dinsdag 10 november 2020

Strovuur (Gerwin van der Werf)

Het meeste gebeurt buiten ons om, gelukkig. Maar soms is het ook lastig, als je zelfs op je vakgebied niet alles kunt bijhouden. Er zijn auteurs die al een heel oeuvre bij elkaar hebben geschreven en van wie ik alleen de naam ken. Pas bij hun zoveelste boek pik ik aan. Dat gebeurde mij bijvoorbeeld bij Graa BoomsmaWessel te GussinkloHerman Stevens. Die namen kende ik al wel en ik had ook wel een (niet zo precies) beeld van hun oeuvre, maar het duurde lang voor ik dat ook ging lezen. 

Zo'n auteur is ook Gerwin van der Werf. Hij publiceerde dit jaar zijn zesde boek, Strovuur, maar ik herinner me niet dat ik zijn naam ooit eerder heb gehoord of gelezen. Eerdere titels zijn: Gewapende man (2010), Wild (2011), Luchtvissers (2013), Schooldagen (2014), Stampen & zingen (2014), Een onbarmhartig pad (2018). Over Strovuur las ik een recensie en bijna tegelijkertijd noemde een leerling in de les de titel. Ze had het boek nog niet gelezen, maar ze had erover gehoord. Toen moest ik wel, vond ik. 

Fay

Strovuur zal zeker aanspreken bij middelbare scholieren: het is met vaart verteld, er zijn spannende gebeurtenissen en de hoofdpersoon is een zeventienjarig meisje, Fay. Zij is de verteller van het verhaal. Op de eerste bladzijde vertelt ze dat ze een tattoo heeft laten zetten, dat ze een gaatje in haar hart heeft en dat ze goed is in niet opvallen. 

Haar neef Elvin, 20 jaar oud, stelt voor dat ze samen naar Parijs gaan, in zijn oude Mitsbishi Sapporo. Telefoon thuislaten. Fay gaat mee. De reis gaat gepaard met hindernissen en het is de vraag of ze ooit in Parijs zullen aankomen. Onderwerg steelt Fay een kostbaar boek, een koorboek uit de zestiende eeuw, en dan zijn de rapen helemaal gaar. 

Fay had het toch al niet zo gemakkelijk. Drie jaar geleden heeft haar vader een einde aan zijn leven gemaakt en aan rouwen is Fay tot nu toe niet zo heel veel toe gekomen. Dat ze het koorboek steelt, zal ook te maken hebben met haar vader, die haar ooit over het boek verteld heeft. 

Innerlijke reis

Aan de ene kant is Strovuur een roadnovel: een verslag van een reis waarin van alles gebeurt, waarbij Fay en Elvin zich staande moeten houden. Aan de andere kant is het ook een innerlijke reis: Fay ontdekt steeds meer wat er in haar speelt. Het letterlijke gaatje in haar hart is ook een symbolisch gat: het gemis van haar vader. 

Fay is somber en dat heeft ze nooit aan anderen gezegd, ook niet aan Elvin: 'Elvin hoorde niet bij de Fay die graag sombert en zich verbergt, hij hoorde bij de Fay die naar Parijs wil in een wrak van een auto.' En als je zegt dat je depressief bent, wordt het ook een werkelijkheid die bestaat in de hoofden van anderen. 

Ook Elvin verandert in de loop van de reis. Zijn manier om aandacht te krijgen was ervoor te zorgen dat hij altijd iemands probleem was, maar hij wil niet Fays probleem zijn. Hij heeft bravoure en een zekere onbehouwenheid, maar je hebt het gevoel dat hij wel deugt. 

Vertellaag

Je zit als lezer dicht op het verhaal en je maakt de spannende gebeurtenissen tijdens de tocht van nabij mee. Alles is in de verleden tijd geschreven. Er is ook een 'nu', waarin Fay aan het schrijven is. Die laag wordt pas laat in het boek zichtbaar. We hebben al meer dan tweehonderd bladzijden achter de rug als we lezen: 'Dat schrijf ik wel zo op, maar het klopt niet.' 

Dat betekent dat we een onbetrouwbare verteller hebben, van wie we niet weten in hoeverre ze de waarheid spreekt. In het meest extreme geval heeft de autotocht zelfs niet plaatsgevonden. Maar waarom Fay dan dit verhaal zou vertellen, is niet duidelijk. Voor mijn gevoel hadden we die laag kunnen missen, zonder dat het verhaal eronder had geleden. 

Wel is het een verklaring voor enkele ingelaste verhalen: van Grijze Gijs en van de kopiist. De verhalen zijn anders van toon dan het relaas van Fay. Op het moment dat de verhalen aan Fay verteld worden, heeft ze net een paar slaappillen genomen, waardoor het lijkt of deze figuren aan haar verschijnen. In dat geval zijn de vrij coherente verhalen niet zo waarschijnlijk. Maar als ze achteraf opgeschreven worden, kan het wel. Ik vind het wel een ingewikkelde constructie om het verhaal kloppend te krijgen. 

Toon

Een groot deel van Strovuur is heel geslaagd, vooral door de verteltoon. Juist in die manier van vertellen leren we Fay kennen en het is aangenaam om naar haar te luisteren. Aan het slot van het boek zijn er nog wel wat losse draadjes, waardoor het lijkt alsof de auteur er niet helemaal uitgekomen is. 

Ook pas aan het eind komen we de titel tegen. Bij een strovuur denken we aan een vuur dat snel opvlamt, maar ook gauw weer gedoofd is. Fay zegt tegen Elvin: 'Strovuur, dat zijn wij.' Er is wel een uitleg bij, maar ik blijf het toch wat gezocht vinden om een hele roman aan die titel op te hangen. Er is ook nog een los verbandje met een brandende hooiwagen, alsof er geen verschil zou zijn tussen hooi en stro. 

Aan het eind van het boek rammelt de constructie, door de losse eindjes. Er is ook nog ergens een hoofdstuk dat geheel in de jij-vorm is geschreven. Hierin spreekt Fay haar vader aan. Ik snap dat dat belangrijk is voor haar, maar het valt wel een beetje uit de toon met de rest van het boek. 

Strovuur is een prettig leesbaar boek, dat voor mijn gevoel net niet helemaal gelukt is. Maar Fay is een personage dat je niet snel vergeet. In al haar complexiteit is ze helder neergezet en dat is zeker een prestatie. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten