doodgraver?' Dat zijn zinnetjes die ik nog steeds met plezier lees.
Het is lastig om objectief te oordelen over Brammetje Bram, omdat er voor mij ook jeugdsentiment aan kleeft. De tekeningen vind ik verrassend soepel en ik heb genoten van sommige stukjes tekst. De verhalen zijn verder aardig, maar nu ook weer niet heel bijzonder. Dat er bijzondere wezens (Nour-Akhs) en bijzondere mensen (indianen) nodig zijn om interesse te wekken is misschien al een veeg teken. Toch heb ik me niet verveeld bij deze drie verhalen en ik heb genoten van de afbeeldingen van de covers van Sjors die ik bijna weer kon ruiken.
In de loop van de jaren heb ik de piraten nooit helemaal vaarwel gezegd. Natuurlijk heb ik Roodbaard gelezen en op Netflix kijk ik naar Black Sails. Het is niet waar dat Brammetje Bram dat teweeg heeft gebracht, maar een moment lang is het leuk om dat te denken.
Serie: De Complete Brammetje Bram
Deel: 1. Piraten in Zicht!
Tekeningen: Eddy Ryssack
Tekst: Frans Buissink
Uitgever: Arboris, Zelhem 2017; 176 blz. gebonden, €24,95
Geen opmerkingen:
Een reactie posten