Bij alles wat je leest, lees je ook altijd jezelf en je eigen leven, maar bij het ene boek is dat evidenter dan bij het andere. Bij het lezen van het eerste deel van de integrale heruitgave van de strips over Appie Happie kon ik niet om mijn eigen verleden heen.
Eind jaren zestig/begin jaren zeventig logeerde ik elke week twee nachten bij mijn oma. Mijn opa was naast oma in bed overleden en sinds die tijd wilde ze 's nachts niet meer alleen zijn. Aan het begin van de week logeerde mijn nichtje Johanna bij haar, aan het eind van de week ik en in het weekend kwam mijn tante Jannie met de brommer van Opheusden naar Loenen (bij Slijk-Ewijk), met haar zoontje Joop achterop, zijn beentjes in de fietstassen.
Oma was geabonneerd op de Gelderlander en ik las daarin de strip Appie Happie. Op zaterdag moest ik het oud papier van die week verbranden achter in de boomgaard en daarvoor las ik de stroken die getekend waren door Dik Bruynesteyn.
De Taaie Tijgers
Appie Happie is (in de strip leeft hij voort) een voetballer bij De Taaie Tijgers. In het team spelen ook sterren als Pietje Peelee (broertje van), Sjakie Strijkijzer, Tinus Plotseling, Henri Buitenzorg en Laserels. De laatste naam is natuurlijk een combinatie van Rinus Israël en Theo Laseroms (de Tank), twee vermaarde verdedigers van Feyenoord.
Appie is een wat eenvoudige jongen, die de meeste dingen al lang best vindt, als hij maar op tijd zijn bananen krijgt. Hij is bijzonder sterk.
Het Rotterdamsch Parool, 29 augustus 1970 |
Appie Happie is een onderhoudende strip en ik heb die altijd met plezier gelezen. Later kocht ik wel eens wat losse albums, maar die waren bijna allemaal in vrij slechte staat. Misschien zijn ze gewoon slecht uitgegeven. Het kan ook zijn dat ze al kapotgelezen waren.
Ik ben dus blij met de heruitgave van uitgeverij Kippenvel. Van deze uitgeverij besprak iets. De link daarnaar plaats ik onderaan. Het eerste deel van de boeken met strips van Appie Happie verscheen in 2022. Intussen zijn er al vijf delen.
Acht verhalen
Het eerste deel bevat acht verhalen: 'De ontmaskering van Iwan Vonikstobor', 'De Taaie Tijgers in de Tuinkabouter Cup', 'De Toupet Tourploeg', 'De Waterkeet-Affaire', 'Eindelijk raak', 'Een balletje kan raar rollen', 'Het beeldige beeldje' en 'De betoverde tuinkabouter'.
Ook de actualiteit buiten de sport betrekt Bruynesteyn bij de strips, zoals je ziet aan de titel 'De Waterkeet-Affaire', die verwijst naar Watergate, de affaire die Nixon het presidentschap kostte. In een ander verhaal komt de president voor als het personage Richard Hoolinwan, een Amerikaanse golfer.
Het Vrije Volk, 19 juni 1968 |
Het Vrije Volk
Appie Happie verschijnt voor het eerst in Het Vrije Volk, in 1967, onder de naam Appie Happy (met 'y' dus), tot halverwege 1968. Dan verschijnt in de krant enkele dagen op rij dat Appie Happy (voorlopig) op vakantie is.
Er komt wel een nieuwe strip, Chris Crack, die bij de Taaie Tijgers speelt. Halverwege 1970 verdwijnt ook die strip. Na enkele weken wordt een nieuwe strip aangekondigd, met enkele bekende en ook enkele nieuwe personages. In het Nieuwsblad van het noorden van 29 augustus wordt daar een artikeltje aan gewijd.
De hele week al is de strip Appie Happie aangekondigd met daarbij de belofte dat de strip niet alleen over voetbal zal gaan. In Het Rotterdamsch Parool van 29 augustus van 1970 worden de belangrijkste personages voorgesteld: Appie Happie, Kolonel B.D. Buitendienst (de manager), Snoepie (secretaresse van Simon S. Smakeloos), Simon Smakeloos zelf en de trainer, meneer Michappels, ongetwijfeld een mix van Michels en Happel.
Het Rotterdamsch Parool, 25 augustus 1970 |
Eerste aflevering
Op 31 augustus 1970 wordt de eerste aflevering gepubliceerd. Bij het begin van dat verhaal is Appie nog een bankzitter bij DTT (Door Trainen Triomferen). In het dagelijks leven is hij glazenwasser.Het Rotterdamsch Parool, 12 september 1970 |
Naast de acht verhalen vind je in Boek 1 overigens een mooi overzicht van de strips van Dik Bruynesteyn, inclusief zijn werk voor het Duitste sportblad Der Kicker, waarvoor hij naast cartoons de strip Fritzchen Wunder maakte ('Auch für Erwachsenen freigegeben!')
Cartoons
Verder een aantal paginagrote cartoons. Die passen niet direct in de periode dat de eerste verhalen verschenen. In de jaren zeventig hadden we nog niet van Dennis Bergkamp en Regi Blinker en de broertjes De Boer gehoord. Maar natuurlijk zijn alle cartoons van Bruynesteyn welkom. Bruynesteyn was een begaafd en veel gevraagd cartoonist.
In zijn strips verwijst Bruynesteyn verschillende keren naar de werkelijkheid daarbuiten en niet alle verwijzingen zullen nog zomaar opgepikt worden. Daarom is er een bijdrage van Henk Heezen opgenomen die ons uitlegt dat George Better eigenlijk George Best is en Theo-hi-ha-Toomenloos Theo Koomen.
Ik heb wel mijn twijfels bij de sportverslaggever Herman van Huisduinen. Dat zou Herman Kuiphof zijn. Maar lijkt die wel op dit strippersonage? En rookte Kuiphof wel pijp? Ik moest even denken aan Ben de Graaf, maar diens naam staat wel erg ver af van de naam die Bruynesteyn gebruikt.
Verder had er wel een iets strakkere redactie op de bijdrage van Heezen toegepast mogen worden. Laserels/Laseraels (Bruynesteyn is niet consequent) wordt drie keer uitgelegd, en bij een van die keren wordt alleen verwezen naar Laseroms en niet naar Rinus Israël, Rocky Maffiano krijgt ook drie keer uitleg, Henri Buitenzorg twee keer. Er staan ook nog wel wat foutjes in ('boksen' verschillende keren gespeld als 'boxen') en de paginanummering ontbreekt.
Dat had allemaal beter en strakker gekund, maar ik vind het vooral mooi dat iemand uit liefde voor deze strip zich alle moeite getroost om tot een nieuwe uitgave te komen, waarin de oude verhalen in een stevige band uitgebracht zijn.
Boksen
Het lezen van de verhalen riep herinneringen wakker, maar ik las ook zaken die mij helemaal niet meer bijstonden. Bijvoorbeeld dat men de vredelievende Appie Happie verschillende keren probeert te strikken voor een bokswedstrijd of de running gag dat er iemand zo nu en dan de vraag stelt of hij hier bij de zaaduientelers is.
Eigenlijk verdient Dik Bruynesteyn een goede biografie. Ik herinner me in ieder geval dat je overal zijn tekeningen zag (met de dikke stip op de 'i' in 'Dik'). Zijn trefzekere manier van karikaturen maken was zeer herkenbaar. In 2013 verscheen het boek Dik tevreden, Dik Bruynesteyn 65 jaar sporttekeningen. Dat boek heb ik niet gelezen, maar ik vermoed dat het niet een echte biografie is.
Van die biografie komt het misschien ooit. In ieder geval zijn de strips van Appie Happie intussen weer toegankelijk. Of je er een nieuw publiek mee bereikt is de vraag, maar oudere mannen zoals ik, zullen de verhalen met plezier (her)lezen.
Het Parool, 31 augustus 1970 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten