Bij strips is er altijd een verhouding tussen tekst en tekeningen en het is lastig om aan te geven hoe die verhouding moet zijn. Er zijn uitstekende strips zonder tekst (bijvoorbeeld Boerke en Game over) maar als tiener kocht ik de albums van Olivier Blunder, mede vanwege de grappige, lange teksten en Dick Matena oogstte lof met zijn verstripping van literatuur, waarbij hij de integrale tekst van romans overnam. Daar was overigens ook wel kritiek op.
Als een strip heel veel tekst nodig heeft om een situatie uit te leggen, vind ik dat niet zo prettig. Het zou mooi zijn als niet alleen de tekst, maar ook de tekeningen een groot deel van het vertellen op zich nemen. Ik lees de strips van Franka graag, maar door de ingewikkelde situaties waarin zij terechtkomt, moet er soms veel uitgelegd worden. Dat is noodzakelijk, maar ik vind dat toch een zwak punt van het verhaal.
Veel tekst
De kleuren van de brand, een graphic novel van Christian De Metter, heeft ook veel woorden nodig om de lezer wegwijs te maken in het verhaal. Misschien had dat beknopter gekund. Moet de lezer alle informatie al op de eerste pagina krijgen? Dat kan wellicht ook gedoseerd worden. Maar ook verderop neemt De Metter soms zijn toevlucht tot grote tekstblokken. Op andere bladzijden blijkt hij het weer prima af te kunnen zonder tekst.
Aan de basis van deze beeldroman ligt een roman Pierre Lemaître. De Metter nam al eerder een boek van Lemaître als uitgangspunt: Tot ziens hierboven. Tijdens het lezen had ik niet in de gaten dat De kleuren van de brand een vervolg is. De boeken kunnen dan ook los van elkaar gelezen worden.
Overeenkomsten
Als je weet, dat de twee boeken op elkaar volgen, ga je wat langere lijnen zijn en er zijn ook wel beeldverwijzingen. Al in het begin van De kleuren van de brand springt een jongetje uit het raam, met het doel om zelfmoord te plegen. Dat beeld lijkt op de covertekening van Tot ziens hierboven.Rijke decors
Net als het vorige boek heb ik De kleuren van de brand met plezier gelezen. De Metter weet de sfeer van de periode na de Eerste Wereldoorlog goed op te roepen. De decors zijn rijk en divers, zowel de straatbeelden, met de mooie gevels en de auto's van toen, als de interieurs: de lambrizeringen, de schilderijen aan de muur, de behangmotieven - alles is met veel aandacht getekend. Dat geldt ook voor de kleding van de peronages.
Je bent als lezer dan ook ogenblikkelijk terug in de tijd, ook door het sfeervolle kleurgebruik. De beheerste manier van vertellen wordt ook ondersteund door het kleurgebruik, waarin de kleuren gedempt lijken en soms is de kleur bijna weg uit de tekeningen. Dan valt bijvoorbeeld een rood kruis op een ambulance extra op.
Je krijgt het idee dat mensen toen terughoudender omgingen met elkaar en dat er meer gedacht wordt dan men zegt. Uiterlijk is er beheersing, maar daaronder woelt het donker. Het mensbeeld is, net als in Tot ziens hierboven vrij somber: veel mensen zijn uit op hun eigen gewin of hun eigen pleziertjes, ook als dat ten koste gaat van anderen.
Uiteindelijk loopt het met die mensen niet goed af, wat prettig is voor het rechtvaardigheidsgevoel van de lezer, maar we weten ook dat in de werkelijkheid het kwaad niet altijd bestraft wordt.
Madeleine hoort nieuws over haar zoon. Sober kleurgebruik |
Oog voor details: lambrizering, schilderij, behangmotief, dessin van de jurk |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten