maandag 27 februari 2023

Romantici en Revolutionairen (Rick Honings & Lotte Jensen)

Eind jaren zeventig kocht ik voor een prikkie het vierde deel van de literatuurgeschiedenis van Frans Bastiaanse, uit 1927. De complete titel is: Overzicht van de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde, met bloemlezing - in 4 deelen'.

Het deel begint in de tweede helft van de negentiende eeuw, met de auteurs H.J. Schimmel, W. Hofdijk, B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis, François Haversmith (sic!), G. van de Linde Jansz., Mark Prager Lindo en Lodewijk Mulder.  Alleen Sloet tot Oldhuis zegt me niets meer, de andere auteurs kan ik nog wel plaatsen. Bij Hofdijk, die zich overigens W.J. Hofdijk noemde, heb ik nog aan het graf gestaan. Je kon zien dat hij wat voorstelde in zijn tijd.  Ik kocht ook zijn serie Ons voorgeslacht.

Obscure auteurs

Het boek van Bastiaans, dat zo'n zevenhonderd pagina's beslaat, heb ik zo'n beetje helemaal doorgewerkt en ik kwam er allerlei auteurs tegen van wier bestaan ik volstrekt niet op de hoogte was. Werk van obscure auteurs als Joannes Reddingius en Noto Soeroto staat nu in mijn boekenkast; ik leerde het kennen door Bastiaans. 

Tot ongeveer 1925, verder gaat Bastiaans niet, maar hij neemt wel de Vlamingen mee en de literatuur uit Zuid-Afrika. Er staan veel gedichten en prozafragmenten in, die duidelijk maken over wat voor literatuur het gaat. 

Intussen ben ik jaren ouder en heb ik veel meer gelezen in literatuurgeschiedenissen. De grote lijnen zijn me wel bekend en van veel auteurs heb ik wel iets gelezen. Maar ik blijf het leuk vinden om me te verdiepen in de letterkunde. 

Vorig jaar kreeg ik van collega met wie ik jarenlang heb samengewerkt het boek Romantici en Revolutionairen van Rick Honings en Lotte Jensen. Weer zo'n heerlijk boek. Ik heb er lekker lang over gedaan, steeds een hoofdstukje, om er goed lang van te kunnen genieten. 

Auteurschap

In dit boek gaan Honings en Jensen uit van het auteurschap. Ze behandelen verschillende soorten auteurs zoals de politieke auteur, de sentimentalist, de kindervriend, de byroniaan, de koloniale idealist en de voordrachtskunstenaar. Onder elk kopje passen verschillende auteurs en in eenentwintig hoofdstukken gaan we door de tijd, die opgedeeld is in drie tijdperken: de tweede helft van de achttiende eeuw, de eerste en de tweede helft van de negentiende eeuw. Het boek eindigt met de Tachtiger, de naturalist en de feminist. 

De auteurs staan centraal, met hun opvattingen, maar ook met hun sociale, religieuze en politieke context. Vaak wordt ook de internationale literaire context geschetst. Elk van de drie delen heeft een uitgebreide inleiding, waarna zeven hoofdstukken over een soort auteur volgen. Uiteindelijk komen op die manier de meeste auteurs wel even voorbij. De nadruk ligt op Noord-Nederland (wat nu Nederland is). Dat is een keuze, maar daardoor komt een auteur als Guido Gezelle er wel wat bekaaid af. 

Verder was er bijna niemand die ik miste. Nou ja, Carel Vosmaer (van wie ik ooit Amazone las) ontbreekt en de beide heren Limburg Brouwer (P. en P.A.S.) vond ik niet terug. Misschien zijn ze te obscuur of pasten ze niet onder een kopje. Bovendien moet een boek hanteerbaar blijven. Je kunt niet voor iedereen plaats inruimen. 

Maar geen gezeur - ik heb erg genoten van Romantici en Revolutionairen. Ik leerde allerlei auteurs kennen die ik maar vaag of in het geheel niet kende, waardoor ik maar weer eens geconfronteerd werd met alles wat ik nog niet gelezen heb, wat zowel frustrerend als heerlijk is: er is nog zoveel te ontdekken!

Vrouwelijke auteurs

Het eerste hoofdstuk, 'De spectator' begint bijvoorbeeld niet met Justus van Effen, maar met Petronella Moens, die slechts een naam voor mij was. Het volgende hoofdstuk, 'De toneelschrijver' begint met Lucretia Wilhelmina van Merken, van wie ik nog nooit gehoord had. Voor vrouwelijke auteurs is er in het verleden altijd minder aandacht geweest dan voor mannelijke. Er zullen wel minder schrijvende vrouwen geweest zijn, maar die er wel waren, zijn vaak veronachtzaamd. In dit boek is er nadrukkelijk aandacht voor de vrouwen en dat is terecht: er is een achterstand weg te werken. 

Door het hele boek heen heb ik streepjes gezet: zaken die ik globaal wist, werden duidelijker uitgelegd, boeken waarvan ik wel eens gehoord had werden behandeld en er werden schrijvers en titels genoemd waarvan ik maar een heel vage voorstelling had. En natuurlijk bij de voor mij compleet nieuwe auteurs: Margaretha Geertruid Cambon-van der Werken, Margaretha Jacoba de Neufville, Gerardus Swaving, om er maar eens enkele te noemen. 

Hernieuwde kennismaking

Sommige boeken was ik een beetje vergeten, hoewel ik ze wel ooit gelezen heb, zoals Het huis Lauernesse van Truitje Bosboom-Toussaint of Lidewyde van Busken Huet. De hernieuwde kennismaking was aangenaam. En de boeken die me nog wel goed bijstonden werden opgepoetst, waardoor de herinnering nog levendiger werd. 

Romantici en revolutionairen leest ook lekker: een heldere stijl, goed lopende hoofdstukken, betrokkenheid die enthousiasmeert. Genoeg foto's ter illustratie en in elk hoofdstuk losse stukjes in kader, die je even tussendoor kunt lezen. Een handige bibliografische verantwoording per hoofdstuk, een flinke bibliografie en een handig register. 

Natuurlijk kreeg ik door het lezen ook zin om weer wat oude literatuur te gaan lezen. Zo las ik de Dichterlijke nalatenschap van Elias Annes Borger en schreef daar hier over en op dit moment lees ik van tijd tot een verhaal uit Waarheid en droomen van Jonathan (pseudoniem van J.P. Hasebroek). Het werk van Tollens en Ten Kate staat nagenoeg compleet in mijn kast, maar veel ervan heb ik niet gelezen. Dat begint toch ook aan mij te trekken. 

De oude literatuur moet het bij mij over het algemeen doen met de snippers tijd die overblijven, omdat ik ook de hedendaagse literatuur (en de strips) een beetje wil bijhouden, maar ik ben vast van plan de oude boeken wat minder stiefvaderlijk te bedelen. Een aantal maanden gelezen las ik een verhalenbundel van Justus van Maurik. Maar daar heb ik dan weer niet over geschreven. Dat moet ik in het vervolg maar niet meer nalaten. Als het te lang duur, herinner je me er maar aan. 

Hieronder nog wat linkjes naar stukken over oudere literatuur op Bunt Blogt:

De wonderbare genezing (Marianne Philips)
Jongensdagen (Theo Thijssen)
Clementine (Den ouden heer Smits)
Zijne vrouw zet bloedzuigers (Charles de Coster)
De klop op de deur (Ina Boudier-Bakker)
Kamertjeszonde (Herman Heijermans)

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, de recensie van "De klop op de deur" ken jij vast wel! "Niet open doen!" Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen