zondag 16 juli 2017
Op weg en reis (Liesbeth Labeur)
Liesbeth Labeur timmert aan de weg. Zo werd ze onlangs geïnterviewd in het radioprogramma Nooit meer slapen naar aanleiding van twee boeken: de roman Een lamp voor mijn voet en de graphic novel Op weg en reis. De interviewster was duidelijk niet thuis in de reformatorische wereld en de tale Kanaäns die voorkomen in het werk van Labeur, maar verder was het een heel aardig gesprek.
Over Een lamp voor mijn voet schrijf ik binnenkort. Onlangs plaatste ik hier de recensie die ik in 2010 schreef over de beeldroman Op weg naar Zoar. Datzelfde boek is nu uitgekomen onder de titel Op weg en reis.
Indertijd gaf Prometheus Op weg naar Zoar mooi uit, op dik papier. De heruitgave is verzorgd door Cossee, op dunner papier en in kleiner formaat. Omdat het niet de bedoeling was dat de letters kleiner werden, is de gehele strip opnieuw geletterd.
Tekstueel werden er kleine veranderingen aangebracht. De Zeeuws aandoende vraag 'Wat doet er op?' is vervangen door 'Wat gebeurt er?' Er zijn meer kleinigheden veranderd aan de tekst. De hoofdstuktitel 'Op weg naar Zoar' is bijvoorbeeld veranderd in 'Op weg en reis' en in een voetnoot wordt uitgelegd waarnaar 'Zoar' verwijst. Verder zijn de wijzigingen minimaal.
De hoofdpersoon heet niet meer Sela, maar Neeltje, zodat ze nu dezelfde naam heeft als de hoofdpersoon van Een lamp voor mijn voet. Misschien gaat Neeltje in meer boeken terugkomen als hoofdpersoon, zoals bij Hans Münstermann in veel boeken Andreas Klein de hoofdpersoon is en bij A.F.Th. van der Heijden Albert Eggers.
In de oorspronkelijke strip droeg de hoofdpersoon dezelfde naam als de artiestennaam van de auteur, waardoor ik de neiging had haar als een afsplitsing van de auteur te zien. Dat wordt wat minder bij de naam Neeltje.
De grootste verschillen zitten in de tekeningen. De afbeelding op de voorkant komt ook als tekening in het boek voor, net als in Een lamp voor mijn voet. In Zoar was het nog een tekening van een meisje dat wat kinderlijker aandeed.
Verder is Labeur meer met grijzen gaan werken. Mogelijk is dat ingegeven door het wittere papier waarop Op weg en reis gedrukt is. Soms wordt grijs als een achtergrondkleur gebruikt, soms wordt een shirt gegrijsd, meestal met verdunde inkt. Op sommige tekeningen gaat het harde er daardoor wat af.
Cruciaal is het gebruik van grijs op de laatste tekening. Neeltje heeft zich aangesloten bij de refo's die op weg zijn naar Zoar, maar ze is niet de poort binnengegaan, omdat ze vermoedt dat haar broer nog buiten de poort is. Hij heeft afscheid genomen van het geloof. Op het laatste plaatje staat Neeltje bij de bushalte, mogelijk te wachten op de bus waarin haar broer zit. Of misschien gaat ze zelf de bus nemen - naar haar broer, of naar welke plek dan ook. In ieder geval weg van Zoar.
In de oorspronkelijke strip is bij de tekening de lucht inktzwart. In de nieuwe uitgave is de lucht weliswaar donker, maar niet helemaal zonder licht. De lucht is dezelfde als die van zeven bladzijden daarvoor, als Neeltje loopt over de wereld die door de dominee met de mantel der liefde is bedekt.
Neeltje volgt niet haar familie, niet de dominee, niet de gemeente. Ze kiest haar eigen weg. Ze is niet meer op weg naar Zoar. Maar ze is nog wel 'op weg en reis'. Dat is een zinsnede uit de tale Kanaäns, waarin vaker tautologieën voorkomen. Een dominee kan zijn gemeente aanspreken met: 'mijn medereizigers op weg en reis naar de nimmer eindigende eeuwigheid.' Dat laatste is een pleonasme, maar ook dat is kenmerkend.
In Op weg en reis reizen we als lezer mee met Neeltje, een meisje dat erg haar best doet en dat niet wil dat haar broer verloren gaat. In het boek lopen verbeelding (de opstand van de refo's, de refolutie) en de werkelijkheid (een zondag in het gezin van Neeltje) door elkaar. Dat gebruikt Labeur ook in Een lamp voor mijn voet, waarin Neeltje een wonderland creëert waarin ze de werkelijkheid kan ontvluchten. Daar kom ik op terug als ik over dat boek schrijf.
Er zijn veel verbanden tussen de boeken, zoals er veel dwarsverbanden zijn in het oeuvre van Labeur. Dat maakt haar werk (voor mij althans) intrigerend. Een lamp voor mijn voet is zeker niet een toproman en misschien zelfs niet een goede, maar het oordeel erover is minder belangrijk dan het ervaren ervan.
Bij herlezing blijft Op weg en reis overigens stevig overeind. Niet voor niets heeft Op weg naar Zoar de Stripschapsprijs 2011 gewonnen. Het verhaal blijft boeiend, door de mengeling van de twee werelden; de hoofdpersoon is interessant en heeft een sterk streven, waardoor je gemakkelijk met haar meeleeft; en het boek is grafisch interessant: boeiende tekeningen, met slimme weglatingen en ook gedurfde afwijkingen van het realistische beeld.
Een voorbeeld is de tekening van Neeltje die de tafel dekt. Ze legt het tafellaken op tafel, maar dat is geabstraheerd. Het zou ook een wolk kunnen zijn, waaraan Neeltje zich vastklampt.Dat rijmt mooi met de tekst, een citaat uit Psalm 69: 'Ik roep mij moê in dezen jammerstaat. Schrei ik mij blind; mijn ogen zijn bezweken.' (Tussen deze regels staan in de psalm nog twee regels, die Labeur heeft weggelaten.)
Vooral dit soort tekeningen maken het dat je Op weg en reis niet alleen en misschien zelfs wel niet in de eerste plaats leest vanwege het verhaal. Er is veel te ontdekken op de tekeningen. En daarna kun je gerust nog wat kauwen op de tekst. Ook gij zijt immers op weg en reis.
Liesbeth Labeur, Op weg en reis. Uitg. Cossee, Amsterdam 2017; 128 blz. € 12,50
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten