In de inleiding van Jenny, een theaterleven, vraagt Xandra Knebel zich af hoe ze haar boek over Jenny Arean moet karakteriseren. Ze is geneigd het een theaterportret te noemen, maar suggereert dat het misschien wel een theaterbiografie is.
In het boek volgt Knebel inderdaad de theaterloopbaan van Jenny Arean, maar ze doet meer. Ze begint met het leven. Ze schetst de familie waarin Arean als Jenny Klarenbeek geboren wordt, een familie waaraan theater niet vreemd was. Haar grootmoeder trad bijvoorbeeld al op bij onder meer het cabaret van Jean-Louis Pisuisse en ook opa, Willy van Noord, stond op de planken, net als haar moeder, Conny Renoir.
Het was een 'onrustige' jeugd en de relatie van Jenny met haar moeder is lang onrustig en moeilijk gebleven. Moeder zou daar later zelfs in interviews over spreken, waarna Jenny daar door sommige lezers op werd aangekeken.
ABC-Cabaret
Ook Jenny zou naar het toneel gaan. Ze werd aangenomen door Wim Kan en Corry Vonk om mee te doen in het ABC-cabaret. Later zou Arean de overstap maken naar het toneel en de musical en in 1985 was er haar eerste soloprogramma.Ze speelde verschillende soloprogramma's en vormde soms met iemand een gelegenheidsduo, bijvoorbeeld met Ischa Meijer, George Groot, Lucretia van der Vloot of Marijn Brouwers. Het opmerkelijkst is, in mijn ogen althans, de combinatie met Willeke Alberti, in het programma Klarenbeek en Verbrugge.
Knebel volgt strak de opeenvolging van de musicals, de toneelstukken, soloprogramma's en televisieseries waarin Jenny Arean speelde. Tussendoor krijgen we te horen hoe het haar op persoonlijk vlak verging: stemproblemen in de jaren zeventig, verschillende huwelijken (onder anderen met Ischa Meijer), het krijgen van een kind en later een kleinkind.
Gescheiden vrouw op oorlogspad
Het persoonlijke leven en het theaterleven raken elkaar verschillende keren, bijvoorbeeld als ze met Ischa Meijer speelt, die bekend was als journalist (interviewer) en schrijver, maar die op het toneel alles nog moest leren. Jenny Arean speelde samen met hem toen ze een relatie hadden en toen dat huwelijk afgelopen was, maakte ze haar eerste soloprogramma: Gescheiden vrouw op oorlogspad.Daar ging ik indertijd naar kijken, in de kleine zaal van de schouwburg in Arnhem, waar ik vaker kwam. Verschillende keren zat daar ook een man met een grote flaphoed. Later begreep ik dat dat Thomas Verbogt was.
Kracht, vitaliteit en prachtige liedjes. Dat herinner ik me van die avond. Humor ook, zoals bij het laatste nummer ('Godallemachtig'), waarin aanvankelijk vreselijk geslijmd wordt met het publiek. De pianist heeft nog een schnabbel, dus ze moeten stoppen, maar als iedereen nog wat geld geeft, kan het optreden nog wat langer duren. Intussen gaat er een teil rond, waarin geld gegooid moet worden. Dat zet weinig zoden aan de dijk en dan krijgt het publiek er ongenadig van langs. Heerlijk.
Nieuwsblad van het Noorden, 5 oktober 1985 |
Kritiek
De kritiek is over het algemeen vriendelijk geweest voor Jenny Arean. Nou ja, die lof heeft ze natuurlijk afgedwongen: een stem als een klok, het vermogen om een lied diep te peilen en goed te brengen en het kiezen van de juiste tekstschrijvers (Ivo de Wijs, Jan Boerstoel, George Groot, Robert Long, Jurriaan van Dongen, om er maar enkele te noemen).Ze was daarbij terecht kritisch. Zo weigerde ze ooit een compositie van Harry Bannink. Niet omdat die niet goed was, maar omdat ze iets anders bij een bepaalde tekst wilde.
Dat alles heeft ertoe geleid dat ze een geweldig oeuvre bij elkaar heeft gespeeld en gezongen. Achter in het boek van Knebel is er een lijstje opgenomen van tien belangrijke liedteksten, die integraal zijn afgedrukt. Jammer genoeg staat daar geen komische tekst tussen, zoals 'De begrafenis van Manke Nelis', terwijl ook het komische een substantieel aandeel is geweest in het werk van Arean.
