woensdag 5 juni 2024

Hoera, we leven nog!


In 2005 interviewde ik Jan Eijkelboom. Dat interview verscheen in het blad Liter maar ik plaatste het ook hier. Boven het artikel staat 'Hoera, we leven nog!' Dat verwijst naar een foto van de vader van Eijkelboom, die hospik was in de Eerste Wereldoorlog. Toen die voorbij was, lieten enkele jongens in witte jassen zich fotograferen, met die tekst. 

Maar Eijkelboom nam de tekst graag over. Na alles wat hij meegemaakt had, had hij een zekere verbazing over het feit dat hij er nog was. De titel van een van zijn vroege bundels, De gouden man, slaat ook wel op hem, vond hij. Nou ja, lees het interview voor de details. 

Mijn leven is niet in gevaar geweest. Niet erger dan gewoonlijk, bedoel ik. Maar omdat ik tegenwoordig weinig aan schrijven toekom, lijkt het me toch wel goed om te laten weten dat ik nog steeds leef, ook al plaats ik hier een tijdje niets. 

Correctiewerk

Het is examentijd en dat betekent dat er correctiewerk verricht moet worden. Dat doe ik voor de Staatsexamens. Eerst drie enveloppen examenwerk voor de eerste correctie en daarna drie voor de tweede correctie. Daarna volgen de enveloppen met betogen en beschouwingen, ook twee keer drie. 

De schrijfproducten van de kandidaten zijn meestal met de hand geschreven, soms moeilijk leesbaar en bovendien moet de eerste corrector de woorden handmatig tellen. Dat is suf werk en er gaat veel tijd in zitten. 

Dat corrigeren doe ik naast het afnemen van mondelinge examens op scholen voor mbo, waartoe ik verschillende keren per week door de regio reis, en mijn vrijwilligerswerk op donderdag. 

Vandaar dat er voor schrijven niet altijd even tijd en vooral rust overblijft. Ik repte daar al van in een vorige bijdrage, Wat in het vat zit. Daarin vertelde ik ook wat je nog kon verwachten. Die verwachtingen heb ik intussen maar mondjesmaat ingelost. 

Er verschenen recensies van twee graphic novels: De vergeten Bourgogne en Het verborgen leven van bomen. Verder plaatste ik een stukje over Hogere machten van Joost de Vries, een fijne roman voor de vakantie. 

Wat er nog komt

Intussen ben ik wel blijven lezen en ik zal ook nog wel schrijven over het gelezene, al weet ik nog niet wanneer. In juni denk ik nog wel ergens tijd vrij te kunnen maken, maar in juli werk ik bijna elke week zes dagen per week: vijf bij de Staatsexamens, eentje bij 113 Zelfmoordpreventie. Ik probeer wel elke week wat te plaatsen, al is het maar om te vertellen wat je nog tegoed hebt. 

Boven op de stapel ligt Vissen redden (2009) van Annelies Verbeke. Ik genoot indertijd heel erg van Dertig dagen (2015). Geweldig boek! Daarvoor had ik Slaap! (2003) gelezen, dat ik ook goed vond, maar het deed me minder. Vissen redden had me wel te pakken. Ik hoop er binnen een week over te gaan schrijven. 

Zojuist las ik het laatste stukje uit Vogel vlieg met me mee tralala, brieven van Heere Heeresma aan Anton de Goede. Aardig, soms, maar lang niet alles is interessant, de noten zijn summier en het namenregister is onbruikbaar. Eigenlijk was ik een beetje teleurgesteld, al kwam Heeresma wel over als een aardige man en in sommige brieven is hij goed op dreef. 

Er is net een dundrukeditie van werk van hem uitgekomen en we wachten op de biografie. Laten we hem niet vergeten. 

Strips

Het lezen van strips gaat ook door. Zo las ik Het eerste deel van Medea, De schaduw van Hekate. Die moet ik nog een keer herlezen om te weten wat ik ervan vind. Voorlopig ben ik wel positief. Niet dat ik sta te juichen, maar je kunt het goed lezen. 

