De roman Geraakt, van Hans Münstermann, begint met iets wat eruitziet als een gedicht. Aanvankelijk stond dat me niet zo aan. Niet alleen vind ik het gecentreerd afdrukken van gedichten nogal lelijk, ik vond het ook als gedicht niet zo sterk. Maar toen ik na lezing van de roman de eerste afdeling (het gedicht dus) nog eens las, moest ik toegeven dat de roman samenkomt in die gedichtachtige tekst.
In het tweede deel begint het verhaal: Andreas Klein, het vaste alter ego van Münstermann, heeft het plan om een novelle te schrijven over de blueszanger Robert Eden, die hij ooit in de trein ontmoette, maar er zijn allerlei zaken om hem heen die zijn aandacht vragen. Zijn schoonvader moet een heupoperatie ondergaan en daarbij gaat wat mis, er bivakkeren Koerden op het Museumplein in Amsterdam en in het Rijksmuseum wordt een paneel van Jan van Scorel, Maria Magdalena, beschadigd. En dan is er nog de uitgever die niets ziet in het plan van Klein, maar meer in een biografie van Harry Piekema en de Avezaatjes die uit elkaar zijn of gaan.
Het is een verwarrende tijd. Wat er met zijn schoonvader gebeurt, maakt Klein voornamelijk van op een afstand mee: zijn vrouw is bij haar vader, in het oosten des lands en het grootste deel van het verhaal is Klein in Amsterdam. Het komt dichtbij, net als de Koerden die in de open lucht bivakkeren en om wie hij niet heen kan kijken, Geert Wilders die altijd weer zijn voorspelbare commentaar geeft en het vriendelijke gedram van de uitgever.
En toch wordt Klein vooral geraakt door Robert Eden en zijn verhaal. Het gaat niet goed met Eden, vertelt die door de telefoon, wat Klein nog meer de urgentie van het schrijven van de novelle doet voelen, ondanks dat de uitgever niet enthousiast is. Dat verhaal vormt de derde afdeling van Geraakt.
Je zou die afdeling als zelfstandige novelle kunnen lezen. Daarna is er niet meer een tekst die verband aanbrengt tussen alle delen van de roman. Dat is eigenlijk al gebeurd in de gedichtachtige tekst in afdeling 1. En misschien moeten we concluderen dat er domweg geen verband is.
De dingen zijn er en gebeuren en het liefst maken we er een verhaal van. We zouden graag een verband zien, zodat we het kunnen snappen, maar wellicht is zo'n verband er niet. Andreas wordt geraakt door de gebeurtenissen om hem heen, maar wellicht is hij het enige wat die gebeurtenissen verbindt. Wat hij daartegenover kan zetten is het verhaal, dat begint met een toevallige ontmoeting (met Robert Eden) en dat gaat over een toevallige ontmoeting (van Robert Eden met het meisje Louise).
Het verhaal over Eden is prachtig. Je laat je als lezer, net als Robert Eden, meeslepen. Aanvankelijk gebeurt er helemaal niets: Eden zit tegenover Louise in de trein. Maar in het hoofd van Eden is het verhaal al begonnen en dat gaat in alle hevigheid verder als hij haar buiten de trein opnieuw ontmoet. Over dat verhaal ga ik niet al te veel zeggen, maar het is subtiel geschreven: een noodlottige liefde waar uiteindelijk niets van kan komen.
Het is al in 1977 gebeurd, maar het is Eden bijgebleven. Hij vertelde het aan Klein in 1992 op een manier alsof het de dag ervoor gebeurd was en Klein vertelt het weer aan ons en weer lijkt het allemaal dichtbij.
Misschien is dat ook het enige wat er gedaan kan worden bij alle onrust om ons heen: verhalen vertellen, kunst maken. Wie geraakt wordt door een verhaal, is even weg bij de dagelijksheid en de alledaagsheid. Het subtiele verhaal staat in schril contrast met het commentaar van Geert Wilders, die op zijn manier ook een verhaal vertelt om mensen daarin mee te nemen. De tekening van Wilders is overigens zeer vermakelijk. Dit is bijvoorbeeld het commentaar van Wilders op de aanslag op het paneel van Jan van Scorel:
'Jaja,' zei hij, tegen zijn gewoonte gast in een late night-programma, 'het Rijksmuseum is goed beveiligd, maar niet goed genoeg. Zoals dit héle land zichzelf abominabel beveiligt. Het kan de autoriteiten geen donder schelen. Straks is het De Nachtwacht',' en hij liet even een eerbiedige stilte vallen. 'In een normaal land is zoiets onmogelijk. Want het gaat hier, laten we onszelf niks wijsmaken, om de beschadiging van een heel land. Loopt u eens over het Museumplein naar ons Rijksmuseum. Dit plein is gekoloniseerd door een troep Koerden en moslims.Even later zal Wilders Nederland zelfs 'dit wilde kalifaat' noemen. Een ander humoristisch personage is Guido van Halst, een paragnost, die vindt dat hij ingeschakeld moet worden bij het onderzoek naar de beschadiging van het werk van Van Scorel.
Dit soort luchtigheden, houdt Geraakt mooi in evenwicht, zoals het leven waarschijnlijk altijd een mix zal zijn van luchtige en ernstige zaken, van wat verheven is en van wat alledaags is. Dèr Mouw schreef er al over: 'Als zij me geeft mijn bordje havermout, / En 'k zie, haar vingertoppen zijn gespleten, // Dan voel ik éénzelfde adoratie branden /Voor Zon, Bach, Kant, en haar vereelte handen.'
Die mix maakt Geraakt heel goed verteerbaar. Maar met welk gevoel voor ironie we het boek ook lezen, uiteindelijk worden we voluit geraakt door het derde deel. Mooi, mooi. Lezen!
Geraakt is uitgegeven bij uitgeverij De Kring
Hier een interview met Münstermann bij Nooit meer slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten