donderdag 9 oktober 2025

Afgestoft: De tien wetten der verleiding (Anja Sicking)

Van Anja Sicking las ik het eerst haar tweede boek, De stomme zonde (2005), goede historische roman. Vrij snel daarna (denk ik) las ik haar debuut, Het Keuriskwartet (2000), een aardig, vlot geschreven roman. Haar derde roman, De tien wetten der verleiding (2009) besprak ik in Nederlands Dagblad, 11 september 2009. Die recensie staat hieronder. 

En daarna verloor ik het werk van Sicking uit het oog. Dat Ferrari's in de hemel (2016) en De visionair (2022) verschenen, is mij geheel ontgaan. Nu ik dat net opgezocht heb, krijg ik toch wel zin om een van die twee te gaan proberen. 

De eerste drie boeken nemen drie geheel verschillende onderwerpen bij de kop en ik ben wel benieuwd wat ze in haar latere boeken aan de orde heeft gesteld. Misschien moet ik eens kijken of ze in de bibliotheek staan. Maar eerst maar eens het stapeltje wegwerken dat ik gekocht heb en al die boeken die er al langer liggen.  


Derde roman Sicking leest vlot, maar stelt teleur

 
Het tweede boek van een schrijver is altijd lastig. Een debuut willen de recensenten nog wel met enige welwillendheid bespreken, maar de opvolger ervan wordt zelfs het minste gebrek aangerekend. Tenminste, dat is het verhaal dat de ronde doet. Bij Anja Sicking ging dat in ieder geval niet op. 

Haar debuut, Het keuriskwartet, werd positief besproken en zelfs bekroond, met de Geertjan Lubberhuizenprijs. Het is een vlot geschreven boek, dat een mooie inkijk geeft in de wereld van conservatoriumstudenten. Al vanaf het begin weet je dat de belangrijkste personen een misdaad op hun geweten hebben, maar pas aan het einde van het boek kom je te weten wat er precies is gebeurd. 

Sickings tweede boek was waarschijnlijk zelfs nog beter dan haar debuut. De stomme zonde werd ook in deze krant geprezen als knappe historische roman, die de tijd doet herleven dat homoseksuelen in Nederland hun leven niet zeker waren. Het boek is intussen vertaald in het Duits en het Engels.

Scholiere

Maar nu is er een derde boek, De tien wetten der verleiding, en eerlijk gezegd stelt dat me toch een beetje teleur. Wel moet ik toegeven dat ook deze derde roman vlot leest, helder geschreven is en dat de schrijfster niet terugvalt op eerdere onderwerpen, maar weer iets heel nieuws bij de kop neemt: een middelbare scholiere in het jaar 1977.

Wat er in dat jaar buiten het schoolwereldje van Merel Zilver gebeurt, noemt Sicking wel, maar daar blijft het bij. De kaping van een trein door Molukkers, de gijzeling van een klas met schoolkinderen, het proces rond Pieter Menten, de veroordeling van de leiders van de Baader Meinhofgroep - je hebt niet het idee dat het de personages echt wat doet. Al kun je je afvragen wat de scholieren dan wel bezighoudt.

Merel zegt bijvoorbeeld wel dat ze houdt van de muziek van Easy Cure (waaruit later The Cure zal groeien), maar wat haar aanspreekt in die muziek, welke teksten haar bijblijven - we komen het niet te weten. Misschien is de muziek ook niet zo belangrijk voor Merel, maar moet ze wel zeggen dat ze Easy Cure goed vindt. Ze hoort immers bij het groepje leerlingen dat zich TC noemt, Timo's Cure, en dat dan ook rond Timo gegroepeerd is. Binnen dat groepje zegt iedereen van Easy Cure te houden.

TC is een groep waar je niet zomaar bij komt en nu Merel toegelaten is, wil ze er koste wat kost bij blijven, ook als de groep over Merels grenzen heen gaat.

Als TC Leonne, een nieuwe leerlinge die Merel nog van een vorige school kent, een afstraffing wil geven, probeert Merel dat wel te voorkomen en bij te sturen, maar ze grijpt niet in. Het is een halfslachtige houding, die zich vroeg of laat natuurlijk tegen haar moet keren en dat gebeurt dan ook. Merel doet haar best, maar ze blijft een eenling, die niet echt hoort bij de groepjes in haar omgeving. Ze woont bij haar gescheiden vader, die weinig thuis is. Ze maakt de huiskamer schoon in de hoop dat hij het dan gezelliger vindt en het dus prettiger zal vinden thuis te komen. Haar moeder is druk met de vrouwenpraatgroep, de zogeheten sharinggroep. Eigenlijk moet Merel het zelf allemaal maar zo'n beetje uitzoeken.

Aandoenlijk

De tien wetten der verleiding begint met een proloog, wordt onderbroken door enkele intermezzi en wordt besloten door het hoofdstuk 'Voorbij het einde', dat een soort epiloog is. Hierin ligt het perspectief niet bij Merel, maar bij een alwetende verteller, die dus afstand kan nemen. Dat is aardig bedacht en zo kan de schrijfster wat ideeën kwijt over de meervoudigheid van de persoonlijkheid en over groepsvorming, maar deze hoofdstukken voegen eigenlijk niet zo heel veel aan het boek toe. Het lijkt alsof Sicking het verhaal op zich blijkbaar te licht vond en het toch nog enige zwaarte wilde geven.

Het boek dat Merel uit de boekenkast van haar moeder meegenomen heeft en dat dezelfde titel heeft als Sickings roman, is ook al zo'n boek dat er voor mijn gevoel echt bijgesleept is. Het is niet geïntegreerd in de hele roman.

Ach, die Merel heeft wel een zekere aandoenlijkheid en ook met die andere jongeren die het leven moeten leren en ermee experimenteren, kun je wel compassie hebben, maar het is allemaal net te weinig. Het wordt dus wachten op het vierde boek, want dat Sicking meer kan dan ze nu laat zien, is voor mij duidelijk.

Eerder schreef ik over:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten