Wat weet een mens van zijn drijfveren? Altijd minder dan hij denkt, vermoed ik. Waarom kocht ik bijvoorbeeld En we noemen hem van Marjolijn van Heemstra? Ik weet bijna zeker dat ik een interview met haar beluisterd heb, maar ik kan het niet meer terugvinden. Misschien heb ik een recensie gelezen? In ieder geval zag ik het liggen in de boekhandel en nam het bijna zonder twijfel mee. Vreemd, want ik heb nooit eerder iets van Van Heemstra gelezen. Maar goed, zo gaan dingen blijkbaar.
In En we noemen hem is er een 'ik' die voor een groot deel samenvalt met de schrijfster. Ik ben maar zo vrij haar dan ook zo te noemen. Van Heemstra had ooit iemand in de familie die Bommenneef genoemd werd. Op 5 december 1946 bezorgde hij, als een na-oorlogse verzetsdaad, een bommetje bij een 'landverrader'. Eigenlijk was het geen neef (hij groeide aan de familiestamboom aan een tak die wat verder weg was), maar het was een mooi verhaal, dat de schrijfster graag vertelde als iemand haar vroeg naar de ring die ze droeg. Ze kreeg die op haar achttiende van haar oma en het was de ring van Frans, de bommenneef.
In het nu van het boek is ze zwanger. De hoofdstukken tellen af naar het moment van bevallen, zoals een bom tikt om af te gaan. Van Heemstra heeft een deadline: als ze bevalt, zal ze moeten weten of ze haar kind (ze weet al dat het een zoontje is) zal noemen naar Frans. Maar dan moet ze wel weten hoe dat nu gezeten heeft met die bom en wat Frans voor iemand was. Ze gaat op zoek.
En we noemen hem doet verslag van die zoektocht. En van de zwangerschap, want die twee dingen zijn met elkaar verbonden. Tegelijkertijd krijgen we een reflectie op het construeren van het verhaal. Van Heemstra maakt duidelijk dat ze dingen heeft aangepast, omdat dat nodig was voor het verhaal. Bij het ontrafelen van een mythe, worden er nieuwe mythes geschapen, want we kunnen niet zonder. We leven in verhalen en ook het kind dat geboren wordt, komt in een verhaal terecht.
Het nieuws: algemeen dagblad 6 december 1946 |
Daarnaast volgen we het verhaal van de zwangerschap, met alles eromheen: de echo's, de hoge bloeddruk, de bevalling. En hoe zal het kind gaan heten?
Van Heemstra schrijft helder en ze maakt vaak fraai gebruik van beeldspraak: 'Al vanaf de uitslag van de zwangerschapstest ben ik aangesteld als projectmanager van deze onderneming. D is hooguit een enthousiaste werknemer die naar eigen inzicht in- en uitklokt.' Dat leest bijzonder prettig.
Maar dat is niet de voornaamste verdienste van het boek. Door te duiken in het familieverhaal, realiseert ze zich hoe de familiegeschiedenis gewerkt heeft en nog werkt. Ze vond het altijd prettig om te geloven in een neef die het kwaad bestreed. Rechtvaardigheidsgevoel is iets moois, immers. Het is bijzonder lastig om afscheid te nemen van het verhaal waar je altijd in geloofd hebt. Eigenlijk is het bijna niet te doen. Het enige wat je kunt doen is het maken van een nieuw verhaal, dat dichter bij de waarheid ligt.
We zouden het liefst hebben dat er een objectieve, feitelijke waarheid bestaat, die we kunnen controleren, waarover we het eens kunnen zijn. Zo'n waarheid is een illusie, blijkt ook maar weer eens uit En we noemen hem. We leven in verhalen en zelfs tegen beter weten in. We hebben de troost van verhalen nodig. Door de ordelijkheid ervan kunnen we de illusie in stand houden dat we overzicht hebben over ons leven en wellicht zelfs over het leven.
Er staat geen 'roman' op het titelblad van En we noemen hem. Er zijn argumenten voor de bewering dat het boek dat ook niet is: het is immers in hoge mate gebaseerd op de werkelijkheid. Maar net als bij Bregje Bleeker worden we wel een verhaal in gezogen en daarmee is het voor de lezer wel een roman. Nu ik dit typ, bekruipt me de gedachte dat in deze redenering bijna alles een roman is. Dat moet dan maar.
Lezen - dit boek! En we noemen hem is een luchtig boek dat tegelijkertijd ernstig is. Een onweerstaanbare combinatie.
En we noemen hem is uitgegeven door Das Mag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten