vrijdag 31 juli 2020

Suske en Wiske Junior: Terug voor het eten

Bunt Blogt

Eerlijk gezegd ben ik nooit een fanatiek lezer van Suske en Wiske geweest. Wel werd ik even opgepord door Suske en Wiske, De Perfecte Podcast. En zes jaar geleden schreef ik over drie uitgaven die te maken hadden met Suske en Wiske. 

Maar de strip is natuurlijk een klassieker, dus van tijd tot tijd een bericht is wel op zijn plaats. Deze keer een deel van Suske en Wiske Junior: Terug voor het eten. Dit is het tweede deel in deze reeks. Kim Duchateau schreef het scenario en Charel Cambré deed het tekenwerk. Duchateau kennen we onder andere van Esther Verkest en Cambré van Amoras. In tegenstelling tot de reguliere albums over Suske en Wiske is de junior-versie geen doorlopend verhaal, maar zijn het losse gags. 

Van de bekende figuren zijn Tante Sidonia en Professor Barabas aanwezig, Lambiek en Jerom komen niet voor. Doordat Barabas er is, kunnen de kinderen af en toe gebruikmaken van de tijdmachine. 

School

Suske en Wiske zijn nog klein: basisschoolleeftijd. Ze moeten dus naar school, waar Wiske nog wel eens problemen heeft, omdat ze haar huiswerk niet af heeft. Waarschijnlijk heeft de tekenaar overigens een school uit zijn eigen jeugd voor ogen gehad: het schoolbord wordt nog met een sponsje schoongemaakt en er wordt waarschijnlijk nog met krijt op geschreven. Geen whiteboard  en al helemaal geen smart board. 

Suske en Wiske zijn waarschijnlijk nog te jong voor een smartphone en ze kijken ook geen tv. Wel is er een computer in huis, al staat er ook nog een ouderwetse transistorradio aan. Zouden jonge kinderen die herkennen?

De hoofdpersonen zijn twee ondernemende kinderen, die zelf een raket en een tijdmachine bouwen, zelfstandig gaan liften en op vakantie gaan. Vaak zijn ze uit op avontuur en ik denk dat heel aantrekkelijk is voor de lezers. Met zulke kinderen wil je je wel identificeren. Ze zijn bovendien bepaald niet geïntimideerd door volwassenen.

Luchtig

De stemming is overal luchtig en de verhalen zijn grappig. De kinderen krijgen niet te maken met grote emoties of gebeurtenissen die hen ernstig uit hun evenwicht brengen. Het zijn kleine ongemakken, die ze op een originele manier proberen te overwinnen. 

De tekeningen zijn in drie stroken op de pagina geplaatst en de afzonderlijke plaatjes zijn redelijk groot, waardoor de tekstballonnen ook ruim kunnen zijn. Ook voor lezers met weinig leeservaring is de tekst goed te lezen. Cambré heeft een heldere stijl, die we gewend zijn van Suske en Wiske, maar zijn lijn is soepeler dan bij de verhalen zoals ik mij die herinner.

Wel heb ik een tijdje zitten kijken naar de voorkeurshand van Wiske: ze schildert met rechts, maar gooit een pijltje met links. Op het achterplat houdt ze Schanulleke vast met haar linkerhand en met die hand gooit ze ook een fles in zee. Suske lijkt me linkshandig, gezien zijn schrijfhand (maar op een andere bladzij schrijft hij met rechts) en de hand waarmee hij een hamer hanteert.  Ook een schipbreukeling blijkt linkshandig, net als een ridder en zelfs de hond Tobias heeft links als voorkeurspoot. Dat is een hoog percentage linkshandigen, wat in het kader van de emancipatie van deze minderheid te prijzen valt. Op de achterpagina van het nieuwe jeugdstripblad Jump (waarover binnenkort meer) blijkt Lisa, ook getekend door Cambré ook al linkshandig.


Maar waarschijnlijk ben ik een muggenzifter. Geen kind kijkt naar de voorkeurshand van een stripfiguur. Ik vermoed dat Cambré steeds een oplossing kiest die het best in de tekening past. Als je iemand schuin van voren ziet, kun je hem het best iets laten doen met de hand die het verst van de kijker weg is, zodat de arm niet het zicht ontneemt op wat daarachter gebeurt. 

Het valt wel op dat de kinderen in een witte wereld leven: de kinderen op school, de bezoekers bij een expositie, de mensen aan het strand - zo te zien zijn het bijna allemaal witte westerlingen. Alleen bij het uitgaan van de school zien we één kind met een migratieachtergrond. Voor een strip die in het heden speelt is dat misschien niet zo aannemelijk. 

Op de laatste pagina van Terug voor het eten is er nog een cameo voor Willy Vandersteen himself (bril met  rechthoekige glazen, geprononceerde kin, regenjas). Hij wordt 'een of andere striptekenaar' genoemd. Eigenlijk is een cameo altijd een hommage en het is mooi dat de geestelijke vader van Suske en Wiske op deze manier geëerd wordt, al zal de knipoog eerder bedoeld zijn voor de ouders van de lezertjes dan voor de kinderen zelf. 

Daar is ook geen bezwaar tegen. Een volwassene leest snel door de tweeëndertig bladzijden en kan nog best genieten van de grapjes. Laat dat maar aan Kim Duchateau over. Beginnende lezers zullen er iets langer over doen, maar zullen toch nog vrij snel door het album heen zijn. Of dat jammer is of nu juist stimulerend, kan ik moeilijk inschatten. Voor kinderen lijkt het me ook geen bezwaar om een strip verschillende keren te lezen. Lol zullen ze er wel aan beleven. 

Reeks: Suske en Wiske Junior
Deel 2: Terug voor het eten
Scenario: Kim Duchateau
Tekeningen: Charel Cambré
Uitgever: Standaard Uitgeverij
Antwerpen 2020, 32 blz. € 6,50 softcover

2 opmerkingen:

  1. Dat meerdere personages linkshandig zijn, was me ook al opgevallen. Misschien kunt ge eens aan meneer Cambré zelf de vraag stellen hoe dit komt? Gebruikt hij bepaalde technieken of hulpmiddelen die de tekeningen omdraaien?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waarschijnlijk ben ik niet in de gelegenheid die vraag te stellen. Maar als iemand toevallig Cambré spreekt...

    BeantwoordenVerwijderen