Weer een oude recensie, deze keer uit 't Kofschip, vijftiende jaargang, nummer 2 (maart-april 1987). In hetzelfde nummer stond ook mijn recensie van Eigen schuld van Maarten Spanjer.
Voor mijn gevoel is het uit een tijd die een eeuwigheid terug is. Ik was zevenentwintig toen en ik had nog weinig gerecenseerd. Het was mooi dat ik voor 't Kofschip kon schrijven en zo het bespreken wat meer in de vingers kon krijgen. Ik wachtte gewoon op wat mij toegestuurd werd en ging dan aan de gang. Of ik ook boeken kon aanvragen, weet ik niet meer. Daar ging in ieder geval altijd veel tijd overheen: de communicatie ging nog per post.
De onderstaande recensie is die van Tropische jaren van Cornets de Groot, die eigenlijk Rudy Cornets de Groot heette, maar de voornaam werd bij deze roman niet vermeld. Daarvoor had ik nooit iets van hem gelezen en daarna is het er ook niet van gekomen. Toch was ik best positief over deze roman. Geen idee waarom ik het werk van deze schrijver verder genegeerd heb. Ik kan wel zeggen dat ik dat nog goed ga maken, maar ik weet niet of het daarvan komt.
Over het werk van Rudy Cornets de Groot is veel online te vinden, vooral doordat zijn zoon dat bijeengebracht heeft. Recensies van deze roman vind je hier.
Bruggen naar een verdwenen stad
Sommige schrijvers zijn erop uit je een hak te zetten: ze nemen je aan hun hand mee een werkelijkheid in die achteraf helemaal geen realiteit blijkt te zijn, maar bijvoorbeeld een droom, een toekomstfantasie, een hersenschim. De lezer heeft zich dan laten neppen, hij wordt naast zijn bed op het koude zeil wakker, hij is bedrogen.
Meestal heeft de lezer zich laten bedriegen. hij heeft niet nauwkeurig genoeg gelezen, niet alle aanwijzingen opgemerkt die hem moesten vertellen dat hij op een dwaalspoor was. Eigen schuld.
Het is het leukste wanneer de lezer de schrijver doorziet. Dat hij ziet waar hij op het verkeerde been gezet wordt, zodat hij stiekem weer goed kan gaan staan, terwijl hij geniet van de manoeuvres van de schrijver. Hij speelt mee. Dit 'literaire' lezen, dit genieten van de vorm, is voor mij een van de plezierigste manieren van lezen. In het boek Tropische jaren van Cornets de Groot kwam ik ruimschoots aan mijn trekken.
Het verhaal lijkt vrij simpel: een Indo, Leo de Brauw, verkeert met zijn (heel wat jongere) vrouw Narda een week in Istanboel. Die dagen zijn ze vergezeld van een gids, Mr. Edip. De Brauw vertelt herinneringen aan zijn jeugd in Indonesië en inzonderheid aan een jeugdvriendin, Carla. Het boek eindigt met een brief, die De Brauw op de terugweg schrijft aan Mr. Edip.
Bij nauwkeurige lezing blijken de zaken toch iets ingewikkelder te zijn. Het verhaal is namelijk niet afgelopen als De Brauw met Narda in het vliegtuig zit, ook al zijn we aan het einde van het boek. Uit enkele, wel bijzonder kleine, aanwijzingen blijkt dat De Brauw later teruggegaan is naar Istanboel.
We zien hem daar zitten op een terras (in het begin van het boek) en we komen erachter dat hij het boek dat wij in handen hebben later geschreven heeft. 'Zulke dingen kan ik opschrijven (...). Het is heel moeilijk autobiografisch te zijn', lezen we een eindje over het midden van het boek.
Deze extra tijdlaag met de schrijvende De Brauw zet het hele boek op losse schroeven. Voor de lezer is bijvoorbeeld niet meer na te gaan wat De Brauw werkelijk aan herinneringen verteld heeft en wat hij er later bij geschreven heeft. Realiteit en verzinsel, schijn en werkelijkheid, zijn niet uit elkaar te houden. De lezer kan het verhaal 'mee-construeren', maar hij weet nooit of het klopt.
De Brauw zit trouwens met hetzelfde probleem als de lezer. Hij probeert zijn vroegere ik te reconstrueren, met behulp van zijn herinneringen, wetend dat het beeld nooit compleet zal zijn:
Maar wat zijn die dingen, wat kunnen zij anders zijn dan bruggen naar die verdwenen stad, die ik zelf werd? Een samenraapsel van beelden, parken, geuren en klanken, ontworpen naar de natuur van de vrouw?
Zo zouden we dit boek kunnen karakteriseren: een poging met bruggen een verdwenen stad te bereiken. Bruggen van heden naar verleden, van Istanboel naar Batavia, van Narda naar Carla.
Als je erop let, zie je hoe geraffineerd Cornets de Groot dit boek opgezet heeft. 'U maakt van Batavia een spiegelbeeld van Istanboel', zei Mr. Edip. 'Is die Carla dan ook een spiegelbeeld van uw vrouw?' De Brauw geeft dan een ontwijkend antwoord, maar intussen zijn de parallellen tussen Narda en Carla al heel onopvallend in het verhaal verweven. Zo worden ze beiden beschreven, zittend op een bed met opgetrokken knieën en slechts gekleed in een slipje. Het is maar zo'n geringe overeenkomst en de lezer moet zelf de verbanden leggen. Met zulke subtiliteiten zit het boek vol.
Met parallellen en contrasten kan de schrijver goed overweg. Ze zijn niet opgelegd, maar vloeien voort uit het verhaal. De militairen in het Istanboel van Ecevit doen denken aan de Jappen in Batavia, de 'seniele aftakeling' van Istanboel staat in contrast met de jeugd van Carla enzovoort.
Maar er zijn meer fraaie dingen. Bijzonder mooi vond ik het fragmentarische laatste hoofdstuk. Dat bestaat uit korte alinea's (soms niet meer dan een regel lang), waarin de schrijver herinneringen en ideeën als gedachtenflitsen weergeeft. Een litanie noemt de schrijver het.
Hoe fraai dit hoofdstuk ook is, toch doet het (evenals de brief aan Mr. Edip) de homogeniteit van het boek afbreuk. Ook vind ik de brief en het laatste hoofdstuk onderling te veel verschillen van sfeer, terwijl ze wel op dezelfde dag geschreven zouden moeten zijn. Dit neemt niet weg dat de brief heel mooie passages bevat, zoals het slot.
Minder te spreken was ik over sommige politieke discussies in dit boek. Dat hadden er wat mij betreft best wat minder en die hadden best wat korter mogen zijn. Voor het emotionele leven van de jonge De Brauw zijn ze toch van veel minder belang dan de mensen met wie hij omging en dan vooral de vriendinnen.
Ten slotte wil ik opmerken dat ik de titel Tropische jaren niet zo best vind. Hij raakt mijns inziens niet de kern van het boek en hij is bovendien (vind ik) nogal saai. Ook over de omslag ben ik niet enthousiast.
Het is niet gebruikelijk nog een alinea te schrijven na een alinea die met 'Ten slotte' begint, maar ik vind het gewoon vervelend om een recensie van een goed boek te besluiten met een negatieve opmerking. Daarom nogmaals: lof!













