woensdag 12 juni 2024

'Vlieg vogel vlieg met me mee tralala' (Heere Heeresma)


Eind 1978 werd ik lid van de boekenclub ECI. Ik mocht als welkomstgeschenk drie boeken uitzoeken voor de somma van tien gulden. Ik koos een boek van M.C. Escher, het kabouterboek van Rien Poortvliet en Heeresma helemaal (1978), de verzamelde verhalen van Heere Heeresma (1932 - 2011). Tenminste, dat heeft mijn geheugen ervan gemaakt. 

Hoe dan ook, ik moet de verhalen van Heeresma gelezen hebben vlak nadat de verzamelbundel uitkwam. En ik genoot ervan. Verhalen als 'Een winkelier keert niet weerom' en 'Meneer Frits en juffrouw Lenie' staan me nog levendig bij. 

Op dat moment had ik al wat van Heeresma gelezen. Van 1975 tot 1980 verbleef ik in een internaat en in 1977 trok daar een jongen in die boeken had van schrijvers van wie ik nog niets gelezen had. Van Nescio had ik daarvoor zelfs nog niet gehoord. Ik leende van hem Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972), een boek dat zowel somber als grappig is. 

Ouder werk

Ik ging daarna ouder werk van Heeresma lezen, zoals Een dagje naar het strand (1963) en Geef die mok eens door, Jet! (1968). En al snel daarna dus al die verhalen. 

Later, toen ik al wat jaren voor de klas stond, kopieerde ik enkele verhalen, om die met mijn mavoleerlingen te lezen, zoals ik dat ook deed met 'Gevederde vrienden' van Jan Wolkers en 'De kaartenmakers' van J.M.A. Biesheuvel. Om het copyright bekommerde ik me niet, blijkbaar. Maar ik weet dat mijn geheugen niet betrouwbaar is. Kan het zijn dat ik toen al lesgaf aan havo- en vwo-leerlingen? Dan was het nog later: 1988 of later. 

In de jaren tachtig publiceerde Heeresma werk waar ik wat minder in geïnteresseerd was. Boeken als Een hete ijssalon (1982) en Geschoren schaamte (1987). Ik herinner me niet dat daar in de literatuurbijlagen aandacht aan werd geschonken. 

Briefwisseling

Wel las ik, vermoedelijk veel later, Hier mijn hand en dáár je wang, een briefwisseling door Heere Heeresma en Laurie Langenbach. Van de laatste had ik Geheime liefde (1977) gelezen, omdat ik wist dat dat boek over Jan Timman ging. De roman maakte weinig indruk op me. Van de brieven van Heeresma en Langenbach staat me nog weinig bij. Ik geloof dat ik ze wel aardig vond, maar dat was het dan. 

Voor mij verdween Heeresma uit het zicht. Ik moet geweten hebben dat er in 2005 twee delen uitkwamen met de titel Een jongen uit plan Zuid. De boeken kregen goede kritieken en ook de roman van een jaar later, Kijk, een drenkeling komt voorbij, werd welwillend besproken. Ze waren niet aan mij besteed en dat er in 2015 in de reeks Privé-domein een dikke bundel brieven van Heeresma (Bleib gesund!) verscheen, heb ik niet eens gemerkt. 

Aan Anton de Goede

Een tijdje terug zag ik in een kringloop weer een boek van Heeresma, 'Vlieg vogel vlieg met me mee tralala' (2000). 'Een eurootje, meneer,' zei de uitbater. Het boek bevat brieven aan Anton de Goede, van wiens hand we een biografie van Heeresma verwachten. Hij stelde ook de bloemlezing Houdbaar (2024) samen, een mooie dundrukuitgave. 

Vlieg vogel vlieg met me mee tralala geeft ons de brieven van Heeresma aan De Goede, maar niet andersom. Dat is jammer. Nu moet in noten uitgelegd worden worden wat we gemist hebben. Verder heb ik het idee dat zo'n beetje alle brieven uit deze periode (1993 - 1998) opgenomen zijn. Ook dat is jammer, want niet al die brieven zijn interessant. Als Heeresma wat meer de tijd neemt en een langere brief schrijft, is hij vaak beduidend beter op dreef dan in de korte briefjes tussendoor. 

De annotaties van De Goede zijn beknopt en bij veel verwijzingen in de brieven blijf je als lezer vragen houden. Aan het eind van het boek is een namenlijst opgenomen met alle namen die in de brieven genoemd worden. Maar aan die lijst heb je eigenlijk niets. Het is namelijk geen register. Je kunt dus niet zien welke naam in welke brief genoemd wordt en ook niet welke namen vaker genoemd zijn. 

