Astrid is een succesvolle zakenvrouw. Ze werkt zo hard dat ze het allemaal nog net aankan. Maar dan valt haar telefoon in het bad waarin haar zoontje zit. Dat kan ze er net niet meer bij hebben. Ze verlaat het huis en rijdt wat rond. Daarbij komt ze terecht in een 'verloederde wijk', waar ze eigenlijk eerder geen weet van had. Haar huis staat in een villawijk.
Ze realiseert zich na een tijdje dat ze terug naar huis moet, omdat haar zoontje alleen is. Hij is niet meer zo jong dat het bad een gevaar voor hem is en mogelijk heeft hij niet eens gemerkt dat ze weg is. Maar als ze bij haar huis komt, staat de auto van haar man op de oprit, veel vroeger dan gewoonlijk. Als ze nu naar binnen gaat, zal ze veel uit moeten leggen. Te veel. Ze rijdt dan ook door. Maar hoe langer ze wacht, hoe moeilijker het is om terug te keren in haar eigen leven. Voor haar omgeving is ze verdwenen, al is ze dicht in de buurt.
Daarover gaat het eerste deel van Patricia (2018), van Peter Terrin. Eerder dit jaar besprak ik van hem Al het blauw (2021) en nog weer eerder Monte Carlo (2014) en Post Mortem (2012). Al die boeken las ik met plezier en waardering.
Het verdwijnen van Astrid deed me denken aan Paradiso van Kees van Beijnum, al is dat niet verteld vanuit de gezochte, maar vanuit de zoekende: als een man thuis komt, blijkt zijn vrouw verdwenen. De bewoners van het dorp zijn na een dijkdoorbraak geëvacueerd en de man moet op zoek naar zijn vrouw. Hij was juist van plan om haar te vertellen dat hij haar ging verlaten.
Weer thuis
Na het eerste deel is nog steeds niet duidelijk waarom de roman Patricia heet. Dat snappen we pas in deel twee, als Astrid weer thuis is. Ze is terug, maar ze is niet helemaal thuis. Haar man lijkt erg op de man met wie ze getrouwd is, maar er lijken kleine verschillen te zijn en zij past zelf ook niet meer helemaal in haar oude leven: ze blijkt Patricia te heten. Wat is er gebeurd?
Ook bij dit deel moest ik denken aan een literair werk: Het huis der onbekenden (1963) van Jos Vandeloo: een man komt thuis en herkent zijn vrouw en kind niet. Ook zijn vrienden zijn veranderd. Ze herkennen hem wel en denken dat hij gek geworden is.
Als lezer wil je snappen hoe het nu allemaal echt gebeurd is, maar de vraag is of het daarom gaat. In beide delen zien we een vrouw die door een onverwachte aanleiding anders gaat kijken naar haar eigen leven. Wat altijd vertrouwd is geweest, wordt vreemd. Door haar ervaringen in de verloederde wijk zal Astrids leven in de villawijk nooit meer vanzelfsprekend kunnen zijn. En doordat ze na terugkomst voor haar gevoel nog de Astrid van vroeger is maar voor anderen de Patricia van nu wordt ze gedwongen anders naar zichzelf te kijken.
Wringen
Voor mijn gevoel blijft er door de constructie toch wat wringen en dat leg ik neer bij de auteur: is hij er wel helemaal uit gekomen? Aan de andere kant blijft er genoeg te genieten in dit boek. Moeiteloos ga je mee met het verhaal van Astrid/Patricia. Achteraf lijken niet al haar keuzes logisch, maar op het moment zelf zijn ze volkomen aannemelijk. En dan is er natuurlijk de mooie ingehouden verteltoon en de nauwkeurige stijl van Terrin. Er zijn altijd details die meteen visueel maken wat er gebeurt. Bijvoorbeeld het begin van de roman:
Ik trok de deur van het huis dicht. Ik deed het precies als altijd, met op het eind een vinnige ruk. Ik liep beheerst het paadje af en ontgrendelde vanaf dezelfde afstand mijn auto.
Niet spectaculair misschien, maar de zinnen laten geen ruimte voor misverstand. De auteur krijgt ons precies waar hij ons wil hebben. Terrin schrijft glashelder en toch blijft er een raadsel.
Elk goed boek dat ik lees, geeft me plezier en ook zin om nog meer van die auteur te lezen. Ik noteer 'Yucca (2016) lezen'. De stapel nog te lezen boeken wordt steeds hoger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten