Het is woekeren met de tijd, dus deze week krijg je weer een mix van nieuwe recensies en afgestofte oude. Morgen een recensie van een strip en mogelijk deze week nog een recensie van Take 7 van Vonne van der Meer. Dat is een boek uit 2007, maar ik las het pas een paar weken geleden.
Nu een recensie van Afscheid van een engel van Janne IJmker. De recensie stond eerder in Liter 67, jaargang 15, september 2012. IJmker is een van de betere schrijvers uit de christelijke hoek. Ze schreef wat kinderboeken en daarna kwam in 2006 haar eerste roman voor volwassenen uit, Achtendertig nachten. Het boek werd een succes bij haar achterban en misschien ook nog wel een beetje daarbuiten.
In 2012 verscheen een soort vervolg, die als zelfstandige roman te lezen is. Nog eigenzinniger dan haar eerste roman, nog meer zoals ze het zelf wilde en niet zoals van haar verwacht werd. Ook daarvoor werd ze, als ik het me goed herinner, wel geprezen, maar er was ook kritiek. Zo waren er christelijke boekhandels die het boek terugstuurden.
Van een echt grote roman is het daarna niet meer gekomen, al heeft IJmker nog best wat boeken geschreven. De links naar de besprekingen vind je onderaan. IJmker heeft nooit het christelijke Actieboek voor de Boekenweek mogen schrijven, wat heel vreemd is, als je ziet wat er allemaal als geschenk werd uitgereikt. Maar goed, misschien komt dat nog.
In deze recensie ga ik ook in op een andere bespreking van Afscheid van een engel, in het Reformatorisch Dagblad. Met het oordeel dat daar te lezen was, was ik het oneens. Een jaar later werd IJmker in die krant wel opgenomen in het rijtje met Kopstukken uit de christelijke literatuur.
Pas toen ik de recensie uit Liter overgetikt had, kwam ik erachter dat ik het boek ook al eerder op Bunt Blogt gerecenseerd had. Ik vond toen dat ik een recensie waarvoor ik betaald werd, niet zomaar op mijn eigen weblog kon plaatsen. Meestal plaatste ik dan een andere (vaak kortere) bespreking. Nu kun je de twee stukken met elkaar vergelijken.
Ik doe dat trouwens nog steeds (maar dan anders). Een tijdje terug besprak ik voor Liter de bundel Septemberzee van Willem Jan Otten. Die zal ik hier ook wel ooit plaatsen, maar voorlopig nog niet. Als je de recensie nu wilt lezen, zul je het nummer van Liter moeten kopen.
IJmker weet steeds beter wat ze wil
In het christelijke literaire wereldje is niet zo veel oorspronkelijk Nederlandstalig proza van enig niveau. Wanneer er een boek verschijnt dat niet slecht is, heeft men dan ook de neiging het meteen de hemel in te prijzen. Dat overkwam Achtendertig nachten van Janne IJmker. Begrijp me goed: ik vind het helemaal geen slecht boek en het is inderdaad veel beter dan veel andere romans christelijke hoek. Een meesterwerk lijkt het me niet.
Ik kan mij voorstellen dat het succes van zo'n eerste roman behoorlijk druk op de schrijver legt, maar met Afscheid van een engel heeft IJmker aangetoond die druk aan te kunnen: het boek is beter dan Achtendertig nachten.
Inhoudelijk sluit het nieuwe boek aan op het vorige. Daarin ging het om een vrouw (Elsjen) in de achttiende eeuw, die haar man vergiftigde. We kropen als lezer in haar en vernamen hoe het allemaal zo ver had kunnen komen. Elsjen had een zoontje, Roelf, en in de gevangenis beviel ze van een dochter. Daarna werd ze ter dood gebracht.
In het begin van afscheid van een engel is intussen de negentiende eeuw begonnen. Roelf is al van middelbare leeftijd en worstelt met verschillende zaken in zijn leven. De verhouding met zijn zoon bijvoorbeeld, maar ook die met zijn ouders, die hij immers nauwelijks heeft gekend. Als kind heeft hij het idee dat zijn moeder als een soort engel aanwezig is. Hij ziet haar soms uit zijn ooghoeken en praat tegen haar. Uit de titel blijkt al dat Roelf afscheid van haar zal moeten nemen.
Qua structuur zit Afscheid van een engel interessant in elkaar. Sommige gedeelten zijn in de jij-vorm geschreven; Roelf spreekt daarin zijn zoon aan, zonder dat die dat overigens kan horen. Verder horen we de zoon vertellen: hij is verminkt teruggekomen uit het leger van Napoleon, waarmee hij naar Rusland is getrokken. Ten slotte horen we nog over het verleden van Roelf, die als kind door zijn grootmoeder is opgevoed. Zij hield hem steeds voor wat voor loeder zijn moeder geweest was.
Na de dood van grootmoeder sluit Roelf zich aan bij een groep vagebonden en trekt weg van het gehucht waar hij is opgegroeid. Als hij terugkomt, is het om wraak te nemen.
Het begin van het boek vraagt veel van de lezer. IJmker springt van de ene verhaallijn naar de andere en er zijn veel vragen waarop nog helemaal geen antwoord is. Dat blijkt geen bezwaar te zijn. IJmker schrijft zo, dat de lezer erop blijft vertrouwen dat de lezer erop blijft vertrouwen dat het allemaal wel duidelijker zal worden en wat er beschreven wordt, is boeiend, vooral ook omdat Roelf een interessante figuur is. Je merkt dat hij zich schuldig voelt, al weet je nog niet waarover, maar er is ook boosheid bij hem. En ook een zekere zachtheid, waarmee hij nog moeilijk raad weet.
Later in het boek neemt IJmker wat meer de tijd om ons te vertellen hoe het met Roelf is gegaan als hij bij de vagebonden is. Jammer genoeg zakt het verhaal dan op sommige momenten iets in. Stilistisch lijkt IJmker in enkele passages dan net iets minder scherp te zijn.
Tegen het einde van het boek, als Roelf met zijn troep terugkeert naar zijn dorpje, bereikt Afscheid van een engel een hoogtepunt, vooral door de plastische beschrijvingen. Bij een inbraak bijvoorbeeld, gaat Roelf door een gat in de muur een boerderij binnen. Je ruikt het jongvee, hoort de pinken stommelen in de stal, al je zintuigen doen mee. Dat blijft zo bij wat er verder volgt, maar daar wil ik omwille van de plot weinig over zeggen.
Het lijkt erop dat IJmker minder compromissen heeft gesloten met zichzelf of met de lezer dan in haar vorige roman. Alsof ze nog beter weet wat ze wil en zich daarin vastgebeten heeft. Het is vooral opmerkelijk dat gewelddaden tot in detail beschreven worden. We worden als lezer gedwongen mee te kijken naar dingen waarvoor we liever onze ogen sluiten. Wat gruwelijk is, wil IJmker niet verzachten. Ook niet in de verhalen die Roelfs zoon vertelt over de ellende in het Napoleontische leger.
Ik vind dat de schrijfster daarvoor geprezen moet worden. In een recensie in het Reformatorisch Dagblad schreef Willy Wouters - Maljaars dat IJmker balanceert op het scherp van de snede en wat verderop in haar stuk dat de auteur de balans niet heeft weten te houden tussen expliciet en impliciet taalgebruik:
Bepaalde opmerkingen en de ruimschoots aanwezige vrouwonvriendelijke seksueel gerichte scènes missen de juiste balans. Ook met het oog op het publiek dat nu misschien het mooie van dit boek mist vanwege dit aspect en dat zou ik erg jammer vinden.
Met het mooie van het boek bedoelt Wouters waarschijnlijk de positieve boodschap, maar ik vind dat het mooie van het boek ook en vooral bestaat uit de knappe beschrijvingen die IJmker uit haar toetsenbord heeft gekregen.
In bovenstaand citaat verheft Wouters zich boven wat zij 'het publiek' noemt. Het publiek is in haar ogen een klein kind dat alleen zoetemelkse pap mag eten. Ze gaat blijkbaar uit van een publiek dat alleen vermaakt wil worden en zich gemakkelijk wil voelen bij het lezen van een boek. Maar we hebben het hier over lezers die literatuur lezen en die schuiven hun bordje echt niet van zich af, omdat een schrijver gerechten opdient die wat minder makkelijk te verteren zijn.
Ook zo'n term als vrouwonvriendelijk doet mij het zuur in de mond lopen. Moet je bijvoorbeeld een verkrachting niet beschrijven omdat die vrouwonvriendelijk is? Of moet je die juist wel beschrijven, om te laten zien hoe er met die vrouw of met vrouwen in het algemeen wordt omgegaan? Dingen verzwijgen lijkt mij in dezen het meest vrouwonvriendelijk.
En seksueel gerichte scènes? Een verkrachting heeft nauwelijks te maken met seks, maar alles met macht en geweld.
Het goede van deze roman van IJmker is, nogmaals, de weigering van de schrijfster om dingen te verdoezelen, om weg te kijken van de werkelijkheid. Dat is onaangenaam voor de lezer, dat is zo, maar dat komt doordat IJmker goed schrijft. Daardoor grijpt het aan.
Afscheid van een engel speelt zich af rond Pasen: lijden, dood, verrijzenis; een oud leven opgegeven, beginnen met een nieuw leven. Die noties zitten wel erg nadrukkelijk in het boek. Dat is een mooie en positieve boodschap, maar juist die had van mij wel wat meer impliciet gemogen.
IJmker mag in dat opzicht best wat meer vertrouwen hebben in eigen kunnen. Hoe je als schrijver in het leven staat, laat je vooral zien door hoe de personages handelen. Ook als je het niet wilt, komt je wereldbeeld automatisch in het boek terecht. Zo gauw je dat expliciet gaat maken, ga je dingen vertellen die de lezer, bewust of onbewust, al lang opgepikt heeft.
Janne IJmker heeft met Afscheid van een engel een boek geschreven dat duidelijk beter is dan haar vorige boek. Je merkt dat ze zich aan het ontwikkelen is en ik vermoed dat ze nog veel verder komt dan waar ze nu is. Ik ben benieuwd tot welke hoogte ze kan reiken.