Oordeel over schrijvers

Het aardige van de brieven is dat Heeresma vrijuit schrijft en geen blad voor de mond neemt. Over sommige schrijvers (of uitgevers) heeft hij zijn oordeel klaar, al legt hij meestal niet uit waar dat op gebaseerd is. Enkele voorbeelden:

En daaroverheen en daartussendoor eens kennis genomen van de verse uitgaven van de 'nieuwe' literaire talenten waaronder ene Tessa Van Loo, van der Loo of Vanloo. Welk een schaamteloze geborneerdheid. Wat een oeverloze domheid. En een geestelijke breeding van lik-me-vestje.'

Over Hans Warren:

Zo heb ik mij eerder afgevraagd wat er nu toch zo geheim is aan die Geheime dagboeken van H. Warren. Het is bovendien kruideniersproza. Drogistengeouwehoer. Misschien aardig om er bekenden in op te sporen maar wat zal ik ermee?

En over Jan Siebelink:

Een buitengewoon nare man. Draaide Peter Loeb een ongehoorde loer. Terecht dat deze tenslotte voor de geldzak koos. 

Wat er tussen die twee voorgevallen is, lezen we weer niet. Ten slotte over Jeroen Brouwers:

J. Brouwers. Ja, altijd zielig in zijn larmoyant bekentenisproza waar het nooit om de inhoud gaat maar om de heerlijke jammer. Bovendien kan-ie niet drinken.

Zoals gezegd: de oordelen zijn er wel, de onderbouwing ontbreekt meestal. Heeft Heeresma het werk van deze schrijvers goed gelezen? Je kunt het niet merken. Mogelijk gaat het meer om de persoon van de schrijver dan om diens werk. 

Bijbel

Verder komt de Bijbel geregeld ter sprake en ook de godsdienst. Heeresma is daar wel in geïnteresseerd en blijkbaar komt De Goede hem daarin tegemoet. Maar in hoeverre je de uitspraken van de schrijver serieus kunt nemen, is me niet duidelijk. Hij verwijst bijvoorbeeld naar een bijbeltekst waarin zou staan 'dat er geen einde komt aan het schrijven van boeken en dat zulks leidt tot zoiets als vermoeienis des geestes.' Maar volgens Prediker 12 gaat het om 'vermoeiing des vleses' (Statenvertaling). 

En Heeresma rept over de liederen van Johannes de Heer, die op hele noten gezongen zouden worden. Dat klopt ook niet. 

Verdriet ervaren

Het probleem met de brieven van Heeresma in deze bundel is dat er veel genoemd wordt, maar dat daar niet verder op ingegaan wordt. Zo schrijft Heeresma over het gezin waarin hij opgroeide:

Zelf kom ik uit een ronduit prima gezin met een unieke sfeer en 3 zonen. En van mijn beide broers heb ik veel verdriet ervaren. Als ik als oudste tevens de enige was geweest, dan was me het leed bespaard. 

Daarover had ik dan wel wat meer willen weten. Heeft De Goede daar in zijn brief op doorgevraagd? Heeft Heeresma die vragen genegeerd. Dat blijft ons onthouden. 

Af en toe horen we iets over de tijd waarin de brieven geschreven zijn. Joegoslavië wordt genoemd, af en toe komt er een politicus voorbij. Ik was Thijs Wöltgens eigenlijk alweer vergeten, maar hij stond me meteen weer voor de geest toen Heeresma hem noemde. Maar meestal gaan de brieven over zaken die Heeresma persoonlijk aangaan. Het marathoninterview dat De Goede met hem heeft, bijvoorbeeld en de 'dagsluitingen' die Heeresma voor de radio houdt. 

De flaptekst van 'Vlieg vogel vlieg met me mee tralala' vermeldt: 'Niet eerder werd het epistolaire talent van Heeresma zo ondubbelzinnig aangetoond en naar buiten gebracht.' Dat getrompetter is me veel te luid. De brieven zijn niet vervelend om te lezen, maar er zit wel veel pap om de krenten heen. Er had best wat schifting mogen plaatsvinden. 

Mogelijk is de bundeling uit 2015 interessanter, maar ik ben niet meteen nieuwsgierig geworden door wat ik nu gelezen heb. Een jongen uit plan Zuid wil ik wel graag lezen en die biografie lijkt me ook wel wat. 

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, toevallig ben ik een heel groot fan van de 23 delen "Het geheim dagboek" van Hans Warren. Ik heb ze alle 23 uitgebreid besproken met heel veel prachtige citaten (vind ik althans). Zie mijn blog: https://erikleest.blogspot.com/2018/07/hans-warren-homo-dichter-criticus.html. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Daar heb ik veel goeds over gehoord, Erik, maar ik ben er nooit aan begonnen. De Verzamelde gedichten van Warren heb ik wel.

      Verwijderen