Verder las ik een heel grappige beeldroman: De schele hond. Werd mij zomaar toegestuurd door een uitgeverij die ik helemaal niet ken: Stichting Zet.El. Heel grappig, maar niet het heeft meer dan dat. Hoe langer ik erover nadenk, hoe beter ik het vind. Leuk boek!

Verder las ik Facel Vega, het vijfde deel van de stripserie over de detective Brian Bones. In elk deel staat een bijzondere auto centraal. Eerder schreef ik over de eerste twee delen: Roadmaster en Eldorado. Leuk om te lezen, ook voor mij, al geef ik niets om auto's. Mensen in mijn nabijheid weten dat ik altijd de laatste eigenaar van een auto ben en de auto die ik nu rijd is de eerste waarvoor ik meer dan duizend euro betaalde bij de aanschaf. En toch geniet ik van zo'n autostrip. Leuk voor tussendoor. 

Intussen lees ik in In het oog van Marijke Schermer. Goede roman! Die krijg ik deze week nog wel uit. Wat ik daarna ga lezen, weet ik niet. Bij de strips ligt Het lied van de boot van Marsal Branco boven op de stapel en in Observator van Marcel Ruijters heb ik ook wel zin. Maar misschien grijp ik naar iets gemakkelijks. 

In ieder geval heb je nog wat tegoed. Als je je nieuwsgierigheid niet langer kunt bedwingen, kun je de boeken en de strips altijd zelf gaan lezen. En anders ook. 

Morgen heb ik een late dienst bij 113. Mogelijk kan ik in de ochtend nog wat schrijven. En anders moet je wachten tot volgende week. 

Gedoe

Intussen is er in de literatuur weer van alles gebeurd. Er is een nieuw boek van Lale Gül, waarnaar ik niet zo nieuwsgierig ben, maar dat ik misschien toch ga lezen. Niet dat ik verwacht dat het een goed boek is, maar het onderwerp is wel van belang. 

Er was meteen gedoe over Ik ben vrij, doordat Gül tot twee keer toe in een column liet merken dat ze ontstemd was over een recensie van Femke Essink in Trouw. Voor mijn gevoel heeft ze het daarmee niet beter gemaakt.  Het lijkt erop dat ze onzorgvuldig uit de recensie heeft geciteerd om haar punt te maken. Mocht ik het boek van Gül gaan lezen, dan kom ik erop terug. 

Willem van Toorn

En Willem van Toorn is overleden. Over hem wil ik ook wel schrijven. Ik probeer dan na te gaan wanneer ik welk boek van hem gelezen heb. Veel van die boeken zijn goed. Over zijn gedichtenbundel Bezweringen (2013) schreef ik hier. In dat stuk (geduld, geduld!) zal ik ook vertellen hoe ik zijn bundel Pestvogels en andere verhalen kwijtraakte. Dat moet nog maar even wachten. 

Dat zijn dus de plannen. Veel beloven en weinig geven doet de zot in vreugde leven. Of ik mijn beloften waar kan maken, moet je nog afwachten. En ik ook. 

Tot snel, hoop ik. 

4 opmerkingen:

  1. Stichting Zet.El gaf vroeger Zozolala uit. Dat was een geweldig blad.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat ken ik, Coen. Dat kreeg ik van mijn stripboekenzaak.

      Verwijderen
  2. Zozolala moest ophouden, omdat het nogal kritisch. Het voor klanten gratis blad werd betaald door de gezamenlijke stripboekenwinkels. Die hadden er op een zeker moment genoeg van dat hun koopwaar vaak werd afgekamd. In een van de eerste jaren van het blad werd een top-100 van beste stripboeken gepubliceerd. Ik heb ze daarop verzameld. Alleen de boeken die mij niets leken, heb ik niet gekocht. Those were the days...

    BeantwoordenVerwijderen