Helderheid
Jenny, een theaterleven leest bijzonder prettig. Je voelt de betrokkenheid van de schrijfster, maar ze heeft genoeg afstand om verslag te doen op een manier die niet als subjectief overkomt. Knebel heeft een aangename helderheid in het presenteren van wat er gebeurd is en in haar formuleringen. In de gedeelten waarin ze Jenny Arean citeert, hoor je de geïnterviewde praten.Het verantwoorden van de herkomst van de informatie is slim gedaan: geen overdaad aan voetnoten, maar in de 'Oeuvrelijst theater, televisie en film' staat bij elke productie welke krantenartikelen zijn geraadpleegd. Uit de recensies wordt rijk geciteerd, waardoor je een helder beeld krijgt van de reacties van de recensenten.
Vooral in die recensies heeft Knebel zich goed ingelezen, al lijkt het soms net iets meer dan het is. Dan zijn er allerlei kwalificaties geciteerd uit een advertentie, zonder dat er verwezen wordt naar de achterliggende recensies.
Verder waren er natuurlijk gesprekken met Jenny Arean en met mensen in haar omgeving (George Groot, Ivo de Wijs, Brigitte van Gool en Ale van Dijk). Met die personen is maar een enkel gesprek gevoerd, maar toch heb je niet het idee dat je iets mist. Blijkbaar heeft Knebel een zeer efficiënte manier van interviewen.
Keukentafel
Al veel genoemd is de keukentafel van Jenny Arean, waaraan gepraat wordt, gegeten, gerookt en gedronken en in de gesprekken wordt dan duidelijk wat er moet gebeuren. Arean schrijft niet zelf haar teksten en toch staan veel teksten dicht bij haar. Dat komt doordat de tekstschrijvers zo goed weten wat ze graag in het lied wil hebben. Jan Boerstoel schreef bijvoorbeeld de tekst 'Amsterdams parfum', die beeldend een olfactorisch portret van Amsterdam oproept, hoewel hij geen Amsterdamse achtergrond heeft. Naar verluidt zou Willem Wilmink zich eerder op die tekst stukgebeten hebben.Als Jenny Arean het zingt, is het echter haar tekst: daar is ze in gekropen en ze kan een tekst zo brengen, alsof ze aan ons persoonlijk een verhaal vertelt. Een van haar lijfliederen, 'Wat heb ik over?' is overigens spontaan geschreven door George Groot, maar wel precies van toepassing op Arean.
Apie
Nadat ik Gescheiden vrouw op oorlogspad had beluisterd, ben ik nog verschillende keren naar een optreden van Jenny Arean geweest. Ik herinner me Neem je een apie voor me mee, waarin ze optrad met George Groot. Als ze een duet zongen, zong de pianist, Martin van Dijk, mee, zodat Groot niet weggeblazen werd. Ik kocht de LP's en later de cd's van de shows en een cd waarop Jenny Arean liederen van Ischa Meijer zingt.Met Knebels interpretatie van de liedteksten kan ik vaak meegaan, maar ik denk niet dat ik 'Wintertenen, luizen en eczeem' als 'hoopvol' zou betitelen. Weliswaar vertelt het nummer dat er ook in de ellendigste omstandigheden nog muziek is, maar dat is niet alleen maar hoop: 'Zo liegt de mens zichzelf uit al zijn rampen.' Met muziek kun je niet alleen de ellende verlichten, maar ook verdoezelen.
Maar goed, het zijn kleinigheden. Jenny, een theaterleven is een mooi boek geworden. Het is een portret van een belangrijke theatervrouw en het is goed dat dit bij haar leven uitkomt. Zij hoort ongetwijfeld bij de groten. Laten we zeggen dat ze zich kan meten met vrouwen als Conny Stuart en Adèle Bloemendaal. Een vrouw om je hoed voor af te nemen. En om veel naar te luisteren natuurlijk.
Jenny. Een theaterleven, door Xandra Knebel. Uitgeverij Water, z.pl. 2018. 240 blz. € 24,99 (gebonden)
Bedankt voor de tip, ik ga het boek zeker lezen. Geweldige vrouw!
BeantwoordenVerwijderenHoi Teunis, een prachtige recensie! Ik ken van Jenny Arean eigenlijk alleen haar duet met Frans Halsema van "Vluchten kan niet meer". Als ik tijd over heb moet ik misschien eens een cd met liedjes door haar gezongen beluisteren. Om theater geef ik niet zo veel. Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderen