donderdag 5 juli 2012

VSV



In VSV van Leon de Winter kennen we veel van de personages: Theo van Gogh, Leon de Winter, Job Cohen, Bram Moszkowicz en Piet Hein Donner bijvoorbeeld. Zoiets is altijd goed voor wat reuring en dat is weer goed voor de verkoop. Maar is VSV ook een goed boek?

Dat is nog best lastig te bepalen. Eigenlijk zou het niet uit moeten maken of de personages ook buiten het boek bestaan. Als de personages andere namen dragen, blijft het verhaal immers hetzelfde. Maar in het hoofd van de lezer gebeurt wel iets anders. Als in een willekeurige roman een burgemeester voorkomt die een buitenechtelijke relatie heeft, kijkt geen lezer ervan op. Maar in VSV heet die burgemeester Job Cohen en is hij burgemeester van Amsterdam. We zien meteen het hoofd van de Job Cohen uit de buitenboekelijke werkelijkheid voor ons en alles wat we over hem weten, schiet ons te binnen. De schrijver hoeft zijn personage dan ook eigenlijk niet te introduceren.

Een boek dat vast zit aan de bestaande werkelijkheid, is moeilijk te beoordelen. Schaduwkind van P.F. Thomése en Tonio van A.F.Th. van der Heijden gaan over het overlijden van een kind. We weten dat de schrijvers in werkelijkheid ook het verlies van een kind mee hebben moeten maken. De criticus die deze boeken niet goed vindt, heeft het lastig. Wie kritiek heeft op de boeken, laadt al gauw de verdenking op zich dat hij het verdriet niet serieus neemt of dat hij de schrijver persoonlijk wil treffen.

Maar ook het prijzen van dergelijke boeken is lastig. Een recensent kan nog zo goed duidelijk maken dat een boek van hoog niveau is, er zullen altijd lezers zijn die vermoeden dat de schrijver geprezen wordt uit medelijden of omdat de recensent zijn vingers niet wil branden.

Hoe ik VSV beoordeeld zou hebben als er andere personages in voorgekomen zouden zijn, kan ik eigenlijk niet weten. Ik moet het doen met het boek zoals het is. Laat ik beginnen met vertellen dat ik zeer van het boek genoten heb; je raast er als lezer doorheen, zoals bij veel boeken van De Winter.

Aan het slot van het boek blijkt pas hoe knap het in elkaar zit. Vanwege de plot kan ik daar trouwens niet al te veel over zeggen. Zelfs de toevalligheden in het boek, blijken achteraf functioneel. Zo had ik me afgevraagd of het niet onwaarschijnlijk is dat zo'n beetje alle belangrijke personages iets met elkaar te maken hebben of te maken hebben gehad. Na het slot had ik vrede met de manier waarop de levens met elkaar verknoopt waren.

De ervaring van een slot dat een heel boek een zetje geeft, had ik ook met De Winters De hemel van Hollywood, een boek waarvan ik nog steeds vind dat het erg knap in elkaar zit. Een onderschat boek.

Waarover VSV gaat, zal intussen wel bekend zijn. Theo van Gogh bevindt zich in een andere werkelijkheid, een soort voorgeborchte. Hij bestaat nog alleen uit een hoofd. Van Gogh krijgt een opleiding tot beschermengel.

In de aardse werkelijkheid blijkt Amsterdam nog steeds Cohen als burgemeester te hebben. De stad krijgt heel wat te verduren: een aanslag, een vliegtuigkaping en een gijzeling. Daartussendoor volgen we de schrijver Leon de Winter, die net een relatie heeft aangeknoopt met de ex-vrouw van Max Kohn, een zakenman die dicht bij de wereld van de misdaad leeft.

Er komen heel wat spannende gebeurtenissen voor in VSV en Leon de Winter kan die prima beschrijven. Hij neemt de lezer gemakkelijk mee door het boek. Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende personen, soms in de ik-vorm, soms in de hij-vorm. Daarbij kan niet elk personage evenveel aandacht krijgen. Dat snap ik nog wel. Maar dat Cohen zo'n beetje uit het verhaal geschreven wordt, vond ik toch wel vreemd.

Verder zit de zelfrechtvaardiging in het boek me niet helemaal lekker. Theo van Gogh en Leon de Winter waren een tijdlang elkaars opponenten in discussies. In het tv-programma Het Zwarte Schaap vertelde Van Gogh, dat De Winter een vreemde hobby had: het verzamelen van stukjes prikkeldraad van concentratiekampen. Dat is verzonnen, volgens De Winter. Het lijkt wel of De Winter koste wat kost nog het een en ander recht wil zetten na de dood van Van Gogh. Daar voel ik me toch niet helemaal gemakkelijk bij.

Ach, het zijn allemaal nauwelijks struikelblokken. VSV is een boek dat heerlijk leest en dat ook nog goed in elkaar zit. Is er nog ruimte in de koffer? Nou dan!


1 opmerking:

  1. Het is buitengewoon geestig dat Leon de Winter degene die hem tijdens zijn leven zo gekweld heeft als een soort barokke putto (wie weet is hij op die manier wel op de associatie gekomen) laat optreden.
    Ik heb in het boek nergens zelfrechtvaardiging aangetroffen. Zelfspot des te meer.

    Met je constatering "VSV is een boek dat heerlijk leest en dat ook nog goed in elkaar zit." ben ik het zeer eens!

    BeantwoordenVerwijderen