Ik vond daarna dat ik ook Tsjaikovskistraat 40 moest lezen en dat deed ik. Ook een goed boek. Wat mij aanstaat bij Waterdrinker is het brede gebaar. Hij is een gulle schrijver, die graag uitpakt, met lange verhaallijnen, een af en toe flink aangezette stijl en altijd is er de humor, die je grijnzend verder laat lezen.
Intussen doet zijn laatste boek, Céline, het goed, maar ik had Poubelle (2016) nog liggen. Bovendien in een handig formaat, een dwarsligger, zodat het gemakkelijk mee kon op reis. Het grootste deel van het boek las ik daarom in Griekenland, op bezoek bij mijn zoon en zijn vriendin. Misschien kleuren mijn goede herinnering daaraan ook wel mijn oordeel over het boek.
Vuilnisbak
'Poubelle' is het Franse woord voor vuilnisbak, maar het is ook een persoon: Eugène-René Poubelle, prefect van Parijs aan het einde van de negentiende eeuw. En er zal ook nog een commandant Poubelle opduiken, die in het Vreemdelingenlegioen gediend heeft.
De vuilnisbak als voorwerp speelt wel een rol in de roman, en Stols wil er zelfs een 'non-fictie roman' over schrijven, maar misschien is het meer een symbool voor het leven, in ieder geval zoals het gezien wordt door de hoofdpersoon, Wessel Stols. Op een gegeven moment roept hij ook 'Het bestaan is een poubelle! Een poubelle!'
Hij is uit het reclamewerk gestapt, waaraan hij flink wat geld heeft overgehouden. Nu wil hij schrijver worden en hij heeft daartoe allerlei wilde plannen, waaraan hij ook wel begint, maar die uiteindelijk op weinig uitlopen.
Aanvankelijk wordt Wessel vergezeld door zijn vrouw, Friedl, als hij in Frankrijk is, maar zij gaat terug naar Nederland en Wessel reist verder, onder andere naar Rusland. Daar komt hij terecht in een schimmige vorm van kunsthandel. Er blijkt weer vraag te zijn naar Sovjetkunst en Wessel spoort die op en verkoopt het werk. De export moet wel geregeld worden, maar daar heeft hij een mannetje voor. Helemaal legaal is het niet; eigenlijk is het smokkel. Later zal hij daar nog mee geconfronteerd worden.
Opbouw
De dikke roman begint met een proloog, daarna zijn er drie delen: het eerste speelt zich af in 2001/2002, het tweede tien jaar later en het derde ertussenin, in 2014.
2014 is het jaar dat de MH17 werd neergehaald en neerstortte in Oekraïne. Wessel is ook actief in Oekraïne. Hij is dan intussen europarlementariër en hij spreekt tijdens de Maidanopstand de bevolking toe. Niet uit volle overtuiging. Hij laat zich daarvoor min of meer gebruiken.
Later wordt hij gearresteerd en vastgezet in een kelder in erbarmelijke omstandigheden. Deze passages deden me denken aan het werk van Arnon Grunberg, bijvoorbeeld aan De man zonder ziekte. De ellende waarin Wessel zich bevindt, beschrijft Waterdrinker beeldend.
Inzicht
In alle ellende komt Wessel nauwelijks tot zelfinzicht. In ieder geval gaat het inzicht ook gepaard met zelfbeklag:
Misbruik makend van zijn positie had hij het portret van de grijsblauwogigie Russische schoonheid en de overige schilderijen van Vinogradov min of meer ontvreemd. Hij had zijn vrouw bedrogen. Hij had, in dezelfde tijd waarin kinderen de nieuwe religie waren, voor wie niets goed genoeg was, voor wie alles opzij werd gezet, bij zijn vrouw nooit een kind verwekt. In een halve eeuw was hij er niet in geslaagd ook maar één roman te voltooien. Maar was hij in zijn leven dan werkelijk zo slecht geweest dat hij, na de stront in Oekraïne, aan zijn eigen waanzin ten onder moest gaan?Vooral tegenover Friedl misdraagt hij zich. Waar hij ook komt, hij pikt altijd wel een vrouw op. Zelf zegt hij dat hij in de eerste tien jaar van hun huwelijk Friedl 'amper bedrogen' heeft. 'Afgezien van een snol tussendoor'.
Naast Friedl zijn er nog twee mannen die een rol spelen in de roman: Clemens van Dongen, die al verschillende keren geprobeerd heeft Wessel bij de politiek te betrekken. De gemeentepolitiek laat Wessel aan zich voorbij gaan, maar hij wordt wel europarlementariër. In de spannende proloog ontmoeten de twee elkaar weer, als Wessel aan het inbreken is.
Dat gedeelte is cursief afgedrukt en dat betekent dat het uit de pen van Sander Brons komt. Sander kent, net als Clemens, Wessel al vanaf de middelbare school, waar die hem buiten de schoolkrant hield. Sander heeft ooit tegen Wessel gezegd dat alles te koop is, behalve talent. Het is Sander wel gelukt om romans te voltooien. Niet alles zal ik verklappen, maar er is ook nog een connectie tussen Friedl en Sander.
Proloog
Het is wonderlijk om nu een roman te lezen uit 2016 waarin Oekraïne een belangrijke rol speelt. Bij de inname van de Krim heeft het Westen niet ingegrepen. Pas bij het neerhalen van de MH17 had de situatie onze belangstelling. Ook die gebeurtenis speelt een rol. Ik citeer het begin van de proloog, die dus ook het begin van Poubelle is.
Het schandaal met Wessel Stols is destijds naar alle uithoeken van de digitale wereld geslingerd. Boulevardsites, kwaliteitsplatforms; ook de nog overgebleven papieren kranten brachten het nieuws groot. En de televisie, de televisie spande natuurlijk de kroon - al kon geen van de twee protagonisten komen opdraven: de één was snel ondergedoken in de anonimiteit, zijn politieke graf tegemoet, terwijl onze hoofdpersoon al korte tijd later daadwerkelijk in zijn graf lag.Op het Amsterdamse kerkhof.Dood.Net als de 298 arme zielen die, op weg van Schiphol naar Kuala Lumpur, anderhalve week eerder als een patrijs uit de lucht waren geschoten. Terwijl sommigen van hen de stewardess misschien juist een extra glaasje water hadden gevraagd, in de rij stonden voor de wc of net waren begonnen aan een boek van een van onze vaderlandse bestsellerauteurs. Om te eindigen in de Oekraïense zonnebloemvelden, niet ver van de plaats waar Wessel Stol dat voorjaar was geweest en bijna letterlijk was gesmoord in de stront, al loop ik nu wel heel ver op de zaken vooruit.
Wessel komt op verschillende plekken in Europa en dat Europa van nu (of van toen) is dan ook nadrukkelijk aanwezig. En in die tijd waarin van alles aan het veranderen is, zoekt Wessel zijn weg. Je leeft met hem mee, zonder dat je je helemaal met hem kunt identificeren, maar dat is ook wel het spannende: hij maakt keuzes die je zelf niet meteen zou maken, maar waarin je als lezer toch mee moet.
Voor in Poubelle zijn twee motto's opgenomen. Het eerste: 'Der Mensch an sich ist einsam' van Hildegard Knef. Wessel heeft vaak wel mensen om zich heen, maar weet zich eigenlijk aan niemand echt te binden. En het tweede: 'You know I'm no good'. Ook dat geldt voor Wessel. Je weet dat veel van wat hij doet helemaal niet deugt. Maar je blijft toch met hem meeleven.
Hoeveel bladzijden het boek telt, weet ik niet. In de dwarsligger die ik las, waren dat er bijna duizend, in het gewone boek zullen dat er wel zo'n vijfhonderd zijn. Een lekker dik boek dus, dat geen moment verveelt. Waterdrinker is een goed verteller, met een uitbundige stijl, waardoor ik me graag heb laten inpakken.
Natuurlijk weet hij veel van Rusland af, maar het lijkt me wel gedurfd om zo kort na de ramp met de MH 17 die te verwerken in een roman en dat doet Waterdrinker ook nog op een geloofwaardige manier.
Bij elk boek dat ik van Waterdrinker las, nam ik mij voor om meer van hem te lezen en dat is ook nu weer het geval. Misschien wordt het eerstvolgende Céline, maar als ik in de bibliotheek of in een kringloop eerder Lenins balsem (2013) of Biecht aan mijn vrouw (2022) tegenkom, vind ik het ook goed.
Eerder schreef ik over:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten