maandag 5 augustus 2013

Allerzielen


Elk jaar weer gonst het rond de tijd dat bekend wordt gemaakt wie de Nobelprijs voor de literatuur krijgt en altijd valt dan weer de naam Cees Nooteboom. Terecht natuurlijk. Nooteboom heeft een omvangrijk oeuvre van hoog niveau. Bovendien heeft hij zijn kwaliteiten laten zien in diverse genres. In zijn reisverslagen, maar ook in romans, verhalen, gedichten en toneelstukken.

Nooit werd Nooteboom genoemd bij de De Grote Drie, maar dat zegt niet zoveel. Ook giganten als Claus en Haasse vielen daarbuiten en aan dichters (Kouwenaar, Vroman, Campert, Ter Balkt) hoefde in dezen blijkbaar ook niet gedacht te worden.

Van Nooteboom las ik veel en dat ook nog met plezier. Maar sommige van zijn beste werken liet ik, zonder reden eigenlijk, ongelezen. De omweg naar Santiago bijvoorbeeld en ook Allerzielen. Vakantie is de tijd om dat soort scheefheden recht te zetten. Ik las Allerzielen (1998).

Eerlijk gezegd duurde het even voor het boek me veroverde. Het begin vond ik nogal traag. Mooi geschreven, want bij Nooteboom is de stijl altijd in orde. Maar ik had moeite om het verschil te zien tussen de gesprekspartners van de hoofdpersoon, de cineast Arthur Daane.

Dan ontmoet Arthur een mysterieuze vrouw (Elik Oranje), met een litteken in haar gezicht. Ineens krijgt het boek vaart. Arthur wordt gefascineerd door Elik, maar hij krijgt weinig vat op haar. Hij weet niet waar ze woont en ze verdwijnt vaak voor hij erop bedacht is.

Dat Allerzielen  daarvoor weinig vaart heeft, klopt thematisch ook wel. Arthur is zijn vrouw en zijn zoon verloren bij een ongeluk en misschien heeft dat zijn leven wel min of meer stilgezet. Hij doet zijn werk (documentaires maken en zich verhuren als cameraman), maar tussendoor werkt hij aan zijn project: het filmen van het onaanzienlijke; die dingen waar niemand op let.

Zelfs wat belangrijk is, verdwijnt in het verleden. Wat onaanzienlijk is, lijkt al bijna meteen verdwenen. Arthur wil dat aandacht geven, al is nog niet duidelijk wat hij daar nu mee wil. Het zal te maken hebben met wie uit zijn leven verdwenen zijn.

Soms wordt het verhaal onderbroken door een ‘wij’. Dat heeft wat weg van een koor, zoals we dat uit klassieke drama’s kennen. De ‘wij’ wil geen oordeel geven, maar ziet alles. Daardooor krijgen we een blik in wat de andere personages doen.

De reiziger Arthur Daane verblijft een groot deel van heet boek in Berlijn, waar hij een stel oude vrienden heeft. Tussendoor moet hij voor opdrachten naar andere delen van de wereld (Estland, Japan). Hij reist ook naar Spanje waar hij Elik vermoedt. Zij doet onderzoek naar een vrij obscure Spaanse koningin. Alweer iemand die in het verleden verdwenen is dus.

Over de plot wil ik verder weinig zeggen. Het boek eindigt met Allerzielen. Iemand legt Arthur uit wat de katholieke gedenkdag inhoudt.
Hij wist niet precies wat hij zich daarbij voor moest stellen, maar het leek hem of dat woord meer met levenden dan met doden te maken had.
Het moesten doden zijn die zich nog ergens ophielden, het was onmogelijk ze helemaal weg te krijgen, je moest ze nog bloemen brengen.
Aan het eind van het boek draait Arthur Daane de auto de grote weg op. Hij moet weer verder, zoals altijd alles verder gaat, hoeveel reden je ook hebt om terug te denken.

Allerzielen was weer een echt Nooteboom boek: stilistisch uitstekend, een belezen verteller die gemakkelijk van het ene naar het andere zwenkt, een plot waar je bijna vat op krijgt, maar net niet helemaal. Er zijn in ons taalgebied maar een handvol schrijvers die in de buurt van Nooteboom kunnen komen. 

2 opmerkingen:

  1. Nooteboom is buitengewoon overschat als auteur. Het plot van "Rituelen" heeft hij "geleend" en zijn reisverhalen verbleken naast die van Couperus.
    Zijn marketing in ongetwijfeld in orde.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Of de plot van Rituelen gejat/geleend is, weet ik niet. Ik wil het wel van je aannemen. Ik denk dat ik dat niet zo erg vind.

      Van Couperus heb ik meer romans dan reisverhalen gelezen. Couperus is geweldig, maar dat wil voor mij niet zeggen dat Nooteboom verbleekt. Ik lees Nootebooms reisverhalen met heel veel plezier en vind ze stilistisch goed.

      Je snapt dat ik het helemaal niet met je eens ben, maar dat houdt de zaak levendig. Ik vind boeken als Paradijs verloren, Het lied van schijn en wezen en Mokusei! nog steeds mooi. Maar ik moet er wel bij zeggen dat het al lang geleden is dat ik ze gelezen of herlezen heb.

      Verwijderen